De periode van de Late Middeleeuwen loopt van ca. 1300 tot ca. 1500. Scherpe grenzen zijn onmogelijk. De totale periode die wordt aangeduid met Middeleeuwen, beslaat ongeveer 1000 jaar. Binnen deze periode zijn door historici verdere onderverdelingen aangebracht.
De periode, (ca. 450 - ca.1000) na de ondergang van het West-Romeinse Rijk. Na de volksverhuizingen ontstaat onder de Karolingen en de Ottonen het feodale stelsel. Dit stelsel van afhankelijkheden tussen heersers en hun getrouwen wordt de basis voor landen als Engeland, Frankrijk en in zekere zin ook Italië.
Aan het eind van deze periode zien we een opkomst van de steden en de burgers. Deze bevolkingsgroep valt buiten het feodale stelsel, waarin de vazallen een eed van trouw zwoeren aan hun heer. De steden wilden zich loyaal tegenover de heer gedragen en hem steunen, mits zij daarvoor in de plaats stadsrechten en andere privileges verwierven.
Tijdens deze periode is er sprake van een hoogconjunctuur met economische groei. Binnen de landbouw ontstaat technische verbeteringen - het gebruik van een keerblad bij het ploegen, het inspannen van trekdieren - waardoor de opbrengst van de oogsten verbeteren. De verwarming door klimaatsverandering droeg ook bij aan een betere voedselvoorziening. In het westelijk deel van Europa leidt de groei van de bevolking tot ontginning van de woeste gronden.
Ook de veiligheid neemt toe - onderling vetes tussen edelen en hun aanhang verminderen, waardoor er minder chaos is. Door de verbeterde veiligheid neemt de handel weer toe en groeien de steden. Deze groei is vooral merkbaar in Vlaanderen en Noord-Italië. Al in de Romeinse tijd kende Noord-Italië een aantal handelssteden: Florence, Venetië, Urbino, Rome, Salerno, Pisa en Milaan.
Ook cultuur verandert er het nodig, mede onder invloed van de Kruistochten (1099-1291). Het geïsoleerde christelijke Europa herstelde de contacten met het Midden-Oosten.
Het Koninkrijk Jeruzalem was gedurende twee eeuwen het christelijke rijk in Palestina. Er ontstond uitwisseling op cultureel en technisch gebied met de omliggende islamitische landen. De nieuwe kennis vond zijn weg naar westelijk Europa.
Geografische indeling van Europa 1300-1500 | ||
---|---|---|
Scheidslijnen | Oorzaken | landen |
Christelijk West-Europa | geleid door het Christendom van Rome | de landen behorende tot het Rijk van Karel de Grote Scandinavië Koninkrijk der Hongaren Tsjechen, Slowaken en Polen |
Opmerkingen | ||
vorming van landen in West Europa Scandinavische landen na de Vikingen Slavisch volkeren gedeeltelijke bekering onder de Ottonen | ||
Orthodox Oost-Europa | na het Schisma in 1054 als orthodoxe kerk apart verder | landen behorende tot het Byzantijnse Rijk Bulgarije, Servië, Bosnië Roemenië, Kiev en Rusland Anatolië |
Opmerkingen | ||
Constantinopel wordt in 1204 tijdens de 4e kruistocht ingenomen Venetiaanse kruisvaarders. Venetië was in conflict met de Byzantijnse keizer. De stad werd leeggeplunderd en gedurende een halve eeuw vestigde de overwinnaars het Latijnse Keizerrijk onder leiding van Vlaamse gravenhuizen. Dit alles tot woede van paus Innocentius III. Jeruzalem is nooit veroverd en de kruistocht werd afgeblazen. De Byzantijnse keizer was in ballingschap in het keizerrijk van Trebizonde en Pontus langs de zuidkant van de Zwarte Zee. De dynastie van de Palaiologos herstelde het Byzantijnse Keizerrijk in 1261. Na de verovering van Constantinopel door Mehmet II was het Midden-Oosten en Turkije (Anatolië) islamitisch. | ||
Islamitisch Zuid-Europa | Geleid van uit het Midden-Oosten | Midden-Oosten, Krim, Noord-Afrika en het Koninkrijk Granada |
Opmerkingen | ||
De islamieten hadden in de na de dood van Mohammed grote delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika, het Iberisch schiereiland en de eilanden in de Middellandse Zee veroverd (Sicilië) Sicilië was door de Normandiërs heroverd en op het Iberisch schiereiland was alleen het koninkrijk Granada nog in islamistisch handen. In het oosten was ook de Krim bewoond door islamitische Mongolen. |
Rond 1300 telde Europa ongeveer 100 miljoen inwoners. Met de stand van de toenmalige technologische kennis was dit het maximum waarvoor voedselveiligheid kon worden gegarandeerd. Zodra het aantal inwoners boven dit aantal stijgt wordt het kleden en voeden van de bevolking problematisch.
