Duizend jaar Europa V (1800-1900)- 31 januari 2017

Negentiende eeuw (1800-1900)
Algemene Geschiedenis

Verslag 1e hoorcollege - semester 5

Inleiding

Binnen de wetenschap is er discussie over de grenzen die moeten worden gesteld aan de duur van de negentiende en twintigste eeuw. Men spreekt over de Lange Negentiende Eeuwmet als grenzen 1790 - 1914 en de Korte Twintigste Eeuw met als grenzen 1914 - 1989.
In dit college worden de grenzen van de negentiende ruim genomen, zowel aan het begin als het eind van de periode.
De negentiende eeuw is een tijd van grote politieke, sociale en technologische veranderingen. De positie van de mens verandert, als ook de manier waarop de mens naar zijn omgeving kijkt.
Het is een revolutionaire eeuw. Als startpunt nemen we het jaar 1800.

Kaart van Europa in 1800
bron: www.euratlas.net

Europa is een continent in oorlog. Deze oorlog is een uitvloeisel van de Franse Revolutie. De Franse Revolutie wordt door Pruisen, Oostenrijk en Engeland gezien als een bedreiging van de traditionele machtsverhouding. De oorlog is erop gericht om een einde te maken aan het revolutionaire bewind in Frankrijk. Aanleiding tot de oorlog is de grensoverschrijdingen en annexaties van de Zuidelijke Nederlanden, de Republiek, Lotharingen en de moord op koning Lodewijk XVI.

Frankrijk

Het revolutionaire Frankrijk definieerde de oorlog als een bevrijdingsoorlog, waardoor de burger bevrijdt werden van de macht van tirannen, zoals de tsaar van Rusland, de dominantie van Engeland en het regime van stadhouder Willem V.
Het Franse leger behaalt de overwinning door een nieuw fenomeen in te voeren: leveé en masse, of wel de militaire dienstplicht. Dit betekende dat iedere mannelijke burger kon worden opgeroepen om dienst te nemen in het Franse leger. De oproep geschiedde door middel van loting: als je nummer werd getrokken, moest je opkomen voor je nummer. Het gevolg was dat Frankrijk een enorm leger op de been kon brengen. De soldaten waren slecht bewapend, maar heel gemotiveerd.

Engeland en Pruisen daarentegen hadden een beroepsleger. Strategisch goed opgeleid, wat ook in het begin duidelijk was, toen de Engelsen bij Toulon stonden en de Pruisen in het midden van Frankrijk. Nadeel van een beroepsleger was dat beroepssoldaten niet zo makkelijk vervangbaar zijn. De legerleiding zal zijn soldaten zoveel mogelijk beschermen. Gevechten worden dan ook strategisch uitgedacht, als een soort schaakspel.
Het Franse leger van dienstplichtigen stormde tijdens de gevechten echter in massale aanvallen naar voren. De aanvoerder letten niet op de aantallen slachtoffers. Deze nieuwe manier van slag leveren leidde tot de overwinningen van de Fransen en Napoleon. De laatste bleef overwinnen tot hij zijn manschappen had opgebruikt. In de Slag bij Leipzig van 1813 kon Napoleon alleen nog 16-jarige (kind)soldaten inzetten.

Vernieuwing bestuurssysteem

Naast de invoering van de dienstplicht was voor Frankrijk de revolutie een absoluut nieuw begin. Zo werd er een nieuwe kalender ingesteld met weken van 10 dagen. Ook het onderwijs werd hervormd. Een van de onderwijsvormen was het Lyceé, waar een van de belangrijkste vakken tekenen was. De leerlingen moesten leren nauwkeurig hun omgeving te observeren. Daarbij ging het niet om artistieke of kunstzinnig volmaakte werken.
Het bestuursysteem, zoals dat eeuwenlang had bestaan, werd vernieuwd. De oude feodale indeling met graafschapjes en hertogdommetjes verdween; daarvoor in de plaats werd Frankrijk ingedeeld in 83 departementen met een prefect als hoofdbestuurder.

