Duizend jaar Europa V (1800-1900)
20 februari 2017

Negentiende Eeuw (1800-1900)
Muziek

Verslag 4e hoorcollege - semester 5

Inleiding

Johannes Brahms (1883-1897)

Johannes Brahms
bron: upload.wikimedia.org

Johannes Brahms was een van de leidende Duitse componisten van de Hoog-Romantiek, die op alle terreinen van de muziek werkzaam was behalve opera. Hij is van grote invloed geweest op de muziek van de twintigste eeuw.
Brahms groeide op in een muzikale omgeving en studeerde piano, cello en hoorn. Deze muzieklessen zorgden ervoor dat hij de muziek uit voorgaande eeuwen leerde kennen en waarderen, speciaal de werken van Bach, Haydn, Mozart en Beethoven. Als jongeman voorzag hij in zijn levensonderhoud door populaire muziek te spelen in restaurants en muziekavonden.
In 1853 ontmoette hij Robert en Clara Schumann die zijn belangrijkste bewonderaars werden. Robert Schumann prees Brahms in zijn kritieken en hielp hem bij zijn carrière. Ook hielp hij Brahms bij het vinden van een uitgever voor zijn werken.
Na de dood van Robert hielp Brahms Clara Schumann bij de zorgen voor haar kinderen. De twee hadden een platonische verhouding.
Brahms trad op als pianist en dirigent. Hij componeerde symfonieën, piano concerten, viool concert, ouvertures, serenades, strijkkwartetten, kamermuziek, piano sonates, een requiem, koorwerken en liederen.
We luisteren naar het Doppelkonzert a-Moll für Violine, Violoncello und Orchester op. 102 van Johannes Brahms


fig 2.
Johannes Brahms - Concert voor viool, cello en orkest
in a klein (1887) - Deel 1
Julia Fischer (viool) and Daniel Müller-Schott (cello)
Deutsche Radio Philharmonie o.l.v. Christoph Poppen

Dit concert wordt uitgevoerd met een soloviool en een solocello. Het orkest bestaat uit 2 fluiten, 2 hobo's, 2 klarinetten, 2 fagotten, 4 hoorns, 2 trompetten, pauken en strijkers. De bezetting verwijst naar de Dubbelconcerten uit de Barok en de Sinfonia Concerte uit de Klassieke periode.
Het is het laatste werk dat Brahms heeft geschreven en bestaat uit drie delen:

  • Allegro
    Het orkest begint, gevolgd door een cadensachtige inleiding door de solisten. Daarna komt het eigenlijke orkestgedeelte. Het gedeelte van de blaasinstrumenten gebruikte een thema van Giovanni Battista Viotti. Dit thema wordt overgenomen en gedomineerd door de solisten. In de herhaling moduleert het thema naar A groot, voordat het via het coda terugkeert naar a klein.
  • Andante
    Het begin is in D groot met de houtblazers en de hoorns gevolgd een zangerige hoofdthema. De solisten spelen dit thema in parallelle octaven. Het middelste gedeelte in F groot kent een choraalachtig thema voor houtblazers. De herhaling met een variatie op het thema in D groot wordt gevolgd door een coda, dat gebruik maakt van het thema uit het middelste gedeelte
  • Vivace non tropo
    De vorm is een sonate/rondo volgens het schema A-B-A1-C-A2-B2-A3. Bepalend is een onrustig dansthema, dat door de solocello wordt ingezet. Het gedeelte begint in a klein met gedeelten ontleend aan Hongaarse muziek, maar wordt vriendelijker en besluit met coda in A groot.

De muziek van Brahms is een uiting van de conventionele muziek van de Hoog Romantiek met de warme klanken van de strijkers, zoals ook gebruikelijk was in het conservatieve klassieke model: (pianoconcerten: 3 delen; concerten met solisten: 3 delen; symfonieën: 4 delen).
De gebruikte muziekstijlen uit de periode van de Weense Klassieken werken door in de Romantiek. De Weense Klassieken streven vooral naar evenwicht en heldere vormen. Tussen de eerste en tweede muziekthema's wordt een spanningsveld opgebouwd wat doorwerkt in het gebruik van de thema. Bij de herhaling komen de twee thema's bij elkaar door gebruik van dezelfde toonsoort. Het is een soort verhaal wat in het stuk wordt opgebouwd, waarbij de luisteraar aan het eind tevreden is.
De ontwikkeling van de muziek in de Romantiek is onderhevig aan het gebruik van gevoelens, die zich niet in een schema laten persen. De strakke tegenstelling uit de klassieke periode is minder. Muziek is als een gedicht dat een verhaal verteld, maar emotioneler, grootser, extremer, intenser en heftiger dan in de voorgaande periode.
In Brahms' composities wordt geen gebruik gemaakt van bijzondere instrumenten, zoals harp, orgel en klokkenspel gebruikt. Dit in tegenstelling tot meer progressiever stromingen in die tijd, waarvan de aanhangers zich minder schatplichtig voelden aan de Weense Klassieken. Deze vernieuwingen in de muziek komen tegen bij Richard Wagner.

