Duizend jaar Europa V (1800-1900)- 6 februari 2017

Negentiende eeuw (1800-1900)
Algemene Geschiedenis

Verslag 2e hoorcollege - semester 5

Inleiding

In aanvulling op het 1e college over de slavernij is het belangrijk om te weten dat al in de 17e eeuw Duitse en Nederlands emigranten protesteerden tegen de slavernij. Historisch economisch onderzoek heeft aangetoond dat de stelling dat arbeid verricht in loondienst een hoger productie opbrengst leverde, dan arbeid verricht door slaven, niet echt houdbaar is. Deze onderzoeken, bekend als cliometrie, hebben echter aangetoond dat plantages waar slaven arbeid verrichten, heeft efficiënt waren.
Ook in Europa was er aversie tegen slavernij. Hier richtten de protesten zich op de lijfeigenschap, zoals dat in Rusland van de 19e eeuw nog bestond. Deze vorm van slavernij is niet te vergelijken met de verkoop van slaven, o.a. via de slavenmarkten in Istanboel. De Russische lijfeigenen waren verbonden met de grond en de boerderij waarop ze werken. Ze waren bezit van de landeigenaar en mochten de grond of de boerderij niet verlaten. In het middeleeuwse Europa was deze vorm van slavernij tijdens het feodale regime ook gemeengoed.
Orlando Figes heeft het Russische lijfeigenschap opgevoerd in zijn romen: Natasja's dans.

Het revolutiejaar 1848

Europa in 1848
bron: grial4.usal.es

Het jaar 1848 wordt door historici wel gezien als een cesuur in de 19e eeuw. De in 1848 revoluties hadden grote gevolgen voor Europa, zowel op politiek, als op sociaal-economisch vlak. In de vaderlandse geschiedenis is 1848 vooral bekend als het jaar van de grondwet van Thorbecke, die politieke hervormingen van Nederland tot gevolg had.

Achtergronden

Na de opstanden van 1830 bleef het gisten onder de gegoede burgerij en de elite in Europa. Belangrijkste grieven hadden betrekking op het gebrek aan invloed van de burgers op het autoritaire systeem. Daarnaast leefde onder de burgerij van o.a. Duitsland, Italië en Ierland de gedachten, dat het volk recht had op een eigen staat. Er is dus sprake van een opkomend nationalisme onder de elite.

Ierse emigranten Standbeeldje in Cork
eigen opname

De jaren 40 van de 19e eeuw werden gekenmerkt door verschillende crises. Tussen 1845 en 1850 mislukten in grote delen van Europa de aardappeloogsten door aardappelziekten. Het ergst was dit in Ierland, waar door de Engelse landeigenaren maatregelen werden genomen, die de hongersnood voor de Ieren alleen maar vergroten. Door de verzwakking van de bevolking braken er diverse epidemieën uit. De helft van de Ierse plattelandsbevolking is in deze periode naar de Verenigde Staten geëmigreerd.
Ook in Nederland was sprake van voedseloproer door mislukte oogsten van aardappelen en rogge. In Friesland en Groningen kwam het tot rellen, waarbij de plaatselijk autoriteiten het leger inzetten om de orde te herstellen met verschillende doden tot gevolg. Aanleiding in Friesland was het transport van een deel van aardappeloogst naar Engeland.
Er was in heel Europa veel social onrust, veroorzaakt door de misoogsten, de armoede en de hoge voedselprijzen. Sociale onrust is een goed ontvlambaar mengsel voor revolutie.
Tevens was er in 1847 een financiële crisis door het instorten van de waarde van beleggingen in spoorwegen. Deze crisis was van een omvang vergelijkbaar met de internetbubbel van 2000. Het veroorzaakte veel onrust binnen de financiële wereld.

Feuilleton uit La Presse van 4 januari 1848 door Alexander Dumas
bron: La Presse 1836-1935 via Gallica

In januari/februari 1848 brak in Napels in het Koninkrijk der beide Siciliën een opstand uit. De onrust sloeg over naar Parijs, waar de bourgeoisie ontevreden was met de regering van koning Louis-Philippe. De koning bezat weinig moreel gezag en ondervond vooral veel oppositie van de pers.
Emile de Girardin was de oprichter van La Presse. Hij liet zijn krant verkopen tegen een hele lage prijs. Inkomsten verkreeg hij voornamelijk door het aantrekken van adverteerders. De oplage van La Presse stegen ook nog eens doordat op de voorpagina een dagelijkse feuilleton werd gepubliceerd.
De feuilleton was ook in Engelse kranten bekend. Daar waren vooral Charles Dickens en William Thackeray bekend als auteurs. De Engelse feuilletons verschenen wekelijks. Na afloop van het verhaal was het mogelijk om alle afleveringen in een speciaal bandje te verzamelen.