Er kwam nieuwe wetgeving waarin alle burgers gelijkgesteld werd. Burgers spraken elkaar aan met citoyen of citoyenne (voor vrouwelijke burgers). De laatste groep had geen of weinig invloed op het bestuur, maar toch kan dit worden gezien als een eerste, hoewel premature vorm van feminisme.
De revolutie was een reorganisatie van Frankrijk. Men wilde opnieuw beginnen en de mensen anders indelen (verdwijnen van de standen) en de wetten anders indelen. Bovendien wilde het nieuwe Frankrijk zijn burgers kunnen controleren. Dit laatste was door het instellen van de dienstplicht een vereiste. Er werd een bevolkingsadministratie opgezet, waarbij de burgers registratie kregen met een voornaam, achternaam en een verblijfplaats, zodat de overheid kon controleren waar men verbleef.

Vernieuwingen voltooid

Deze vernieuwing begonnen in 1789 en eindigde rond 1799. Een uitspraak van Napoleon uit 1799 luidt dan ook: La révolution est fini (de revolutie is voltooid), waarmee hij wilde aangeven dat de ingevoerde vernieuwingen gestabiliseerd waren.
In het begin van de revolutie was er van een goedwerkend bestuurssysteem geen sprake geweest. Er was corruptie en het land was instabiel. Ook was er geen economisch beleid, wel waren er nieuwe vrijheden voor ambachtslieden, omdat de gilden waren opgeheven.
In de steden, zoals Parijs, ontstond een roep om een sterke leider in het revolutionaire bestuur, terwijl op het platteland nog veel aanhangers van het koningshuis van Bourbon woonden.
Napoleon grijpt met een militaire coup de macht en geeft de opdracht om de Grondwet te herschrijven. Zijn functie wordt het belangrijkste: 1e consul, wat leidt tot een dictatorschap. In 1804 kroont hij zichzelf tot keizer.

Alle hervormingen die Napoleon invoerde, legde hij in een referendum voor aan de burgers. Ook de instelling van het keizerrijk met zichzelf als keizer werd door 80% van de kiezers goedgekeurd. Napoleon zag deze constitutionele hervorming als een legitimatie van zijn keizerschap. Hij was keizer bij de gratie van het volk: Keizer der Fransen, niet Keizer van Frankrijk.
Zijn beleid voerde hij strak door, o.a. kwam er censuur op de media. Zo werden lokale bestuurders, ook in de Nederlanden, opgeroepen om alleen prijzende teksten over de keizer tot schrijven. Dit beleid werd tot na de Slag bij Leipzig, die Napoleon verloor, doorgevoerd.

Het bestuur werd meer en meer gecentraliseerd. Zo kwam er één universiteit; alle andere universiteiten werden een dependance van de universiteit van Parijs. Na de inlijving van de Bataafse Republiek in het Keizerrijk gold dit ook voor de universiteit van Leiden.
Binnen het bestuur ontstond een hiërarchie, waar binnen iedereen, op grond van verdiensten, kon opklimmen. Napoleon was de mening toegedaan, dat iedere korporaal een maarschalksstaf in zijn ransel had, met andere woorden, iedereen kon tot de top van het landsbestuur opklimmen.

Napoleontisch Europa
bron: www.lrwieland.com

Napoleon heeft op grote delen van Europa zijn stempel gedrukt. Hij veroverde Kroatië, was ongeveer 10 jaar de overheerser van Duitsland, deed een poging om Rusland te veroveren en kreeg het voor elkaar dat in Scandinavië één van zijn generaals de Zweedse koningskroon kreeg: graaf Bernadotte.
Van het noorden van Italië maakte hij afzonderlijk koninkrijk. Ook stichtte hij koninkrijken, met familieleden als koning, in Spanje, Duitsland en Zuid-Italie (koninkrijk Napels)

Technologische ontwikkeling - het begin van de industriële revolutie

In 1793 ontwikkelde Eli Whitney de egreneermachine, in het Engels de cotton gin genoemd. Probleem bij de verbouwing van katoen was het verwijderen van het zaad uit de katoenpluizen. De cotton gin scheidde op mechanische wijze het zaad van de katoenpluizen. Door Eli Whitney's uitvinding steeg in de Verenigde Staten de slavernij. Waren er in 1790 ongeveer 700.000 slaven, krap honderd jaar later was dat geëxplodeerd tot ruim 3 miljoen.