Het gevolg is dat in de 15e eeuw de voedselveiligheid terugloopt. De bevolking wordt slechter gevoed door misoogsten. Tussen 1315-1317 zijn er o.a. in Vlaanderen hongersnoden. De situatie wordt verergert door verkeerd beleid. De middeleeuwse rechten en privileges waren vooral gericht op bepaalde groeperingen die deze voor zichzelf hadden verworven, maar deze privileges golden niet voor iedereen.In Rotterdam was het bestuur van mening dat voor alles een rechtvaardige prijs vast te stellen was. Onrechtvaardig was een prijs als deze te hoog was. Bij te hoge prijzen moest het bestuur ingrijpen en een prijsmaximum instellen, of de export van voedsel reguleren, zodat het voedsel binnen de muren van de stad bleef. Het bestuur reguleerde niet de import, maar handelaren die in andere steden graan wilden kopen werden weggejaagd. Het gevolg was dat er een te kort aan voedsel ontstond en dat verslechterde de situatie. Het gevolg is algehele verzwakking van de bevolking.
De verminderde weerstand van de bevolking van West-Europa leidde tot epidemieën van de zogenaamde builenpest. In Nederland komt deze pest in de 14e eeuw nog niet voor, maar wel in Vlaanderen in Ieper.
De builenpest wordt veroorzaakt door een bacterie. De rattenvlo is de drager. Zijn er te weinig ratten, dan zal de vlo zich ook mensen besmetten.
Het is niet zeker dat de sterfte van de West-Europese bevolking alleen te wijten is aan de builenpest. Mogelijk kunnen ook andere ziekten tot sterfte geleid hebben. Sommige wetenschappers denken o.a. aan ebola-achtige epidemieën. Ongeveer een kwart tot een derde van de Europese bevolking is door de epidemieën gestorven.
De builenpest is geen Europese ziekte, maar kwam in de Oudheid voor in Athene en Rome (onder Marcus Aurelius). Oorspronkelijk komt de ziekte uit Azië. Daar is de verspreiding uit de hand gelopen, omdat tijdens belegeringen door Mongoolse horden de aanvallers de belegerden bestookten met de lijken die gestorven waren aan de pest. Toch is ook dit niet zeker als oorzaak aan
Na het wegebben van de epidemieën zijn er minder mensen in Europa en is er weer voldoende voedsel om de voedselveiligheid te herstellen.
De politieke betekenis van het rijk is afgenomen na het uitsterven van de dynastie van de Hohenstaufen. De laatste keizer Konradijn werd in 1268 in Palermo onthoofd.
Vanaf dat moment kiezen de Duitse keurvorsten ervoor om zwakkere personen tot keizer uit te roepen. Ze kiezen o.a. de hertog van Brabant, die voor de eer bedankt. Daardoor wordt Willem II, graaf van Holland genomineerd. Deze sneuvelt bij Hoogwoud in West-Friesland. De keizerskroon is zelfs even in handen geweest van Adolf van Nassau, een voorvader van Willem van Oranje. Uiteindelijk komt de kroon in handen van Rudolf van Habsburg. Hij is de stichter van de Habsburgse dynastie en het Habsburgse Rijk.
Oorspronkelijk was het zo dat als een dynastie uitstierf het leen terug kwam aan de keizer. Deze kon het leen zelf houden of het opnieuw belenen. De keizer wordt gekozen door de keurvorsten van de Duitse vorstendommen. De Habsburgers is het gelukt om in vier keurvorstendommen een gelieerde dynastie te vestigen, waardoor de keizerstitel erfelijk werd. Dit was het geval in Oostenrijk, Tsjechië en Slovenië en Kroatië.