De Franse schrijver Eugene Sue was vooral populair door de sociale inslag van zijn werken, die bijdroegen aan de revolutionaire stemming. Bekend van hem zijn De Verborgenheden van Parijs en De Wandelende Jood. Beide werken werden als feuilleton gebracht en beschreven het dagelijks leven van de onderste lagen van de bevolking van Parijs. Het was een aanklacht tegen armoede en ellende. De romans choqueerden de lezers.
In Parijs kwam het al in februari 1848 tot onlusten nadat een bijeenkomst van de republikeinse factie was verboden.

De onlusten sloegen over naar Duitsland en Italië, waar het volksopstanden werden. In Nederland was er een opstand in Amsterdam. In maart vond op de Dam een oproer plaats. Er werden strooibiljetten uitgedeeld die de Amsterdamse werklieden opriepen om rond het middaguur massaal naar de Dam te komen. Door baldadigheid liep het uit op schermutselingen met de politie. Na oproep van de burgemeester verliep het opstootje en gingen de aanwezigen terug naar huis.

Mozaïk van een bijeenkomst van Chartisten in Newport, waarbij in 1859 tientallen doden vielen
bron: farm3.static.flickr.com

In Engeland waren het de Chartisten die veranderingen wilden. Ze stelden een handvest samen, waarin ze pleitten voor algemeen kiesrecht voor alle mannen boven 21 jaar. Het kiesrecht was in Engeland voorbehouden aan zo'n 800.000 mannen, terwijl de mannelijke bevolking de 6 miljoen overschreed. Ze dienden verschillende petities in, die alle in het parlement ongeldig werden verklaard. Ook al bleven de Chartisten nog lang actief, in de tweede helft van de 19e eeuw hadden hun activiteiten aan kracht ingeboet.

De sociale onrust vond ook een oorzaak in de manier waarop na de Franse Revolutie werd aangekeken tegen armoede. In de middeleeuwen was armoede een maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel. Het maakte deel uit van de schepping en de wereld zoals God die had bedoeld. Er waren rijken en er waren armen, en het was aan de rijken om hun rijkdom te delen met hen die het minder hadden. Op die manier konden de rijken werken aan hun zielenheil. Zo ontstond liefdadigheid (charitas), als een van de zeven deugden en onderdeel van de werken van barmhartigheid.
Tijdens de Verlichting ondergaat het standpunt ten aanzien van armoede een drastische wijziging. Armen kunnen hun armoede verlichten door te gaan werken en geld te gaan verdienen. De maatschappij ondergaat een sociale hervorming. Niet langer worden de armen vanuit de liefdadigheidsgedachte ondersteunt, maar men gaat de armen heropvoeden en met strenge hand. In gevangenissen en werkhuizen werden armen te werk gesteld door middel van dwangarbeid: ledigheid is des duivels oorkussen was het motto.

Oscar Wilde
bron: upload.wikimedia.org

De Engelse schrijver Oscar Wilde heeft het regime in de Engelse gevangenissen aan den lijve ondervonden na zijn veroordeling voor homoseksualiteit. Hij schreef tijdens zijn gevangenschap een aantal brieven (later gezamenlijk uitgegeven onder de titel De Profundis) over het leven in de gevangenis aan zijn literaire executeur Robert Ross.
Zie voor de Nederlandse vertaling: De Profundis door Oscar Wilde op gutenberg.org

De tewerkstelling van armen kenden voor- en tegenstanders. In Frankrijk was de journalist en politicus Louis Blanc een voorstander van de tewerkstelling. Hij zag de arbeid niet als een straf, maar als een mogelijkheid voor de arbeider om zich te ontplooien. Hij was een fel verdediger van het recht op arbeid. Zijn tijdgenoot Karl Marx schreef samen met Friedrich Engels het Communistisch Manifest met de klassieke beginwoorden: Er waart een spook door Europa ... Dit pamflet bevatte een uiteenzetting over economie, klassenstrijd en revolutie.

Het verdere verloop van de revolutie

In Frankrijk vlucht Louis-Philippe en wordt de Tweede Republiek uitgeroepen met een voorlopige regering. De voorlopige regering van Frankrijk is voor het afschaffen van de werkverschaffing. Er ontstaat een tweede revolutiegolf die hardhandig wordt neergeslagen.