Camille Saint-Saëns (1835-1921)

Camille Saint-Saëns
bron: upload.wikimedia.org

Camille Saint-Saëns studeerde aan het Parijse Conservatorium. Hij was al een virtuoos pianist voor zijn toelating en zijn leermeesters stimuleerden een studie als organist. In 1851 won Saint-Saën de hoogste prijs van het conservatorium als organist. In hetzelfde jaar begon hij aan zijn formele studie als componist. Hij schreef een symfonie in A groot en koraalwerk op een gedicht van Victor Hugo.
In 1853 verliet hij het conservatorium en werd organist in de oude Parijse kerk van Saint-Merri. Zijn basis inkomen aangevuld met toelagen voor huwelijken en uitvaarten zorgden ervoor dat hij comfortabel kon leven. Hij had ook voldoende vrije tijd om aan zijn carrière als pianist en componist te werken. Rossini, Berlioz en Franz Liszt erkende zijn talent en stimuleerden hem. In 1858 werd hij organist van La Madeleine, de officiële kerk van het Tweede Keizerrijk.
Saint-Saëns had op latere leeftijd de naam dat hij zeer conservatief was op muzikaal gebied, toch was hij in de vijftiger jaren een aanhanger van de meeste moderne werken van zijn tijd, waaronder Liszt, Robert Schuman en Richard Wagner. Toch liet hij zich niet door Wagner's ideeën beïnvloeden.
In de jaren 60 was hij verbonden aan de School voor klassieke en religieuze Muziek in Parijs. Tijdens de Frans-Pruisische oorlog diende Saint-Saën bij de Nationale Garde, maar hij ontvluchtte de bloedige opstand van de Parijs en ging naar Engeland. Na zijn terugkeer trouwde hij met de zuster van een van zijn leerlingen: Marie-Laure Truffot. Ze kregen twee zonen die beide in hun kindertijd stierven. Dit verlies was het einde van het huwelijk. De echtelieden braken met elkaar en hebben elkaar nooit meer ontmoet. Saint-Saëns wijdde zich volledig aan de muziek.
In de jaren 80 en 90 was Saint-Saëns, mede door zijn vele reizen, een zeer gevierd musicus. Hij had succes met verschillende opera's. Vooral in Engeland werd hij gezien als de grootste levende Franse componist. De première van zijn Derde ("Orgel") Symfonie was in Londen, waar hijzelf als dirigent optrad.
In 1900 vestigde hij zich opnieuw in Parijs, al hoewel hij vaak concerten in het buitenland gaf. In het begin van de twintigste eeuw ondervond Saint-Saëns veel kritiek en groeide zijn reputatie als reactionair op muziekgebied. Hij verloor zijn interesse in de vernieuwingen die plaats hadden. Het verhaal gaat, dat toen hij een uitvoering van Strawinsky's Sacré du Printemps bijwoonde, hij de componist van het stuk voor gek verklaarde.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog ijverde Saint-Saëns voor een boycot van de uitvoering van Duitse componisten. Het maakte hem niet geliefd bij een nieuwe generatie componisten.
Tijdens de oorlog gaf hij concerten om geld in te zamelen voor slachtoffers van de oorlog. Hij reisde daarvoor zelfs naar Amerika.
In 1921 reisde hij naar Algiers, waar hij altijd overwinterde, daar stierf hij plotseling. Hij kreeg een staatsbegrafenis vanuit La Madeleine en werd begraven op de begraafplaats van Montparnasse. Tussen de rouwenden stond zijn weduwe, Marie-Laure, die hij in 1881 voor het laatst had gezien.

We luisteren naar Introduction et Rondo Capriccioso van Camille Saint-Saëns


fig 4.
Camille Saint-Saëns
Introduction et Rondo Capriccioso
Ithzak Perlman en het New York Philharmonic
Orchestra o.l.v. Zubin Metha

fig 5.
Camille Saint-Saëns
Introduction et Rond Capriccioso
Andante malinconico - Allegro ma non troppo - Piu Allegro
soloist: Rudolf Koelman

fig 6.
Claude Debussy - Introduction et Rondo Capriccioso
voor twee piano (naar Saint-Saëns)
Klavierduo Walachowski

In dit werk is de invloed van Weense Klassieken nog goed hoorbaar. Het is een glashelder rondo. Schatplichtig aan Paganini is de sprankelende virtuositeit ervan.
Vorm: A/B/A/C/A/ +- C + B/A/cadensje/razendsnelle Coda.
Het stuk opent met een thema van 36 maten in a klein waarin het ritme en de harmonische thema's worden vastgelegd. Het orkest volgt de viool, terwijl de solist allerlei arpeggio's en chromatische passages uitvoert. In de 18e maat wordt het tempo opgevoerd van Andante malinconico naar animato waarin de solist snelle 32st noten speelt.
Claude Debussy heeft het stuk later omgewerkt voor twee piano's.