Bovenstaande filmpjes geven een indruk van de werking van de cotton gin en het effect op de ontwikkeling van de slavernij. Het derde filmpje is in het hoorcollege getoond.
Door de grotere efficiëntie bij de katoenproductie werd katoen een betaalbaar product. De export van katoen vanuit de Verenigde Staten steeg in nog geen 20 jaar met ruim 15000%. De katoenpluis was een product dat makkelijk over lange afstanden in balen kon worden vervoerd. Het werd tussen 1820 en 1860 het belangrijkste exportproduct van de Verenigde Staten. In Engeland had de verhoogde invoer van het goedkope katoen een enorme cultuuromslag tot gevolg. Niet langer werd het katoen in kleine productie eenheden gesponnen en geweven, maar er werden spin- en weefmachines ontwikkeld die in eerste instantie werden aangedreven door waterkracht en later, na de uitvinding van de stoommachine door James Watt, met behulp van stoom.

Engeland

Fabriekshal ingericht met 1200 weefmachines, 1877
bron: upload.wikimedia.org

Dankzij deze uitvindingen werd het mogelijk grootschalig textiel te produceren. Dit vereiste een nieuwe organisatie van het werk. In Engeland ontstonden de moderne textielfabrieken. De nadelige gevolgen voor de arbeiders waren uitbuiting, lage lonen en kinderarbeid.
Werk in de fabriek was werk aan de lopende band. De arbeider bepaalde niet langer zijn eigen werktempo, maar werd afhankelijk van het tempo van de machine, hij niet niet langer de persoon die een eindproduct maakt.
Dit alles leidde tot een andere manier van omgaan met de factor 'tijd'. Door het werk in de fabrieken ontstond massaproductie met gelijke producten. In de fabrieken verrichtte iedereen hetzelfde werk.

Revolutionaire veranderingen

De revolutionaire veranderingen in Engeland waren geen politieke veranderingen zoals in Frankrijk. Engeland had in het begin van de Franse Revolutie enige sympathie gehad voor de gebeurtenissen in Parijs. Ze zagen de gebeurtenissen als een soort gelijke omwenteling als in 1688 in Engeland had plaats gehad met de Glorious Revolution.
De Engelse politiek was nog altijd op middeleeuwse georganiseerd. Het land was verdeeld in districten, waarvan de grenzen uit de middeleeuwen stamden. Ieder district stuurde twee afgevaardigden naar het parlement. Zij werden voor 10 jaar gekozen. Sommige districten raakten ontvolkt of kwamen in het bezit van grootgrondbezitters. Door deze leegloop werd het voor de grootgrondbezitter makkelijk om de kandidaat voor het parlement aan te wijzen. Door deze 'rotten boroughs' kreeg een kleine groep rijken met de adel de macht in het Groot-Brittannië.
In het parlement waren de Whiggs, de aanhangers van de Glorious Revolution. De Tories waren aanhangers van de Stuart. Daarnaast waren er nog een aantal vage groeperingen die o.a. de overzeese belangen behartigden. Een bijzonder groep waren de leden van de Hell Fire Club, opgericht door Charles James Fox. Zij voerden oppositie tegen de bestaande moraal, door libertijns, amoreel gedrag met corruptie en onrechtvaardigheid. Binnen de leden van deze groep leefde een groot bezwaar tegen de manier waarop het politieke Engeland was georganiseerd.

Edmund Burke schreef Reflections on de revolution in France. In dit werk veroordeelde hij het afschaffen van de traditionele waarden. Helemaal opnieuw beginnen zou leiden tot tirannie en dictatorschap. Volgens Burke was het belangrijk om eerbied te hebben voor de traditionele normen en waarden. Zijn boek werd de grondtekst en leidend voor de conservatie democratie in Engeland. Het gevolg ervan was dat Engeland zich tegen Frankrijk keerde en een bondgenoot werd van Pruisen, Oostenrijk en Rusland in hun strijd tegen de ideeën van de Franse Revolutie en later Napoleon.
Uiteindelijk zijn Engeland en zijn bondgenoten als overwinnaars uit de coalitieoorlogen te voorschijn gekomen. Napoleon werd verslagen en vastgezet op Elba. Na zijn korte terugkeer werd hij verbannen naar St. Helena, een eiland in de zuidelijke Atlantische Oceaan onder Engelse bewind.