Paus Pius IX
bron: upload.wikimedia.org

In Italië komt het tot revolutie in de Kerkelijke Staat. Paus Pius IX ziet zich eveneens genoodzaakt om Rome te ontvluchten. De koning van Piemonte/Sardinië wil Milaan en Venetië bevrijden van de Oostenrijkse overheersing. Het koninkrijk Piemonte verklaart Oostenrijk/Hongarije de oorlog en hoopt op een overwinning, zodat Milaan en Venetië bevrijd kunnen worden. Het leger van koning Karel Albert verliest de oorlog in een veldslag tegen de Oostenrijker onder leiding van generaal Radetzky.
In Oostenrijk treedt Von Metternich af en verdwijnt van het politieke toneel.
In Hongarije komt het in Boedapest tot revolutie. De opstandelingen keren zich tegen de overheersing van het Keizerrijk Oostenrijk in een streven naar meer autonomie. Het antirevolutionaire systeem van het Congres van Wenen stort in.
In Duitsland blijven de vorstendommen bestaan, maar de heersers moeten toestaan dat voor de Duitse Bond een grondwet wordt aangenomen en een parlement voor heel Duitsland wordt geïnstaleerd. Het uiteindelijk doel is een verenigd Duitsland met algemeen mannenkiesrecht.
Het Duitse parlement is geen eenheid. De leden krijgen te maken met allerlei conflicten en vragen. Wat is Duitsland? Hoort Oostenrijk bij Duitsland? Pruisen, het grootste vorstendom, heeft in het oosten te maken met een Poolse minderheid. Horen die Polen ook bij Duitsland?
Dit soort conflicten en vragen leven in alle nieuwe Europese volksvertegenwoordigingen. In Oostenrijk, dat ook Hongarije omvat, rijst de vraag of Tsjechië bij Oostenrijk hoort. In het Hongaarse deel leeft de wens tot autonomie, maar tot Hongarije behoren ook Slowakije, Servië en Kroatië.
Een bijzondere anekdote zijn de verkiezingen in Limburg. Limburg is op dat moment een deel van de Duitse Bond. De bevolking van Limburg kiest een aantal kiesmannen en zij kiezen de drie afgevaardigden voor het Duitse parlement. Deze parlementsleden dienen een motie in waarin de wens wordt uitgesproken, dat Limburg een deel van Duitsland blijft.

Einde van de revolutionaire bewegingen

Felix zu Schwarzenberg
bron: upload.wikimedia.org

In Oostenrijk treed Keizer Ferdinand af en wordt opgevolgd door zijn neef Frans-Jozef. De revolutie in Hongarije werd met behulp van de Russische tsaar neergeslagen. In Oostenrijk kwam een gecentraliseerd bestuur vanuit Wenen geleid door een van Frans-Jozef's adviseurs, Felix, vorst zu Schwarzenberg. Hij vestigde een neo-absolutisch regime in de Oostenrijkse dubbelmonarchie.

Tsaar Nicolaas I
bron: upload.wikimedia.org

In Rusland regeerde tsaar Nicolaas I. Deze zeer reactionaire vorst was fel gekant tegen de aanleg van spoorwegen in Rusland. Volgens hem stelden de spoorwegen het volk in staat om revolutie te brengen. In het Russische deel van Polen sloeg hij met harde hand de revolutie neer. Ook steunde hij Oostenrijk tegen de revolutionairen in Hongarije en Kroatië, waar de Ban (koning) van Kroatië de overheersing door de Hongaren vreesde.

Koning Frederik-Willem IV van Pruisen
bron: wikimedia

In Duitsland was het in Frankfurt gevestigde Duitse parlement een chaos en verloor het instituut aan gezag. De vorsten herwinnen hun gezag en de koning van Pruisen, Frederik-Willem IV liet de revolutie neerslaan. Het parlement bood hem uit dankbaarheid voor de herstelde orde de keizerskroon aan over Duitsland. Frederik-Willem IV weigerde de kroon te aanvaarden. Hij wilde geen-kroon-uit-de-goot aangeboden krijgen.

Keizer Napoleon III
bron: upload.wikimedia.org

In Frankrijk werden presidentsverkiezingen gehouden. Charles-Louis-Napoleon, de zoon van Lodewijk Napoleon en neef van de voormalige Franse Keizer Napoleon Bonaparte, stelde zich kandidaat en won de presidentsverkiezingen. Hij was iemand die we nu een populist zouden noemen. Als president kwam hij in conflict met het volksparlement, toen hij de grondwet wilde wijzigen, zodat hij kon worden herverkozen. In 1851 pleegde hij een nieuwe staatsgreep en benoemde zichzelf tot prins-president. Door middel van plebiscieten liet hij zich door het volk tot Keizer uitroepen. In 1852 begin het Tweede Keizerrijk in Frankrijk.