Anton Bruckner (1824-1896)

Anton Bruckner
bron: upload.wikimedia.org

Anton Bruckner's roem is gebaseerd op zijn symfonieën (9 genummerde en 2 officieuze) en zijn religieuze werken. HIj was tijdens zijn leven vooral bekend als organist, pas tegen het einde van leven kwam ook de erkenning als componist. In zijn werken klinkt de invloed van de Weense Klassieken en met name van het symfonie-schema van Beethoven door. Na zijn kennismaking met de muziek van Wagner horen we in zijn werk ook de nieuwe symfonische esthetiek. Hij bleef tot het eind een bewonderaar van Wagner. Zijn eigen werken werden door het publiek niet altijd op waarde geschat. Hij was gevoelig voor wat zijn critici en collega-componisten over hem zeiden en schreven.
Pas tegen het eind van leven kreeg hij de erkenning die hem toekwam. Hij kreeg een onderscheiding en een pensioen van keizer Franz Joseph II.
Tot op het laatst werkte hij aan zijn 9e symfonie - die onvoltooid is gebleven. In 1896 stierf hij en werd begraven in de crypte van Sankt Florian in Linz, waar hij zijn carrière was begonnen.
Doordat hij zo gevoelig was voor kritiek op zijn compositie, bestaan er van zijn symfonie verschillende revisies. Dit is een typisch verschijnsel. Ook van de hieronder te beluisteren Symfonie nr 4 bestaat een 'oerversie'; de versie zoals Bruckner die oorspronkelijk componeerde in 1874. Tussen 1878 en 1881 werden verschillende delen omgewerkt, of soms geheel opnieuw gecomponeerd.
Tegenwoordig worden steeds meer de door Bruckner geautoriseerde versies en de 'Originalfassungen' uitgevoerd.

We luisteren naar Symfonie nr 4 in Es groot ('Romantische' 1874, omwerkingen 1876, 1878 met nieuwe scherzo en "Volkfest" finale, 1880: nieuwe finale, 1888: drie versies)


fig 8.
Anton Bruckner
Symfonie nr 4. (Romantic)
oorspronkelijke compositie van 1874
Orchestra of the Age of Enlightenment, Sir Roger Norrington

fig 9.
Anton Bruckner
Symfonie nr. 4 (Romantic)

Orkiestra Filharmonii Narodowej
o.l.v. Jacek Kaspszyk

Bruckner gaf deze symfonie de bijnaam "Romantische". Het was als het ontwaken van een middeleeuwse stad, of een zonsopgang met vogels.
Het werk bestaat uit 4 delen:

  • Bewegt, nicht zu schnell
    De hoorns en de strijkers spelen een pastoraal thema dat leidt naar een climax met het hele orkest. Dan volgt er een tweede thema en een somber motief gespeeld door de bassen. De thema's met het hoornmotief worden doorgewerkt tot een koraalwerk.
  • Andante quasi Allegreto
    Een begin met een treurig thema van de celli, gevolgd door een neventhema van altviolen en violen met pizzicato.
  • Scherzo: Bewegt
    Het "Jagd-Scherzo" (opnieuw gecomponeerd in de 1878 versie). Uitbeelding van een jachttafereel met hoornfanfares.
  • Finale: bewegt, doch nicht zu schnell
    Van dit deel bestaan de meeste versies. In 1878 componeerde Bruckner een nieuwe versie "Volksfest", maar dat werd 1880 weer vergeten. Heel zacht ontstaat een hoofdthema opbouwend naar de volle orkestratie. Dan een rustiger thema. In een grootst code komt het hoornsignaal uit het eerste deel terug.

Tijdens het leven van Bruckner werden gedeelten van zijn oorspronkelijke compositie als onspeelbaar beschouwd. Het wereldwijde succes van deze symfonie komt door de 'Originalfassung' van Robert Haas uit 1936.