Het Keizerrijk is in latere tijden meer ene meer een lege huls. Wel worden er nog Rijksdagen gehouden in Regensburg, waar ook de Hoge Raad (gerechtshof) voor het hele rijk gevestigd is.
De belangrijkste grote vorstendommen zijn: Saksen en Beieren. Daarnaast berust de macht bij de bisdommen van o.a. Keulen en Brandenburg. De keizer steunt ook om een duizendtal vrijheren en tientallen vrije rijksteden. Nog altijd zijn Hamburg en Bremen vrije rijkssteden.Orthodoxe koninkrijken en vorstendommen in Servië, Bulgarije en Roemenië.
Hongarije is Rooms-Katholiek. De koning heeft de kroon uit handen van de paus gekregen. Het Koninkrijk Hongarije omvat ook een deel van Kroatië en Slowakije. Er is een Rijksdag van Magnaten, die in het Latijn vergaderen.
Polen is een Rooms-Katholiek koninkrijk met een Rijksdag. Niet alleen erfelijk koningshuis, ook gekozen koningen door de hoge adel. Ook de Oekranië behoort tot het koninkrijk. Het land is geassocieerd met Rome, maar het is de priesters toegestaan om een eigen liturgie gebruiken en de mis op te dragen in het Slavisch.
Door huwelijk met de dochter van het Litouwse vorstenhuis komt ook Litouwen bij Polen.
Voor een volledig overzicht van de ontwikkeling op de balkan zie: Oosteuropese Geschiedenis (www.eliznik.org.uk)De landen Zweden, waartoe ook Finland behoorde, Denemarken en Noorwegen vormen bij de Unie van Kalmar een koninkrijk. Zweden maakt zich los van dit verbond en heeft steeds aan het gebied van Denemarken geknabbeld. Denemarken en Noorwegen zijn tot na de Napoleontische tijd een koninkrijk.
Schotland is een Keltisch koninkrijk. Een ruig gebied, waarvan de bewoners wel tot het Christendom zijn bekeerd. Er is een opstandige adel en een koning die voortdurend langs de grens met Engeland in conflict zijn.
Ierland bestaat uit een groot aantal verdeelde counties. Er is een High King. In de 12e eeuw verwerft de koning van Engeland het gebied rond Dublin. In latere eeuwen wordt dat gebied steeds verder uitgebreid.
Jan I moet concessies doen om zijn macht te behouden. Deze concessies zijn vastgelegd in de Magna Charta. De koning moet voortaan de macht delen met de adel. Hieruit is de Engelse "Rijksdag" het parlement ontstaan. De Engelse koningen waren ook nog heersers in Frankrijk, o.a. in Normandië.
Het Iberisch schiereiland is een verdeeld continent. In de 10e eeuw is het emiraat van Cordoba gesticht door de dynastie van Omayyaden. Oorspronkelijk was Damascus de hoofdstad van de dynastie der Omayyaden, maar na de opkomst der Abbasiden zijn de Omayyaden gevlucht naar Spanje. Het emiraat is in latere eeuwen uiteengevallen in kleine rijkjes. De christelijke vorsten maakten gebruik van die onderling strijdende rijkjes om hun gebied uit te breiden. Uiteindelijk is alleen het Koninkrijk Granada overgebleven.
Daarnaast waren er vier christelijke rijken ontstaan:
Aragon ontpopt zich tot zeemacht met als basis Catalonië met Barcelona als uitvalsbasis. Ze ontwikkelen zich tot een handelsrijk en veroveren Sardinë, Napels en Sicilië.