Nadat de rook van de verschillende revolutionaire beweging is opgetrokken, lijkt het alsof de oude orde van het Congres van Wenen is hersteld. Er zijn wel hervormingen gekomen, maar in de hoofden van de verschillende volkeren blijven de liberale en nationalistische ideeën hangen. In de verschillende landen van Europa beginnen politici met het versterken van hun positie om een volgende revolutie voor te zijn.

De Krimoorlog 1853-1856

De Krimoorlog 1853-1856
bron: cultuurgeschiedenis.be

Tsaar Nicolaas I was er zeer op gebrand om Istanboel/Constantinopel en Jeruzalem te veroveren. De tsaar zag zichzelf als de beschermer van alle christenen. Dit was tegen de zin van keizer Napoleon III die de belangen van de Rooms-Katholieke kerk wilde verdedigen.

De tsaar wilde de Roemeense en Bulgaarse vorsten losmaken van het verzwakte Ottomaanse Rijk en zodoende een Russische invloedssfeer op de Balkan veroveren. Dit was tegen de oude afspraken van het Congres van Wenen. Engeland en Frankrijk (onder Napoleon III) verzetten zich tegen de tsaristische expansiedrift en schoten de Verheven Porte te hulp. Ook het koninkrijk van Piemonte/Sardinië, waar Cavour premier was geworden schaarde zich achter de alliantie, voornamelijk om de eigen positie in Italië te verbeteren en de oude idealen van een verenigd Italië te bevorderen.

De Krimoorlog was de 1e moderne oorlog door de technologische ontwikkelingen op strategisch gebied. Daarnaast is de Krimoorlog bekend door de Engelse verpleegkundige Florence Nightingale die zich het lot van de gewonde soldaten van beide partijen aantrok en op de Krim hulp verleende. Zij is de grondlegster van de moderne verpleegkunde. Een derde moderne ontwikkeling was de inzet van de eerste oorlogcorrespondenten waardoor de ontwikkeling en de verschrikkingen van de strijd via de kranten bij de bevolking van Europa bekend werd.

In 1855 stierf Nicolaas I en werd opgevolgd door Alexander II die inzag dat hij de oorlog niet kon winnen, maar hem ook niet wilde verliezen. Hij ging akkoord met een vredesvoorstel van Napoleon III en in 1856 werd de Vrede van Parijs getekend.Daarmee waren de oude verhoudingen in Europa weer hersteld.

De tweede helft van de 19e eeuw

De eenwording van Italië

Risorgimento of de unificatie van Italië
bron: www.age-of-the-sage.org

In Piemonte/Sardinië werkte Cavour aan de eenwording (risorgimento=herrijzing) van Italië. Hij vond in 1859 in zijn conflict met Oostenrijk over Milaan en Venetië een bondgenoot in Keizer Napoleon III. Samen met de Fransen versloeg het leger van Piemonte de Oostenrijker in de Slag van Solferino. Deze veldslag was de aanleiding tot oprichting van het Rode Kruis.

Oostenrijk verloor Milaan aan Piëmonte/Sardinië en Cavour vormde het koninkrijk Noord-Italië. In 1860 sloten andere regio's na plebiscieten zich aan bij het nieuwe koninkrijk. In Zuid-Italië ontstonden opstanden onder leiding van Garibaldi, die met een opstandelingenmilitie het koninkrijk der beide Siciliën binnen was gevallen. Koning Victor-Emmanuel II viel de Kerkelijke Staat binnen en trok op naar Rome, waar Napoleon III, onder druk van de katholieken in Frankrijk, de regio Latium verdedigde.

Standbeeld van koning Victor-Emmanuel II in Rome
bron: eigen opname

In 1861 werd een parlement samengesteld dat de proclamatie uitgaf waarin het koninkrijk Italië werd uitgeroepen. Rome moest de toekomstige hoofdstad worden. Garibaldi trok in 1862 met zijn Roodhemden naar Rome op, maar de zuidelijke opstandelingen werden door het leger van Victor-Emmanuel II verslagen. Florence werd de tijdelijke hoofdstad; Rome bleef buiten het koninkrijk onder pauselijk gezag. Pas in 1870 tijdens de Franse-Pruisische (Duitse) oorlog konden de Italianen Rome binnentrekken. De paus kreeg het Vaticaan als verblijfplaats toegewezen. Dit was het begin van de Romeinse kwestie, die pas in 1929 door Mussolini werd opgelost met het Verdrag van Lateranen, waarbij Vaticaanstad een onafhankelijk staatje werd met de paus als leider.