Ter vergelijking staat hieronder de 9e symfonie van Beethoven die net als Bruckner's 4e symfonie heel geheimzinnig en zacht begint met tremolo's in de strijkers. Het begin zwelt aan tot een machtig volle orkestklank.


fig 10.
The Berlin Celebration Concert
Beethoven, Symphony No 9 Bernstein 1989

De eerste registratie van Beethoven's 9e symfonie hieronder is de viering van de val van de de Berlijnse Muur. Het concert werd Kerstmis 1989 in voormalig Oost-Berlijn uitgevoerd door een internationaal gezelschap van gerenommeerde musici en zangers. Het orkest van de Bayerisches Rundfunk en leden van de Staatskapelle uit Dresden, het orkest van Leningrad Kirov Theater, het London Symfony Orchestra, het New York Philharmonic en het Orkest van Parijs staan via een satelliet verbinding met elkaar in contact. De muzikale leiding was in handen van Leonard Bernstein.


fig 11.
Flashmob Nürnberg 2014 - Ode an die Freude

De tweede registratie is een flashmob in Neurenberg. Een voor een komen de musici en de koorleden bij elkaar om "Ode an die Freude" te zingen.


fig 12.
10000 singing Beethoven - Ode an die Freude _ Ode to Joy

De derde registratie is een uitvoering van Ode an die Freude met een koor bestaande uit 1000 zangers.

We luisteren naar de 7e symfonie in E groot van Anton Bruckner


fig 13.
Anton Bruckner - Symfonie nr 7 - Scherzo

Van de zevende symfonie is één versie bekend. Bruckner componeerde dit werk tussen 1881 en 1883. Bijzonder in het Adagio (tweede deel) is dat Bruckner gebruik maakt van Wagnertuba's. Het klassieke symfonie schema bestaat uit 4 delen:

  • Allegro moderato (in E groot)
    Hoofdthema bestaande uit een melodie van 21 maten. Dit deel wordt afgesloten met een monumentaal coda.
  • Adagio (in cis klein)
    Dit deel is een hoogtepunt in deze symfonie. Het begint met een treurzang van altviolen en 5 Wagner tuba's. De melodie is verwant aan Bruckner's Te Deum. Ook in het coda klinken de tuba's als uiting van verdriet om Wagner's dood.
  • Scherzo: sehr schnell (in a klein)
    Hoewel gecomponeerd voor het Adagio sluit het goed aan op het tweede deel. De muziek klinkt dreigend. Het middenstuk is een lyrisch trio.
  • Finale: bewegt, doch nicht schnell (in E groot)
    Opgewekt hoofdthema met een plechtig neventhema. Eindigt met een herhaling van het hoofdthema uit het eerste deel.

>We luisteren naar de 9e symfonie in d klein van Anton Bruckner


fig 14.
Anton Bruckner - Sympfonie nr 9 - Adagio
Munich Philharmonic Orchestra
Sergiu Celibidache, conductor

Deze negende symfonie is onvoltooid gebleven. Wel liet Bruckner bij zijn dood schetsen voor de compositie na. Het stuk omvat monumentale delen, maar ook mooie langzame stukken. Het thema is enorm van omvang. In totaal bestaat het stuk uit 3 delen. De Finale is onvoltooid gebleven. Er zijn verschillende componisten geweest die het 4e deel hebben trachten te voltooien. In de concertpraktijk wordt meestal volstaan met de uitvoering van de eerste drie delen.

Russische componisten

De Russen lieten zich vanaf het midden van de 19e eeuw niet onbetuigd: Michail Glinka, Modest Moessorgski, Nikolaj Rimski-Korsakov en Aleksandr Borodin brachten een Russische romantische stijl, waar Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893) veel westerse invloeden aan toevoegde. Sergej Rachmaninov (1873-1943) was een van de laatste exponenten van de Russische romantiek.
Behandeling van Russische Romantiek was op verzoek van enkele cursisten. De componisten worden in de reader niet besproken.

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893)

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski
bron: upload.wikimedia.org

Tjaikovski is vooral bekend om zijn balletmuziek.

  • De Notenkraker's suite
  • Het Zwanemeer
  • De Schone Slaapster
Daarnaast componeerde hij 6 symfonieën, pianoconcerten, opera's, toneelwerken en kamermuziek.
We luisteren naar Pianotrio in a klein (1882)


fig 16.
Tsjaikovski - Pianotrio in a klein (1882)
Livan, piano
Zenas Hsu, violin
Yina Tong, cello

Dit pianotrio werd in Rome gecomponeerd en kreeg als onderschrift Ter herinnering aan een groot artiest, een hommage aan Nikolai Rubenstein, een vriend en mentor van Tsjaikovski.
Al in 1880 had Tsjaikovski's beschermvrouw Nadezhda von Meck hem gevraagd een dergelijk stuk te schrijven, maar hij was niet op haar verzoek ingegaan.
De eerste uitvoering van het stuk was in een besloten concert in Moskou op de 1e herdenking van Nikolai Rubenstein's dood een jaar daarvoor. Tsjaikovski was niet bij de première aanwezig.