De opvolgers van Lodewijk de Heilige (kreeg zijn bijnaam door deelname aan een kruistocht; sneuvelde in Tunesië) ontwikkelen een drang om het rijk naar het zuiden uit te breiden. De Katharen worden uitgeroeid en de Franse koning is dominant in Noord-Italië
De Franse koningen bereiken dit door:De verhouding tussen Frankrijk en Engeland verslechtert onder Philip de Schone (1268-1314). Er zijn conflicten over de aanspraken van Engeland op het vasteland van Europa. Door de vele conflicten verkeert de koning in geldnood. Daarop besluit Philip om belasting te heffen op de goederen die tot de geestelijkheid behoren. Deze waren vrijgesteld van belasting. De geestelijkheid protesteert bij paus Bonifatius VIII die de Franse geestelijkheid in het gelijk stelt. Philip verbiedt dan de uitvoer van goud en zilver naar Rome en wijst de gezanten en geldinzamelaars van de paus uit. Bonifatius vaardigt een pauselijke bul uit waarin hij de geestelijk macht (de paus) stelt boven de wereldlijke macht (de koning) Vertrouwelingen van de Franse koning en vijanden van Bonifatius dwingen de paus in Rome tot aftreden. Als Bonifatius een paar weken later overlijdt, is dat voor de Franse Koning de aanleiding om zijn invloed op de pauskeuze te versterken.
Onder druk van de Philips IV zetelt paus (Clemens V - aartsbisschop van Bordeaux) vanaf 1309 niet meer in Rome, maar in het Franse Avignon. Tot 1377/78 verblijven de pausen in Avignon.
Dankzij de inspanningen van Catharina van Siena keert de paus terug naar Rome, na een situatie waarin er zelf drie pausen zijn.
Meer en meer probeert het Franse vorstenhuis zijn macht te vergroten ten koste van de adel.
De Honderd-jarige oorlog is een van een langdurige reeks van oorlogen, burgeroorlogen, en boerenopstanden. Het gaat vooral om het verwerven van de hegemonie in het noordwestelijk deel van Europa. De machtsverhoudingen tussen Engeland en Frankrijk worden in aanloop naar deze periode steeds verder op scherp gesteld.
Beide landen claimen de rechtmatige machthebber op het vasteland van Europa en de troon van Frankrijk te zijn, een gevolg van een dynastiek huwelijk, waarbij de Franse en Engelse dynastieën betrokken zijn.
Tijdlijn Honderd-jarige oorlog | |
---|---|
Jaartal | Gebeurtenissen |
1259 | Een eerste reeks van strubbelingen tussen het huis van Capet en het huis van de Plantagenets ten einde. Lodewijk IX van Frankrijk en Henry III van Engeland sluiten de Vrede van Parijs, waarbij Henry akkoord gaat met het verlies van het hertogdom Normandië. Hij behoudt de titel van hertog van Aquitanië met een deel van de landen in het gebied en Gascogne, maar hij met de Franse koning als zijn leenheer erkennen. |
1308 | Isabella van Frankrijk, de jongste dochter van Philips IV van Frankrijk trouwt met Edward II Koning van Engeland |
1314 | Philips IV sterft en wordt opgevolgd door zijn zoon, Lodewijk X, die bij zijn dood, de troon van Frankrijk overdraagt aan zijn broer, Philips V, in plaats van Lodewijk's dochter, Johanna van Navarra. Ook Philip V laat bij zijn dood alleen dochters achter en de troon komt in handen van de laatste zoon van Philips IV, Charles IV. Ook hij laat slechts een aantal dochters achter die niet voor opvolging in aanmerking komen. Met zijn dood sterft het huis van Capet uit. Zijn zuster Isabella eist de Franse troon voor haar zoon Edward III. Hij is, volgens haar, de naaste levende verwant van Charles I. De Franse edelen steunen echter Philips VI uit het huis van Valois, die volgens de Salische Wet in een ononderbroken mannelijke lijn de rechtmatige opvolger zou zijn. Edward III komt op de troon van Engeland en erkent in Philips VI zijn leenheer van Guyenne (Aquitanië). |
1337 | Als Philips VI Edwards's aanspraken dreigt te herroepen, stuurt Edward een troepenmacht naar zijn overzeese gebieden. |
1341 | de Bretonse Successieoorlog breekt uit. Edward steunt John van Montfort, de halfbroer van de overleden Jan III hertog van Bretagne. Philips VI steunt de aanspraken van Charels de Blois, die volgens de Salische Wet de meest aanspraak maakte op het hertogdom. |