Het koninkrijk Pruisen

Otto von Bismarck
bron: upload.wikimedia.org

In Pruisen werd Otto von Bismarck door koning Wilhem I van Pruisen benoemd tot minister-president. Net als Cavour in Italië stond Bismarck maar één doel voor ogen: de eenwording van de Duitse vorstendommen. Bismarck was een patriarch en zeer conservatief. Toch kwam hij in contact met Ferdinand Lasalle, een sociaal bewogen politieke activist. Beide mannen konden goed met elkaar opschieten wat blijkt uit een verklaring die Bismarck in 1878 in Rijksdag aflegde over zijn relatie met Lasalle:

I saw him, and since my first conversation I have never regretted doing so. ...I saw him perhaps three or four times altogether. There was never the possibility of our talks taking the form of political negotiations. What could Lassalle have offered me? He had nothing behind him.... But he attracted me as an individual. He was one of the most intelligent and likable men I had ever come across. He was very ambitious and by no means a republican. He was very much a nationalist and a monarchist. His ideal was the German Empire, and here was our point of contact. As I have said he was ambitious, on a large scale, and there is perhaps room for doubt as to whether, in his eyes, the German Empire ultimately entailed the Hohenzollern or the Lassalle dynasty.... Our talks lasted for hours and I was always sorry when they came to an end. Wikipedia - uit Footman, David, The Primrose Path: A Biography of Ferdinand Lassalle,

Bismarck wist de media te mobiliseren voor zijn eenwordingspolitiek. Journalisten van verschillende kranten werd gevraagd om reportages over het koninkrijk Pruisen en zijn minister-president Bismarck in de bladen op te nemen. Het moesten artikelen zijn met een positieve uitstraling, zodat de lezers een aangenaam beeld kregen van Pruisen en Bismarck. Bismarck staat bekend om de voorzichtige manier waarop hij bij zijn politieke strategie te werk ging. Hij voerde een aantal oorlogen om zijn doel te bereiken. Met het koninkrijk Denemarken voerde hij oorlog om Sleeswijk-Holstein. De Deense koning wilde de twee hertogdommen annexeren. Dit was een goede aanleiding voor Bismarck om Sleeswijk-Holstein in de Duitse Bond op te nemen. Uit de oorlog met Denemarken vloeide een oorlog voort tussen Oostenrijk en Pruisen. In 1866 versloeg het Pruisische leger de Oostenrijkers bij Köninggrätz. Bij het Verdrag van Praag in 1866 werd de Noord-Duitse Bond opgericht. De Noord-Duitse Bond bestond uit alle Duitse staten, behalve een aantal vorstendommen in Zuid-Duitsland, Oostenrijk en hertogdom Limburg, dat definitief onder Nederlands bestuur kwam.
De Noord-Duitse Bond vormde een federatie onder voorzitterschap van Pruisen. Er kwam een parlement (de Rijksdag), waarvan de leden via algemeen mannenkiesrecht waren gekozen.

Frankrijk

Keizer Napoleon III ziet zichzelf meer en meer geconfronteerd met oppositie en afname van zijn gezag. Toch is hij voor de ontwikkeling van Frankrijk van veel betekenis geweest. Zo heeft hij het bankwezen gemoderniseerd, zodat ondernemers met leningen konden investeren. Ook heeft hij Parijs laten moderniseren (de grote boulevards), maar Frankrijk komt in Europa in de tweede helft van de 19e eeuw steeds meer geïsoleerd te staan. In de grote steden ondervond Napoleon III steeds meer oppositie van de liberalen en de republikeinen.

fig 15.
Orphée aux Enfers

Jacques Offenbach, een bekend Franse componist. Hij schreef Orphée aux Enfers, een operette waarin tegen een mythologische achtergrond de politieke en sociale situatie in het Tweede Keizerrijk werd geparodieerd. Belangrijk in dit werk is het personage De Publieke Opinie, die het eerloze gedrag van Orpheus op satirische wijze aan de kaak stelt, als hij blij is dat zijn vrouw Eurydice door Pluto is meegenomen naar de onderwereld. Hiernaast een filmpje uit de eerste akte waarin De Publieke Opinie Orpheus aanspreekt op zijn gedrag.

De Frans-Pruisische oorlog 1870-1871

Het is Otto von Bismarck die door provocatie op een oorlog met Frankrijk aanstuurde. Hij gebruikte hiervoor misleidend nieuws waarmee hij angst zaaide in de publieke opinie in de landen van de Noord-Duitse bond.