We luisteren naar Pianoconcert nr 1 in bes klein van Pjotr Iljitsj Tsjaikovsky

fig 17.
Tsjaikovski - Pianoconcert nr 1 in bes klein Opus 23
Yuja Wang (piano)
Hannu Lintu (conductor)
Finnish Radio Symphony Orchestra

Het concert start met rake intervallen van de hoorns steeds gevolgd door een staccato van het orkest waarna de piano invalt met akkoorden. Een romantische melodie van de strijkers staat de klappen van de piano bij. Na een kleine solo nemen piano en orkest de melodie weer op met een groots vertoon van virtuositeit van de pianist. De openingsmelodie verdwijnt nu en zal niet meer retourneren. Hierop volgt het hoofdthema. Door een duidelijke ommezwaai van ritme en tempo ontstaat een verandering in de sfeer die het eerste deel uitdraagt. Een hortend ritme volgt waarbij solist en orkest een gesprek aangaan. De muziek verandert wederom van sfeer wanneer de blazers het tweede thema openen. Wanneer dit thema zich heeft gesetteld voegt de piano zich daar aftastend bij. Bedachtzame melodische passages volgen. De spanning neemt toe wanneer de piano en orkest verstrikt raken in een muzikaal oproer. De heftige wisseling die hierop volgt vindt haar hoogtepunt in een solo voor de piano die het startsein geeft voor het protserige, pompeuze slot van dit deel.Hoewel het eerste deel meer nationalistisch van aard lijkt te zijn, is het Andantino simplice ontleend aan een Frans wijsje. Een bedachtzame en serene solo voor de fluit bijgestaan door pizzicato spelende strijkers opent het tweede deel. De fagotten en strijkers zetten de melodie nu vast die fijnzinnig wordt overgenomen door de piano. De melodie wordt overgenomen door twee cello's terwijl de piano rustig op de achtergrond aanwezig blijft. Een plotselinge versnelling doet de prettige sfeer een beetje teniet. Deze walsachtige balorigheid is van korte duur. Middels een solo voor de piano keert de eerdere sfeer terug.Het Allegro con fuoco is geschreven in rondovorm geïnspireerd op een Oekraïens volkswijsje. De piano zet het thema met kracht en tempo in voordat orkest en solist aan een krachtige wisselwerking beginnen. Een meer lyrisch tweede thema volgt. Het openingsthema is snel weer terug maar met een toegenomen intensiteit welke groter en groter wordt door een versnelling van tempo terwijl de finale aanbreekt.(bron: nl.wikipedia.org)

Modest Moessorgsky (1839-1881)

Modeste Moessorgski
bron: upload.wikimedia.org

Modest Moessorgsky was de zoon van een verarmde grootgrondbezitter. Oorspronkelijk kreeg hij een militaire opleiding, maar hij voelde zich meer aangetrokken door muziek. Hij componeerde voor piano en was vooral geboeid door de oorspronkelijk Russische muziek.


fig 19.

De Schilderijententoonstelling is een suite in tien delen met variaties op een wandel thema. Moessorgski schreef dit werk naar aanleiding van de onverwachte dood van zijn vriend Viktor Hartmann. Een overzichtstentoonstelling van diens werk was te zien in St.Petersburg in 1874. Moessorgski heeft deze tentoonstelling bezocht. Dat was de aanleiding voor deze compositie. De muziek stelt een denkbeeldige rondgang langs een kunst collectie voor. De onderdelen dragen de titels van Viktor Hartmann's werken. Viktor Hartmann maakte tekeningen en aquarellen tijdens zijn buitenlandse reizen in Polen, Frankrijk en Italië. Het laatste onderdeel geeft een architecturaal ontwerp voor de hoofdstad van de Oekranië. Helaas zijn de meeste werken van Hartmann verloren gegaan. Bovenstaande video toont de nog bestaande werken van Viktor Hartmann die mogelijk met de onderdelen van Moessorgsky's compositie kunnen worden verbonden.
Rimski-Korsakoff heeft het werk bewerkt en herorkestreerd. Later heeft ook Ravel in 1922 een bewerking gemaakt. De orkestratie van Ravel kreeg de meest bekendheid.

M.C.Escher - Schilderijententoonstelling
bron: ifthenisnow.eu

M.C.Escher creëerde in een van zijn werken een schilderijententoonstelling die zich weer terug beweegt naar de werkelijke wereld. Of Escher zich heeft laten inspireren door Moessorgsky's werk in niet bekend.


fig 21.
Modest Mussorgski - Night in bald Mountain
Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Markus Stenz

fig 22.
Modest Mussorgski - Night On Bald Mountain
Walt Disney's Fantasia (1941)

Een ander bekend werk van Moessorgsky is een orkest stuk Nacht op de Kale Berg. Het verbeeldt een heksendans op de berg Triglav, de hoogste berg in Slovenië in de regio Gorensjka. De naam betekent De driekoppige en geldt als nationaal symbool voor de Slovenen.