1346 | Edward III verslaat Philips VI bij Crécy De Engelsen bezetten Calais en verjagen alle Franse burgers (Rodin's - Burgers van Calais). |
1350 | Philips VI en wordt opgevolgd door zijn zoon Jan II de Goede. |
1356 | Jan probeert, net als zijn vader zijn gebied in Aquitanië uit te breiden, maar wordt door de zoon van Edward III, de Zwarte Prins, bij Maupertuis verslagen en zelfs gevankelijk naar Londen gebracht. Bij de Overeenkomst van Brètigny wordt Edward III herstelt als soeverein in Aquitanië, in ruil voor afstand van zijn claim op de Franse troon. De Zwarte Prins wordt hertog van Aquitanië en Jan II van Frankrijk komt vrij tegen betaling van een losgeld. Hiermee eindigt de eerste fase van de Honderd-jarige oorlog, ook wel de oorlog van Edward genoemd. |
1364 | Bretonse Successieoorlog komt ten einde met de dood van Charles de Blois. Jan van Montfort wordt leenman van de Franse koning en hertog van Bretagne, maar sympathiseert met de Engelsen. Jan II wordt bij zijn dood in 1364 opgevolgd door zijn zoon Charles V. |
1376 | Dood van Edward, prins van Wales, de Zwarte Prins. |
1377 | Dood van Edward III.Richard II, de kleinzoon van Edward III, op de troon. Hij komt zijn bondgenoot de hertog van Bretagne te hulp |
1381 | Jan van Montfort erkent het regime van Charles VI als legitieme koning van Frankrijk. |
1415 | Na een periode van relatieve rust laait de oorlog weer op als Henry V uit het huis Lancaster in Normandië landt en de Fransen bijna verslaat in de Slag bij Agincourt. Henry verovert Harfleur, Caen en Rouen en heeft daarmee Normandië in handen. Het Franse hertogdom Bourgondië wordt een bondgenoot van de Engelsen. Henry V en Charles VI sluiten vrede en Henry trouwt met de dochter van Charles VI. Hun zoon, zal beide koninkrijken erven. De Dauphin, Charles VII, werd door zijn ouders als bastaard bestempeld. |
1422 | Henry V, als Charles VI overlijden en de jonge Henry VI, nog geen jaar oud, wordt gekroond tot koning van Engeland en Frankrijk. Charles VII geeft zijn aanspraken op de Franse troon niet op. |
1428 | de Engelsen belegeren Orléans |
1429 | Jean d'Arc doorbreekt de belegering en brengt de Dauphin, Charles VII, naar Reims, waar hij tot koning van Frankrijk wordt gekroond. |
1430 | Jean d'Arc wordt door de Bourgondiërs aan de Engelsen uitgeleverd en terechtgesteld. |
1435 | De hertog van Bourgondië loopt over naar Franse zijde. |
1449 | de Fransen veroveren Rouen |
1450 | de Engelsen worden verslagen in de Slag bij Formigny en de Fransen veroveren Cherbourg. |
1451 | Bordeaux en Bayonne vallen in Franse handen. |
1453 | Met de Slag van Castillon komt een einde aan de hegemonie van Engeland op het vasteland van Europa. Slechts Calais blijft nog Engels bezit tot 1558. |
De Honderdjarige Oorlog onderbreekt de machtsuitbreiding van het Franse vorstenhuis. De dynastie van de Capetingen sterft uit met de zoon van Philip de Schone. De macht gaat over in handen van het huis van Valois. De troonswisseling leidt tot conflicten over de legitimiteit van de nieuwe machthebbers en de aanspraken van de Engelse koning Edward III.
Na 100 jaar strijd is Engeland uit Frankrijk verdreven en heeft het alleen Calais nog over als gebied op het Europese vasteland.
Er vallen tijdens deze oorlog heel veel slachtoffers, ook al omdat er tijdens de oorlog andere kleinere oorlogen worden uitgevochten. Het lukt Jean d'Arc om de Franse kroon te herstellen, maar de Franse machtsambities zijn zeer duidelijke geremd.
Het huis van Valois is het nieuwe koningshuis in Frankrijk. Door de oorlog heerst er chaos. De koning benoemde zijn jongste zoon Philip II de Stoute tot hertog van Bourgondië. Philips kiest Dyon tot hoofdstad van zijn hertogdom. Hij trouwt met de erfdochter van Vlaanderen: Margaretha van Male, erfgename van de Comté. Zijn zoon Jan zonder Vrees en zijn kleinzoon Philips III de Goede vormen een bondgenootschap met de Engelse koningen tegen het Franse vorstenhuis. Het hof van Bourgondië groeit in macht en aanzien en wordt het cultuurcentrum van Europa.