De aanleiding was de opvolging in Spanje door Leopold von Hohenzollern, een neef van Wilhelm I van Pruisen. Napoleon III had Wilhelm I en Bismarck laten weten dat een Hohenzollern in Spanje voor hem niet acceptabel was. Bismarck drong bij Leopold aan om de troon van Spanje te accepteren. Dit bericht wekte de woede van het Franse parlement en de Franse media. Napoleon zag zich genoodzaakt zijn generaals te bereiden op een eventuele inzet van het Franse leger. Wilhelm I wilde niet de aanstichter zijn van een oorlog met Frankrijk en droeg Leopold op zijn kandidatuur in te trekken. Napoleon stuurde een afgezant naar Ems waar de Pruisische koning verbleef. Wilhelm I bevestigde dat de kandidatuur was ingetrokken en dat hij de zaak als gesloten beschouwde. Een vervolg ontmoeting wees hij vriendelijk, maar uitdrukkelijk van de hand. Bismarck ontving een telegram met de uitslag van de ontmoeting en manipuleerde de tekst zodanig, dat de ontmoeting tussen Napoleon's afgezant en Wilhelm I in een zeer vijandige sfeer had plaats gevonden. Bismarck's tekst werd naar de regering gestuurd en kwam terecht in de Franse media. De Fransen waren woedend over de belediging en de vernedering van de afgezant. De provocatie van Bismarck werkte.

Uitroepen van het Duitse Keizerrijk
bron: file1.npage.de

Onder druk van de Franse publieke opinie verklaarde Frankrijk Pruisen de oorlog. Het was Bismarck er vooral om te doen om de oorlog zo kort mogelijk te laten duren. Het Franse leger bleek niet opgewassen te zijn tegen het gedisciplineerde Pruisische leger. Een jaar na het uitbreken van oorlog stonden de Duitse vorsten in de Spiegelzaal in Versailles, waar Bismarck Wilhelm I uitriep tot Duits Keizer. De Noord-Duitse en Zuid-Duitse bond werden een federatie onder centraal gezag. Duitsland verwierf Elzas-Lotharingen als oorlogsbetaling. Dit was de kiem voor een volgend conflict tussen beide landen en wakkerde de gedachte aan revanche bij de Fransen aan.

Napoleon's rol was uitgespeeld. Hij heeft nog wel pogingen gedaan om aan de macht te blijven, maar de republikeinen in Frankrijk riepen de Derde Republiek uit. Napoleon vluchtte naar Engeland, waar hij in 1873 is overleden.

Rusland

Tsaar Alexander II
bron: www.absofacts2.com

In 1861 schafte tsaar Alexander II de lijfeigenschap van de boeren af. Vanaf dat moment kunnen de boeren hun land en boerderij verlaten. Het was bedoeld als een positieve hervorming, maar pakte later door de financiële ongelijkheid tussen de boeren en de grootgrondbezitters toch negatief uit voor de boeren.
De hervormingen in Rusland kenden een aantal stromingen. De schrijver Toergenev die in Berlijn studeerde en daar kennismaakte met de ideeën van de Verlichting, wilde dat Rusland zijn blik meer op het westen richten en dan met name op het gebied van filosofie en technologie. Zijn opponent Dostojevski wilde de boeren de boodschap brengen van de grootsheid van het Russische volk. De Russen waren volgens Dostojevski een bijzonder volk. Een derde groep waren de Utopisten, waarvan Tolstoj de vertegenwoordiger was. De werken van de laatste hebben zich een plaats verworven in het Russisch collectief geheugen.
De hervormingen die Alexander II wil doorvoeren, gaan voor sommige groeperingen in Rusland te langzaam. Opstandige boeren en landarbeiders zetten samen een vorm van collectivisme op. Zo willen ze komen tot een vorm van samenwerking voor hun dorp. Deze "volksmannen" staan aan de basis van de Nihilisten die het tsaristische regime omver willen werpen met terroristische aanslagen.
In 1881 kwam Alexander II door een bomaanslag om het leven. Een van de mogelijke daders was de broer van Vladimir Oeljanov, die later grote bekendheid kreeg als Vladimir Lenin.
De zoon van Alexander II volgde zijn vader op als Alexander III. Hij moest niets hebben van de hervormingen die zijn vader had doorgevoerd. Hij herriep de autonomie die Alexander II aan het Russisch volk had toegestaan. Ook in zijn verder beleid was hij reactionair.

Overige landen

Ierland

In Ierland waren de Ierse intellectuelen sterk gekant tegen de overheersing door de Engelsen. Zij streden voor meer Ierse autonomie en zelfbestuur. Radicale groeperingen zetten hun streven kracht bij door terroristisch aanslagen.