Pruisen

Pruisen leed tegen Napoleon in 1806 een grote nederlaag in de Slag bij Jena en Auerstedt. Napoleon trok met zijn leger zelfs Berlijn binnen. Het moest een strenge vrede te sluiten (de Vrede van Tilsit). Hierbij verloor Pruisen al het gebied ten westen van de Elbe en de gebieden die het had verworven tijdens de Poolse delingen. De koning van Pruisen, Frederik Willem III, werd gedwongen een bondgenootschap te sluiten met Frankrijk.
De voormalige minister van Economische Zaken van Pruisen reorganiseerde het Pruisische leger naar het model van het Franse. Hij voerde o.a. de dienstplicht in. Ook veranderde hij het bestuur en de wetgeving. Bij Waterloo werd Napoleon verslagen dankzij het Pruisische leger.

Koninkrijk der Nederlanden

Na de val van Napoleon gebruikte ook de nieuwe koning van het Koninkrijk der Nederlanden, koning Willem I de staatkundig ideeën van Napoleon voor de inrichting van het nieuw gevormde koninkrijk.

Congress van Wenen

Het Congres van Wenen
bron: wikimedia

Het belangrijkste doel van het Congres van Wenen was herstel van het politieke oude Europa en het ongedaan maken van de ideeën en de gevolgen van de Franse Revolutie. De belangrijkste onderhandelaar was de Oostenrijkse Graaf Von Metternich.

Frankrijk kwam er genadig vanaf. Het huis van Bourbon werd hersteld en kreeg het grondgebied terug van vóór 1789. In Italië en Duitsland werden een aantal oude vorstendommen hersteld. Het noorden van Italië (Lombardije en Venetië) werd door Oostenrijk geannexeerd.
Om de orde te bewaren sloten de traditionele machten de Heilige Alliantie, een verbond tussen de vorsten van Pruisen, Oostenrijk en Rusland om tegenwicht te bieden aan de invloeden van de seculiere ideeën die tijdens de Franse overheersing overal in Europa hadden postgevat. Politiek gezien was een vage overeenkomst en vooral een religieus manifest. De vaagheid en de geheimzinnigheid liet ruimte voor complottheorieën in de publieke opinie, en werd door de bondgenoten gebruikt om de volkeren onder de duim te houden.
Uiteindelijk traden alle vorsten van Europa en de sultan van het Ottomaanse Rijk toe tot de Alliantie. De reactionaire staatslieden als von Metternich namen de afspraken van Heilige Alliantie over in de Quadruple Alliantie om pogingen tot liberale hervormingen neer te slaan. Op latere congressen tussen de bondgenoten van het Europees Concert (=Quadruple Alliantie) werden de afspraken herbevestigd.
De langdurige vergaderingen werden onderbroken door feesten en banketten, zoals blijkt uit de film "Das Kongreß tanzt" uit 1931.

The Congress dances (Der Kongress tanzt) is a seminal work in the history of entertainment in the German language. Der Kongress tanzt was, in fact, not originally created for the stage at all, but for film, at a time when German cinema in the interwar period was making a serious attempt to challenge Hollywood’s hegemony in the industry. Its director, Erik Charell, who had been heavily influenced by his experience of working on Broadway in the early 1920s, brought back to Germany the risqué spirit of American revues such as the Ziegfeld Follies. What he created was a new form of musical performance: one that combined German operetta with what he had seen in New York, including dance and jazz, forever in our minds associated with Berlin thanks to Bob Fosse’s 1972 film, Cabaret. After several years of writing a number of these highly successful cross-genre operettas, many of which were inspired by historical themes, Charell was engaged by Universum Film AG, to produce Der Kongress tanzt. Opening in cinemas in 1931, Der Kongress tanzt is set during the Congress of Vienna which ran from September 1814 to June 1815 following the end of the Napoleonic Wars. The eyes of the world are on the capital of the Austrian Empire, as Europe’s boundaries are being redrawn, but the Russian Tsar, Alexander, only has eyes for a young flower seller, Christel. Their romance is played out against the machinations of the Empire’s foreign minister, Prince Metternich, hoping that the Tsar will be focused on affairs of the heart, rather than of state. With further upheaval caused by Napoleon’s escape from exile, the question is whether the Tsar and the girl he has fallen in love with will be able to stay together. (bron: classicworld.at)