Philips de Goede stimuleert de traditie en levensstijl van de verschillende gebieden. Hij betrekt het volk bij zijn grandeur en formaliseert de statenvergaderingen, waarin adel, steden en geestelijkheid de bede vaststellen voor de heer. Dit is de ontwikkeling van de Staten-Generaal. Hij heeft een grootst ideaal: de verovering van Jeruzalem. Ook is hij de oprichter van de Orde van het Gulden Vlies; een ridderorde die tot 1918 heeft bestaan. De vertrouwelingen van de hertog kregen deze titel en werden zijn informanten. Philips was een beschermer van kunst en cultuur.
Als in 1345 Graaf Willem IV kinderloos sterft, geeft de keizer, Lodewijk van Beieren zijn vrouw Margaretha van Henegouwen, zuster van Willem IV, de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen als leen. Holland en Zeeland zijn een zwaardlenen en mogen alleen beleend worden in de mannelijke lijn. Willem V, de zoon van Margaretha, wordt erkent als graaf van Holland door Jan I van Egmont en Gerard van Heemskerk, Jan IV van Arkel en Gijsbrecht II van Nijenrode. Zij noemden zich de Kabeljauwen. Ook steden als Delft sloten zich bij de Kabeljauwen aan. Margaretha werd gesteund door een tegenverbond: de Hoeken, bestaande uit de adellijke familie van Wassenaar, Polanen, Brederode, Kralingen en Raaphorst. In latere jaren ontstonden nieuwe schermutselingen toen Jacoba van Beieren als erfdochter van graaf Willem VI, gravin van Holland en Zeeland werd.
De Ghibelijnen steunden in Noord-Italië de keizers uit het huis Hohenstaufen. De Guelfen steunden de paus. Een aantal steden spraken zich uit voor een bepaalde partij, maar de scheidslijn was niet altijd even sterk. In Florence splitste de Guelfen zich op in de factie van de Witte Guelfen, die op de hand van de keizer waren en de Zwarte Guelfen die de paus steunden. Afhankelijk van welke groepering de overhand had, werden tegenstanders uit de stad verbannen. Een bekend voorbeeld is Dante Allighieri, die tot de Witte Guelfen behoorde en 1303 verbannen uit Florence.
De Bourguignons waren aanhangers van de hertogen van Bourgondië. De Armagnacs steunden de Dauphins. De groeperingen ontstonden tijdens het bewind van Filips de Stoute. De onderlinge strijd was het hevigst tijdens de regering van Charles IV, toen deze waanzinnig was geworden. Over en weer werden aanslagen gepleegd.
Belangen waren verbonden door een eed van trouw en ging voornamelijk over wie de legitieme heerser is. Hierdoor ontstaat een kloof tussen groeperingen. De partijkeuze gaat over van vader op zoon en kan worden vergeleken met de maffia.
Bekend uit Frankrijk is de opstand van de Franse boeren tegen de adel: Jacquerie. De boeren waren ontevreden met de situatie en wilden de juiste situatie herstellen, wat vooral te maken had met de prijs van brood. Belangrijk is dat het beeld van de werkelijkheid niet lijkt op het ideaal. Dergelijke opstanden werden hard neergeslagen.
Inwoners van Kennemerland en West-Friesland kwamen in opstand tegen Jan van Egmont. Aanleiding van de verhoging van een belasting, maar net als bij de Jacquerie was de dieperliggende oorzaak: voedselschaarste en gebrek.
Tijdens de Honderd-jarige oorlog (en ook al daarvoor) kwamen steden in Vlaanderen in opstand tegen belastingmaatregelen en inmenging in het stadsbestuur door de adel. Ook hier speelde de slechte situatie waarin de boeren zich bevonden een grote rol.
Belangrijk is hier de theorie van Thomas van Aquino. Hij stelde in Summa Theologica De Regno dat koningen en graven als doel hadden zich te gedragen als goede christenen. Als een vorst dat niet doet, zijn de onderdanen gerechtigd om in opstand te komen en de macht van de koning uit te dagen, omdat koning (heerser) het contract met God niet goed uitvoert.