Hongarije

Het koninkrijk Hongarije was in de loop van de geschiedenis door vererving een deel geworden van Oostenrijk. De Hongaren streden voor meer autonomie binnen het keizerrijk. In 1868 kwamen Oostenrijk en Hongarije tot overeenstemming: de Ausgleich. Het koninkrijk Hongarije kreeg gelijke rechten binnen de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. De Hongaren bestuurden verschillende volkeren binnen hun grondgebied en voerden een strikte taalpolitiek door. Het chauvisme ten aanzien van de eigen voortreffelijkheid was in Hongarije prominent aanwezig.

Maatschappelijke, culturele en politieke veranderingen in de laatste decennia van de 19e eeuw.

Invloed van uitvindingen en ontdekkingen.

Steeds werd het evenwicht op politiek gebied zoveel mogelijk door de Europese mogendheden hersteld, maar via de publieke opinie sijpelde steeds meer invloed door over gebeurtenissen buiten het overleg.
In Engeland was het Gladstone die de wreedheden van de Turken in Bulgarije aan de kaak stelde en vond dat Engeland moest opkomen voor de verdrukte volkeren.
De schrijver William Thackeray vond dat het leven steeds drukker werd. Zo stelde hij dat het vroeger normaal was om slecht één brief per dag te schrijven, maar in de huidige tijd werden dat tien brieven, want de post kwam twee keer per dag.
De versnelling van het dagelijks leven kwam ook door uitvindingen, ontdekkingen en bestrijding van ziekten. Zo ontdekte Robert Koch de miltvuurbacterie en introduceerde Louis Pasteur de pasteurisatie van melk. Ook de uitvinding van de telefoon (Graham Bell) en de draadloze radio zorgde voor een veranderde kijk op het wereldgebeuren. In Europa was het niet gebruikelijk om ontdekkingen en uitvindingen patenten aan te vragen. Patent aanvragen werd gezien, als iets dat je niet deed. In de Verenigde Staten legden uitvinders wèl hun patenten vast.

Europees Imperialisme

Picturale kaart van het Brits Imperium
bron: 2.bp.blogspot.com

Bovenstaande kaart toont het Britse Imperium, zoals het was aan het eind van de 19e eeuw. De Britten hadden overal koloniën gesticht, voornamelijk om de export van hun eigen producten te kunnen afzetten. De Engelse liberalen zagen niets in het veroveren en koloniseren van gebieden. Zij zochten slechts steunpunten voor de vrijhandel.

Verdeling van Afrika
bron: sites.google.com

Ook andere Europese landen, waaronder Frankrijk en Nederland, hadden overzeese gebiedsdelen, als wingewest. Bismarck zag voor Duitsland geen voordeel in het verwerven van koloniën. Om Frankrijk af te leiden van de Duitse binnen- en buitenlandse politiek, zorgde Bismarck ervoor dat Frankrijk zijn aandacht ging richten op Afrika (Algerije). Toch zwichtte Bismarck voor de regering in Berlijn die graag enige invloedssferen in o.a. Afrika (Namibië) wilde. Afrika werd opgedeeld in invloedssferen van Frankrijk, Engeland, Portugal en Spanje. Duitsland en Italië waren eigenlijk te laten om hun belangen op het continent veilig te stellen.
In Zuid-Amerika werden een aantal onafhankelijk republieken gesticht, die onder invloed van Groot-Brittannië stonden. Buiten de imperialistische expansie van de westerse mogendheden bleven Japan, Thailand, China, Perzië en het Midden-Oosten (Ottomaanse Rijk).
Uiteindelijk heeft het kolonialisme in de overheerste gebieden grote culturele beïnvloeding gehad om de lokale bevolking. De mensen leerden nieuwe denkbeelden, waaronder die van het liberalisme en nationalisme. Die denkbeelden zijn in de periode van dekolonisatie tegen de imperialistische overheersers gebruikt.
Door de concurrentie binnen de Europese machten en de invloed van investeerders werd steeds meer achterland van de oude handelsposten veroverd en in handen gegeven van gouverneurs uit het moederland, die in naam van de regering de macht uitoefenden over de lokale bevolking.
De macht van de investeerders resulteerden in het verplicht verbouwen van die producten die een hoge marktwaarde hadden, zoals tabak, rubber, kapok, suiker en de van oudst bekende specerijen.
De annexatie van de overzeese gebieden veroorzaakte in het vaderland nationale sentimenten en bevestigde de suprematie van het blanke ras. De nieuwe Europese machthebbers zouden de inlandse bevolking beschaving brengen, door ze de nationale taal te leren. Vooral in Engeland werd dit doel een soort heilig moeten: The White Man's Burden. De blanken waren verplicht om hun beschaving te delen met de barbaren/inlandse bevolking.