Verdwenen Duitse vorstendommen na de Napoleontische tijd

Indeling van het Heilige Roomse Rijk vóór 1806
bron: duitslandinstituut.nl
Vorstendommen in de Duitse Bond na de Napoleontische Tijd
bron: duitslandinstituut.nl

Italië vóór en ná de overheersing door Napoleon

Italië midden 18e eeuw
bron: pages.uoregon.edu
Italië na het Congress van Wenen
bron: pages.uoregon.edu

Bedreiging voor de afspraken van het Congres van Wenen

De seculiere ideeën van de Franse Revolutie vormden een bedreiging voor de antirevolutionaire bondgenoten die op het Congres van Wenen de kaart van Europa opnieuw tekenden.

1. liberalistische stromingen

In Spanje eisen aanhangers van de door Napoleon ingevoerd grondwet van 1812 na de restoratie een regering met een parlement. Deze groepering vormde een aantasting van het herstelde absolutisme van de Spaanse vorst. Koning Ferdinand VII weigerde om de liberale grondwet van 1812 te accepteren. In 1820 rebelleerden een deel van het leger en trok op naar Madrid. Ferdinand capituleerde en gaf macht aan liberale ministers. In 1822 pleegde contrarevolutionairen en een Frans leger onder Chateaubriand, met toestemming van von Metternich, een tegencoup en herstelden het absolutistische koningschap.

2. nationalistische stromingen

Na Napoleon's mislukte tocht naar Rusland en de Volkerenslag bij Leipzig ontstonden er in de Duitssprekende landen volksopstanden die door lokale milities werden aangevoerd. De volkeren die deel uitmaakten van de Duitse vorstendommen wilden als één volk gezien worden en eisten het recht op om voor hun nationalistisch gedachtegoed op te komen.

Deze twee stromingen vormden een bedreiging voor de antirevolutionaire afspraken van het Congres van Wenen. Het antwoord op het opkomend liberalisme en nationalisme was repressie, met hard hand uitroeien van de gedachten aan nationalistische eenwording.

Opkomst en repressie van het liberalisme en nationalisme

In Italië sloeg de Koning van Napels in 1820 een opstand van Carbonari, een ondergrondse beweging die streefde naar vrijheid, de eenheid van Italië en streed tegen de elite en de gevestigde orde, dwong Ferdinand I een grondwet aan te nemen, maar in 1821 kreeg de koning met hulp van de legers van de Heilige Alliantie zijn absolute macht weer terug. Het Koninkrijk der beide Siciliën zou tot 1860 een absoluut koningschap kennen.

Giovanni Paisiello schreef een volkslied voor koning Ferdinand I van de twee Siciliën. Van 1816 tot 1860 is dit het officiële volkslied van de Twee Siciliën geweest.

In Frankrijk werd in 1814 Lodewijk XVIII als vorst hersteld. De Franse Restauratie van het koningschap was geen terugkeer naar het Ancien Régime, maar de instelling van een constitutionele monarchie. Lodewijk's koninklijke gezag werd beperkt door de Franse grondwet. Hij nam de wetgeving en de bestuursstructuur van Napoleon over. De verworvenheden van de Franse Revolutie werden in Frankrijk niet allemaal over boord gegooid.