Met de berg is de sage van de Zlatorog, letterlijk: Goudhoorn, verbonden. Dit is een witte steenbok met gouden horens, die hoog aan de Triglav in een sprookjesachtige tuin leefde en er een schat bewaakte. Het verhaal werd voor het eerst in het Duits uitgegeven door Karel Dežman in 1868. Een versie uit 1877 van de dichter Rudolf Baumbach werd erg populair en in 1904 hernieuwde Anton Aškerc de sage in zijn bekende epische gedicht Zlatorog dat deel ging uitmaken van het nationale Sloveense epos. (bron: nl.wikipedia.org)

De legende van de Triglav en Zlatorog

Op goed 5 km ten noorden van Kranjska Gora bevindt zich een klein meertje genaamd Jezero Jasna. Hier bevindt zich aan de noordoever het bijzondere standbeeld van de steenbok Zlatorog. Naar verluid is Zlatorog het meest gefotografeerde standbeeld in heel Slovenië. Aan de zuidoostoever van het meer van Bohinj bevindt zich eveneens een standbeeld van Zlatorog. Hier heeft hij een jongere uitstraling en staat hij aan de top van een grote rots.

Deze legende van Zlatorog werd geboren in het hart van de Julische Alpen en vertelt over de prachtige tuinen die zich in de Vallei van de Triglav meren (Dolina Triglavskih jezer) bevonden. De legende stuurt een verontrustend bericht over de destructieve gevolgen voor de natuur als de mensheid de natuur aantast en het natuurlijke evenwicht verstoort. Hiervoor zal de mensheid worden gestraft en zal hij sterven. De natuur zal zich weer langzaam herstellen en de overwinnende zijn.

In vroeger tijden waren Dolina Triglavskih jezer en het Komna-bergplateau een waar alpenparadijs, waar witte vrouwen woonden. Zij waren goed voor de medemens en hadden een vrolijk karakter. Soms gingen ze naar het dal om mensen in nood te helpen en vrouwen bij hun bevalling bij te staan. Een kind dat onder hun aanwezigheid ter wereld kwam, werd zijn hele leven door de vrouwen beschermd. Voor hun goede daden wilden zij niet terug ontvangen. Maar als iemand, per ongeluk of opzettelijk, naar hun woongebied kwam werd hij door middel van lawines, bliksem en hagel teruggedwongen naar het dal. Op de bergweiden hadden de vrouwen hun kuddes grazen, die onder toezicht stonden van de grote, witte steenbok Zlatorog. Hij had gouden horens die de sleutel tot een grote verborgen schat vormden.

Een jonge jager uit de Trenta-vallei groeide op onder de bescherming van de vrouwen. Zonder enige angst kon hij de hoogste bergtoppen in de regio beklimmen. Op een dag ging hij de bergen in om een bosje alpenbloemen te plukken voor een meisje op wie hij verliefd was. Bij terugkomst in het dal overhandigde hij haar de bloemen en won zo haar liefde voor hem. Na enige tijd kwam er een rijke Venetiaanse koopman in het dal die verliefd werd op hetzelfde meisje. Hij schonk haar juwelen en goud. Hij vond dat ook de jager zijn liefde voor het meisje zou moeten bewijzen door haar de schat van Zlatorog te brengen. Als hij dit niet zou doen zou hij de liefde van zijn leven kwijt raken. Wanhopig en boos ging hij nog diezelfde nacht op zoek naar Zlatorog.

Bij het aanbreken van de ochtend zag hij Zlatorog op een hoge rots staan en schoot op hem, maar vergat dat Zlatorog magische krachten had. Op plek waar het bloed naar buiten stroomde bloeiden de meest wonderbaarlijke bloemen. De stervende Zlatorog at de bloemen op en kreeg direct zijn levenskracht terug. Verolgens stormde Zlatorog op de jager af. Vol angst en verblind door de schittering van de gouden horens verloor de jager zijn evenwicht, waardoor hij een ravijn in viel. De Soca-rivier bracht zijn lichaam terug in het dal. In zij handen hield hij een bouquet van Triglav-bloemen.

Uit woede verliet Zlatorog het alpenparadijs en verdween voorgoed. De witte vrouwen besloten hetzelfde te doen en gingen met Zlatorog mee. En zijn schat is in het Triglav-massief verborgen gebleven. slovenija.nl

Ook dit werk is door Rimski-Korsakov bewerkt en later door Walt Disney opgenomen in zijn avondvullende tekenfillm gebaseerd op klassieke werken Fantasia. Disney bleef dicht bij de oorspronkelijke heksendans van Moessorgsky.