Neerslaan van de opstand van Tjakanegara op Lombok
bron: www.kunstveiling.nl

In Nederland ging de regering behoedzamer te werk en hanteerde een meer ethische politiek. Toch ging de verbouwing van grondstoffen in de koloniën vaak gepaard met geweld, tegenstand van de lokale bevolking en opstanden. Vaak namen de koloniale overheersers hun toevlucht tot divide et impera tactiek, waarbij aan lokale inlandse heersers beloften werden gedaan in ruil voor de verbouwing van de gewenste grondstoffen.

Discussie over de slavernij

De onderdrukking van de inlandse bevolking in de koloniën en het verplichte werk op de plantage van de koloniale overheersers werd gezien als een vorm van slavernij.
Slavernij was al bekend vanuit de oudheid. Aristoteles had in zijn werken aangegeven dat er groeperingen waren die als slaaf werd geboren. Met de verspreiding van het christendom werd slavernij gezien als de straf voor de zonen van Cham. Met de Verlichting kwam het beeld op dat de natuurmens/inlandse bevolking indolent en niet intelligent was; een beeld dat slavernij rechtvaardigde, zodat de natuurmens van de overheerser kon leren. Toch vonden veel intellectuelen dat slavernij in strijd was met de afgekondigde Rechten van de Mens. Zo ontstond er een beweging die zich tegen de slavernij verzette en voor afschaffing pleitte. Probleem was echter: wat moest er met de vrijgelaten slaven gebeuren? Moest men die in de samenleving opnemen? Moesten ze worden teruggestuurd naar hun thuisland, zoals gebeurde in Sierra Leone, waar vrijgelaten slaven uit Londen, de Verenigde Staten en Jamaica naar werden verscheept.

Kenmerken van criminelen volgens de frenologie van Carl Lombroso
bron: upload.wikimedia.org/wikipedia

De discussie over de slavernij beïnvloedde ook de kijk op andere volkeren en suprematie van de blanken. Dit leidde tot het ontstaan rassentheorieën, of frenologie. Germanen (Duitsers) en Angelsaksen werden beschouwd als blanken, maar de Slavische bevolking niet. Carl Lombroso ontwikkelde modellen voor het herkennen van criminele kenmerken.
De rassentheorieën worden uiteindelijk gemeengoed en beïnvloeden de publieke opinie en de volkswil.

Culturele ontwikkeling

Aan het eind van de 19e eeuw ontstond er nieuwe vormen van entertainment. Hoewel nog steeds de mening was dat muziek iets was dat je zelf moest maken, zorgde de ontwikkeling van de stoomcarrousel en de speeldozen voor een vorm van mechanische muziek.
Componisten, zoals Offenbach, hielden hun repetities in het diepste geheim. Pas tijdens de premieres hoorde het publiek de liedjes van de operettes. Al gauw werden de melodieën succesnummers die door artiesten in de Parijs café's werden uitgevoerd. Ook ontstond er een levendige handel in bladmuziek, zodat de muziekliefhebber de nummers zelf kon spelen.

fig 21.
Florrie Forde

In Engeland leidde de luchtige entertainment uitvoering tot de oprichting van de music halls; de voorstellingen waren een voorloper van de later populaire musicals in de Verenigde Staten. Florrie Forde, de zangeres in het filmpje, was een van de populairste zangeressen tijdens de eeuwwisseling.

fig 22.
Offenbach: Can-Can in Orphée aux Enfers

In Frankrijk werd dat het vaudeville theater, waar de can-can een ware rage werd. Offenbach verwerkt de can-can in de laatste akte van zijn operette Orphée aux Enfers.

fig 23.
Lumiere: het uitgaan van de fabriek
fig 24.
De man zonder hoofd
fig 25.
Berlijn in kleur

Een andere ontwikkeling op cultureel gebied was de opkomst van de film. Het lukte de gebroeders Lumière om bewegende beelden vast te leggen en deze met behulp van een camera af te spelen. Een tweede cineast die aan het eind van de 19e eeuw furore maakte is George Méliès. Films werden in het begin vooral als kermisattractie vertoond. Hierboven van Lumière: Het uitgaan van de fabriek en van Georges Méliès: Un Homme de Tête
De film werd ook ingezet om het alledaagse leven vast te leggen en aan bezoekers te tonen. Al in het begin van de 20ste eeuw, eind 19e, werden er films in kleur gemaakt. Beeldje voor beeldje werd na het ontwikkelen van de film met de hand ingekleurd.