In Engeland maakte ook een periode door van groeiende opstandigheid onder hervormingsgezinden. Zij werden echter, mede door de invloed van de publieke opinie, niet gezien als landverraders.
De publieke opinie werd een factor waarmee de regering rekening moest houden. Deze publieke opinie werd gevoed door de opkomst van het dagblad The Times. De ontwikkeling van de stoompers zorgde voor een grotere oplage van de krant, waardoor een groter lezerspubliek werd bereikt.
Schandalen in de regering werden door de oppositie in massabijeenkomst breed uitgemeten. Een van de sprekers was Henry Hunt. Hij kreeg de bijnaam de 'Orator' om zijn briljante toespraken, waarin hij pleitte voor de uitbreiding van het kiesrecht voor alle volwassen mannen. Hij werd gesteund door de hoofdredacteur Thomas Barnes.
De pers ging in Engeland een steeds grotere rol spelen in de vorming van de publieke opinie. Om de oplagen van de krant te beperken werd er belasting geheven op papier. Daarop begonnen er kranten te verschijnen op ongezegeld papier. De groei van de publieke opinie leidde er toe dat er sympathie groeide voor liberale en nationalistisch beweging in het buitenland. De tegencoups in Spanje en Napels door respectievelijk Franse en Oostenrijkse invasielegers riepen de woede op van de Engelse radicalen.

Breuken in de afspraken van het Congres van Wenen

De Griekse onafhankelijkheid strijd tegen het Ottomaanse Rijk (1821-1830)

Ottomaanse Rijk in het begin van de 19e eeuw
bron: opleid.info

Het Ottomaanse Rijk beheerste de Balkan, Griekenland, groot deel van het Midden Oosten, Egypte en Noord-Afrika. De invloed van de Franse Revolutie deed zich ook in het Ottomaanse Rijk gelden. Het leger werd naar Frans voorbeeld gemoderniseerd.
Sultan Abdul Hamid I had een Franse concubine - waarschijnlijk een nicht van de Franse keizerin Josephine - die de Franse hofcultuur en ideeën van de revolutie bij de Verheven Porte introduceerde.
Het Ottomaanse Rijk kende binnen zijn grenzen vele volkeren, ieder met een eigen cultuur en manier van leven. De sultan sloot zich aan bij de bondgenoten van de Quadruple Alliantie.

In 1821 brak in het Griekse deel van het Rijk een Onafhankelijkheidoorlog uit. Deze opstand tegen de Turkse overheersing en de wens om een onafhankelijk Griekse staat te vormen werd door de bondgenoten van het Congres van Wenen met argusogen bekeken. Er ontstond onder de Europese intelligentsia een filhellenistische beweging, die de Grieken steunden in hun streven naar onafhankelijkheid. Daarbij speelde de grootsheid en het verleden van Griekenland tot de verbeelding. Iedereen met een klassieke educatie kende de oude klassieken.
De tsaar van Rusland, die zichzelf zag als de opvolger van het Byzantijnse Rijk, beschouwde de sultan, die eveneens de titel Kayser-I-Rûm voerde, als een erfvijand. Het was een wensdroom van de Tsaar om Constantinopel te heroveren. Daarom stond hij niet onwelwillend tegen allerlei ondermijnende activiteiten aan Russische zijde in het Ottomaanse Rijk.

Eugene Delacroix - Massacre bij Chios
bron: upload.wikimedia.org

De opstand ging met veel geweld gepaard en ontaardde in een burgeroorlog tussen de Griekse strijdende partijen. Een Turks/Egyptisch leger (Egypte maakte deel uit van het Ottomaanse Rijk) slaat de opstand bloedig neer. De gruwelverhalen van de opstand werden via de media in Europa verspreid en riepen een gevoel van solidariteit met de strijdende Grieken op. Afbeeldingen van gruwelverhalen werden geschilderd en verspreid als pamfletten door middel van steendruk.
De publieke opinie keerde zich tegen het Turkse leger en de filhellenen begonnen de Grieken te helpen met wapens, geld en vrijwilligers. Een van de bekendste vrijwilligers is Lord Byron, de Engelse dichter, die uit solidariteit met de Grieken naar Griekenland reisde.
In 1827 stuurden Rusland, Frankrijk en Engeland een vloot die de Turks/Egyptisch vloot bij Navarino versloeg. Ze bevrijden de Peloponnesos. Na drie jaar onderhandelen werd de onafhankelijkheid van Griekenland erkend, maar dit moest wel binnen het stramien van Europees Concert passen. Tijdens het Congres van Londen in 1830 werd Griekenland een koninkrijk. Vanuit West-Europa werd een koning voor Griekenland gezocht: de prins van Beieren, Otto von Wittelsbach.
De onafhankelijkheid van Griekenland was voor de traditionele machten van het Europees Concert een buiging voor de publieke opinie. Zonder de publieke opinie die op de hand van Grieken was, zou er geen onafhankelijk Griekenland gekomen zijn.