De ontwikkeling van de bezetting van het symfonie orkest

Het symfonie orkest zoals we dat nu kennen heeft zijn ontwikkeld in de tijd van de Weense klassieken. Daarvoor hadden muziekensembles geen vaste samenstellingen. In het tijdperk van de barok was er begin van organisatie maar de bezetting was niet gestandaardiseerd.
Rond 1700 krijgen de strijkinstrumenten een permanente plaats, daarnaast worden alle mogelijke combinaties van blaasinstrumenten gevormd.
In de 18e eeuw gaan de strijkers de kern van het orkest vormen. Het basso continuo uit de voorgaande periode verdwijnt. De blaasinstrumenten worden samengesteld in een kernformatie. In de tijd van Haydn bestond een orkest uit ongeveer 25 man.
In de Romantiek worden verschillende instrumenten aan de kernbezetting toegevoegd. De periode van de Laat-Romantiek kent een explosie van instrumentatie tot gigantische proporties. Mahler en Berlioz staan bekend om hun werken voor een kolossale bezetting. Berlioz, Richard Strauss en Rimski-Karsakoff schreven belangrijke boeken over orkest instrumentatie.

Bezetting van het symfonie orkest

Weense Klassieken (WK)
Haydn en Mozart
Romantiek (R)
tot 1850
Laat-Romantiek (LR)
Mahler en later Berlioz
houtblazers
WK
2 fluiten
2 hobo's
2 klarinetten

2 fagotten
R
2 fluiten + 1 picolo
2 hobo's + 1 althobo
2 klarinetten + 1 basklarinet

2 fagotten + 1 contrafagot
LR
4 fluiten + 4 picolo's
4 hobo's + 2 althobo's
6 klarinetten, 1 basklarinet + 1 es-klarinet
4 fagotten + 1 contrafagot
koperblazers
WK
2 hoorns
2 trompetten
 

 
R
4 hoorns
3 trompetten
3 trombones
(tuba)
LR
6 hoorns + 4 hoorns (in die Ferne)
4 trompetten + 4-6 trompetten (in die Ferne)
tuba
slagwerk
WK
geen slagwerk
R
2 pauken
1 bekkens
kleine trom
LR
4 pauken
bekkens + bekkens (in die Ferne)
kleine trom
triangel + triangel (in die Ferne)
grote trom + grote trom (in die Ferne)
klokkenspel
2 tam-tam
xylofoon
cymbalen
tamboerijn buisklokken
toetsinstrumenten
WK
harpsichord
pijporgel
R
geen toetsinstrumenten
LR
piano
celeste
strijkers
WK
12 eerste violen
10 tweede violen
8 altviolen
8 celli
6 bassen
R
14 eerste violen
12 tweede violen
10 altviolen
8 celli
6 bassen
1 harp
LR
16 eerste violen
14 tweede violen
12 altviolen
12 celli
10 bassen
2 harpen

Laat-Romantiek

Gustav Mahler (1860-1911)

Gustave Mahler
bron: upload.wikimedia.org

De symfonieën van Gustav Mahler gaan nog een stap verder dan die van Bruckner. Ze zijn even lang - soms langer - en hebben vaak meer dan vier delen en met een enorme bezetting aan orkestinstrumenten, soms aangevuld met orgel, koor en zangsolisten. Het verschil met Bruckner zijn vooral de heldere duidelijke vormen. Het is "totaal architectuur", een groot huis. Toch is ook Mahler nog schatplichtig aan de Weense Klassieken.
Nog altijd is de Sonatevorm uit de klassieke periode in de 2e helft van de 18e eeuw maatgevend. Er is een duidelijk 1e thema in de hoofdtoonsoort, een 2e thema met een liefelijke expositie en doorwerking in allerlei toonsoorten. In de reprise wordt ook het 2e thema in de hoofdtoonsoort gespeeld, waardoor er voor de toehoorder een 'verzoening' van de twee thema's plaatsvindt.


fig 24.
Gustav Mahler - Symfonie nr 2
Royal Concertgebouw Orchestra
Mariss Jansons, chief-conductor

We luisteren naar Symfonie nr 2 in c klein "Auferstehung (1884) van Gustav Mahler

Première in Verenigde Staten van Symfonie nr 8 (1916)
bron: upload.wikimedia.org

fig 26.
Gustav Mahler - Symfonie nr 8 in Es groot
Los Angeles Philharmonic o.l.v. Gustavo Dudamel

In Mahler's Symfonie nr 8 in Es groot gaat de componist nog verder met de instumentatie. Het werk werd geschreven voor 150 musici en een koor van 850 leden. De bijnaam van het stuk: Symphony der Tausend. Om een indruk te geven van de enorme hoeveelheid uitvoerende staat hieronder een lijst van de instrumentatie:

  • 2 piccolo's en 4 fluiten
  • 4 hobo's en 1 althobo
  • 1 esklarinet, 3 klarinetten in bes en a en 1 basklarinet in bes en a
  • 4 fagotten en 1 contrafagot
  • 8 hoorns in f, 4 trompetten in bes en f. 4 trompetten in f (off-stage), 3 trombones (off-stage) en 1 tuba
  • pauken (2 bespelers), grote trom, 3 bekkens, triangel, tamtam, buisklokken in as en a, klokkenspel
  • Solisten - zang (3 sopranen, 2 alten, een tenor, een bariton, een bas)
  • Koren (jongenskoor, 2 gemengde volwassen koren)
  • celesta, piano, harmonium en orgel
  • 2 of meer harpen, mandoline en violen, altviolen, celli, contrabassen


fig 27.
Gustav Mahler - Der Abschied uit Das Lied der Erde Janet Baker Bavarian Radio Symphony Orchestra Rafael Kubelik, conductor

Mahler schreef graag voor altsolo en orkest. Het laatste deel uit Das Lied von der Erde (Der Abschied) is zijn grootste schepping voor deze combinatie.
We luisteren naar Der Abschied uit Das Lied der Erde van Gustav Mahler


fig 28.
Gustav Mahler -
Das klagende Lied
Märchenkantate für Soli,
Knabenchor,
gemischten Chor,
großes Orchester und Fernorchester.
David Christopher Ragusa Boy Soprano
Marisol Montalvo Soprano
Hedwig Fassbender Mezzo Soprano
Michael Hendick Tenor
Anthony Michaelis Moore Bariton
London Philharmonc Orchestra o.l.v. Vladimir Jurowski

fig 29.
Visuele uitvoering van Das Klagende Lied
in 9 delen

Das klagende Lied is een cantate van Mahler die hij componeerde tussen 1878 en 1880. Het is een van zijn vroegste werken die later door Mahler zelf verschillende keren werden herschreven. Waarschijnlijk is het werk gebaseerd op een combinaties van sprookjes door Ludwig Bechstein en de gebroeders Grimm. Het werk bestond oorspronkelijk uit drie delen:

  • Waldmärchen
  • Der Spielmann
  • Hochzeitsstück
De première vond pas plaats in 1901 nadat Mahler verschillende revisies had doorgevoerd. Deze uitvoering kende slechts twee van de drie delen. Pas in 1969 werd de originele versie met de drie delen ontdekt.

Richard Strauss (1864-1949)

Richard Strauss
bron: upload.wikimedia.org

Straus had een voorliefde voor het symfonisch gedicht. Hij was - net als Mahler - succesvol als dirigent en componist. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld Also sprach Zarathustra naar een werk van Nietzsche, mede door het gebruik van dit werk in 2001: A Space Odessey van Stanley Kubrick. Strauss' werk was voor de Eerste Wereldoorlog zeer geliefd.


fig 31.
Richard Strauss - Also sprach Zarathustra
Staatskapelle Dresden o.l.v. Rudolf Kempe

We luisteren naar het openingsthema uit Also sprach Zarathustra van Richard Straus.


fig 32.
Main Them uit Stanley Kubrick's
2001 A Space Odyssey

We luisteren naar Also sprach Zarathustra in de film 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick

Richard Wagner (1813-1883)

Richard Wagner
bron: upload.wikimedia.org

Wagner is bekend als een van de grootste operacomponisten van de romantiek. Hij schreef de libretti voor zijn opera's zelf. Een titanenprestatie is wel zijn Ring der Nibelungen, een cyclus van vier opera's die een geheel vormen. Het is qua omvang het grootste muzikale stuk ooit geschreven. De invloed van Wagners muziek op de laat-Romantiek is groot.


fig 34.
Richard Wagner - Tristan und Isolde
Acte 3 - Liebestod
Siegfried Jerusalem, Waltraud Meier
Orchester de Bayreuther Festspiele o,l,v, Daniel Barenboim

We luisteren naar het slot van Tristan und Isolde van Richard Wagner
Tristan und Isolde is het mythologische legende die mogelijk teruggaat op een verhaal uit de 7e of 8e eeuw. Het werd als hoofse roman in de middeleeuwen herschreven en verspreid in Europa.

Giuseppe Verdi (1813-1901)

Guiseppe Verdi
bron: upload.wikimedia.org

Naast Wagner was in Italië Giuseppe Verdi een gevierd operacomponist. Verdi schreef meerdere opera's op de werken van William Shakespeare. Daarnaast gebruikte hij verhalen met een hoog melodramatisch gehalte, zoals in onderstaande aria uit Il trovatore. Kenners vinden de opera Falstaff Verdi's beste werk.


fig 36.
Guiseppe Verdi - Il Travatore
Condotta ell'era in ceppi
Violeta Urmana as Azucena
Riccardo Muti conductor. Teatro alla Scala di Milano.

We luisteren naar de aria 'Condoota ell' era in ceppi' uit Il Travotore van Giuseppe Verdi.