De Belgische Opstand (1830-1839)

Een tweede breuk met de afspraken van het Congres van Wenen ontstond door de opstand van de Belgen tegen de Noordelijke Nederlanden.
In het zuidelijk deel van het Koninkrijk der Nederlanden waren de liberalen niet tevreden met het beleid van koning Willem I.
Na de opvoering van een opera De Stomme van Portici in de schouwburg van Brussel in 1830 trok een menigte op naar het huis van minister van Maanen. Zijn huis werd in brand gestoken en in Brussel werden vernielingen aangericht.

De gemoederen waren in Europa in dat jaar nogal verhit. In Parijs was kort te voren Karel X verjaagd. De opvolger van Lodewijk XVIII was reactionair en wilde de vrijheden van de elite en de bankiers intrekken. De schutterij van Parijs koos de kant van de opstandige elite die ook werden gesteund door voormalige aanhangers uit het leger van Napoleon. Karel X moest vluchten. De bankiers en de elite namen het heft in handen en kozen uit het huis van Orléans een nieuw koning: Louis-Philippe. Met hem begon een constitutioneel koningschap. Hij werd Koning der Fransen; er kwam beperkt kiesrecht, de vrijheden van vergadering en meningsuiting werden vastgelegd, maar Frankrijk bleef een koninkrijk.
De opstandelingen in Brussel zagen in de gebeurtenissen in Parijs een aanleiding om de onafhankelijkheid van België uit te roepen. Frankrijk en Engeland droegen kandidaten voor voor het koningschap. Uiteindelijk viel de keuze op Leopold van Saksen-Coburg en Gotha. Hij werd Koning der Belgen. België werd een constitutionele monarchie en ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot een van de modernste koninkrijken op het continent. Zo reed in België de eerste spoorlijn in Europa.
Toch duurde het nog tot 1839 voor ook koning Willem I met het Verdrag van Londen de Belgische onafhankelijkheid erkende.

Verdere technologische ontwikkeling in de 19e eeuw

De ontwikkeling van de locomotief door Stevenson (Rocket) was het begin de aanleg van spoorwegen in Engeland. De eerste lijn was die van Liverpool naar Manchester. De lijn was een succes, vooral door het vervoer van passagiers. Het personenvervoer zorgde voor grote veranderingen in Engeland. Voortaan was reizen sneller en goedkoper. De spoorwegen zorgden ook voor betere aanvoer van goederen, waardoor ook de bevolkingsgroei werd gestimuleerd.
De brandstof voor de stoomtreinen was steenkool. Door de ontwikkeling en de groei van de spoorwegen groeide de mijnbouw. Werken in de mijnen was gevaarlijk door het ontploffingsgevaar van mijngas. De ontwikkeling van de mijnlamp (deze ging uit als er gas in de gangen was) zorgde voor grote veiligheid en groei.

Faraday vond een systeem uit om met behulp van electrische stromen lichtpulsen te verspreiden. Door aan de lichtpulsen letters te verbinden, konden berichten worden overgestuurd. Er was geen opleiding nodig om de lichtpulsen te begrijpen, dit in tegenstelling tot het in Amerika ontwikkelde Morse alfabet. De Europese Elektrische telegraaf werd gebruikt om te communiceren tussen stations. Later werd het systeem ook gebruikt voor beursberichten.

Babbage was de uitvinder van difference-engine. Een voorloper van de moderne computer, waarmee op mechanische manier mathematische berekeningen veel gemakkelijker konden worden uitgevoerd.