Duizend jaar Europa IV (1650-1800)- september 2016

Algemene Geschiedenis (1650-1800)

Verslag 9e hoorcollege

Inleiding

Verslag hoorcollege Literatuur 1 

Vroeg-moderne tijd II 1650-1800

Tijd van het Classicisme aan het eind van de 17e eeuw. Deze beweging is in Frankrijk ontstaan en is ook in de rest van Europa bekend geworden, niet alleen in literatuur, maar ook in de beelden kunst en de muziek. In Nederland heeft deze beweging haar uitwerking gehad onder de naam Frans Classicisme. In Frankrijk heeft het Classicisme een zeer grote uitwerking gehad op toneelteksten en poëzie. Binnen de Franse literatuur wordt de classicistische periode als één van de belangrijkste beschouwd, en dan vooral de jaren 1660-1680, met schrijvers als Molière, Corneille en Racine. Het belangrijkste kenmerk van het literaire Classicisme is het teruggrijpen op auteurs uit de klassieke oudheid en het herinvoeren van een strikt regelsysteem in de literatuur (en dan met name in het theater) gebaseerd op geschriften uit die tijd. Men hoopte op deze manier de klassieke literatuur niet alleen te evenaren, maar deze uiteindelijk zelfs te overtreffen; iets dat beter bekend staat als translatio, imitatio en aemulatio. 

John Milton (1608-1674)

John Milton Britannica
John Miltons werk wordt gekenmerkt door klassieke invloeden, mythologie en geschiedenis. Eigenlijk is hij een nog een Renaissance schrijver, maar hij wordt beschouwd als een voorloper van de Verlichting. 
In zijn werken zet hij de republikeinse staatsvorm tegenover de monarchie. Rationeel gezien is de republiek de beste staatsvorm. Ook behandelt hij in zijn werk het kwaad in de wereld en vergelijkt dit met Gods voorzienigheid.
Met 44 jaar was hij blind, mogelijk door het lezen bij kaarslicht. Zijn bekendste werk is Paradise Lost. Het werk behandelt de traditionele visie op de zondeval, maar nieuw is dat hij het thema filosofisch en psychologisch benadert. Hij stelt vragen over wat er is gebeurd. Ook de figuur van Satan wordt psychologisch benaderd, meer als "held", een tragische figuur een soort romanpersonage. Eva krijgt in het werk meer diepgang. 
We lezen gedeelten uit Paradise Lost in een vertaling van Ten Kate, de dominee-dichter. 
blz 2 t/m 5 van de reader. 
... Intussen was 't verraad van Satan en de ellend In 't Paradijs gesticht, in 't Hemelrijk bekend. Wat is verborgen voor Gods aldoordringende ogen? Wie heeft d'Oneindige en Alwetende ooit bedrogen?...
Milton stelt vragen. Waarom zijn de dingen gegaan zoals het is gebeurd. Kan God niet ingrijpen.
... Had hij de Mens niet met voldoende kracht geschapen Tot weerstand? gaf Hij hem geen vrije wil tot wapen? Geen ogen, scherp genoeg om elke strik te zien, Door haat of huichlarij gespannen, en te ontvliên? ...
Modern is de opvatting, dat de mens geschapen is met een vrije wil.
...En zo zij vielen, moest het vonnis niet vervuld? En zo de straf hun verplette', aan wie de schuld?...
Hier stelt Milton de schuldvraag. Is het alleen de schuld van Adam en Eva, of had God de aanval van Satan kunnen voorkomen. Heeft ook Hij schuld aan de zondeval.
...Toen de Aartsverzoeker 't eerst door de open Helledeuren Omhoog steeg, 'k Heb voorspeld wat zou gebeuren, Voorzegd, hoe hij de Mens door valse logentaal Zou scheuren van zijn God, van alles! Ongedwongen Liet ik hem over aan zijn vrije wil: hem drongen Besluit noch Noodlot, en -- toch kwam hij tot de val ... Zo zij hem aangezegd dat hij nu sterven zal!...
Milton voert hier het Noodlot van de eerste mens op. Dit is een thema uit de Klassiek Oudheid. In de Griekse mythologie zijn de hoofdpersonen vaak het slachtoffer van het Noodlot.
... Wijl niet op d'eigen stond toen hij 't gebod verkrachtte, De Dood hem trof. Nochtans, hij wete, eer de avond daalt, Een uitgestelde schuld, blijft schuld, en moet betaald Wanneer de Goedheid werd versmaad, dan komt in 't einde Het onverbidlijke Recht. Wie wacht gij dat ik zende...
Gerechtigheid zal geschieden. In de Bijbel staat: Mij is de wrake.
... Het beeld des Eeuwigen, dus sprak: "Uw wil gebiede, O Vader! 't Is uw recht! En dat uw wil geschiede In Hemel en op aard, dat is mijn werk, mij lust Opdat altijd op mij Uw welbehagen rust'! Ik zal de schuldigenop Aarde gaan verhoren: Doch hoe de straf ook luid'en wien ze zij beschoren Het zwaarste komt op Mij, is een de Tijd vervuld: Ik heb mij borg gesteld - en 't blijft zoo -- voor hun schuld!...
Hier verwijst Milton naar de woorden van het Onze Vader en de Lijdensweg van Christus
... OOk in 't bestraffen nog zachtmoedig!. Zij vernamen Gods Stem, nu wandlende in den Hof, op 't fluistrend aámen Des winds, en vloden voor Gods Tegenwoordigheid Waar 't dichtgegroeide bos de zwartste schaduw spreidt, Zij beide, Man en Vrouw! Daar klonk het door de bomen: "Waar zijt gij, Adam? Nooit heb gij mijn komst vernomen, Of juichend sneldet ge aan. Thans mis ik u. Waarom? Kwam ik te vroeg? Hoe dus afwezig? Adam, kom!" Hij kwam, met Eva -- zij, de laatste, ofschoon zij de eerste Gezondigd had. Maar schaamte en schuwe ontstemdheid heerste Op beider aangezicht; geen lachj'en speelde daar, Geen glans van liefde, noch voor God noch voor elkaar: Een wolk van schuld, van toorn, halsstarrigheid en logen Bezwalkte 't starrenlicht dier eens zo stralende oogen. Eerst na lange aarzeling, en ditmaal kort en dof, Gaf Adam antwoord: "Ik vernam U in den Hof. 'k Verborg mij toen, want ik ben naakt dat deed mij vreezen!" Zacht-ernstig vroeg de Heer: "Gij heb mijn stem voordezen Zo menigmaal gehoord, en blij begroet: wat maakt Haar nu zo vreeslijk? En wie zeide u: 'gij zijt naakt'? Of hebt gij van de boom die ik verbood gegeten?" ...
Psychologisch moment: de schaamte van Adam laat zien in welke mentale toestand hij zich bevond.
... Toen sidderde Adam, daar hem 't knagende geweten Tot spreken drong: "Ai mij, wat tweestrijd grijpt mij aan, Nu ik, rampzaalge, dus voor 's Rechters oog moet staan! 'k Moet óf geheel-alléen de last der misdaad dragen, Of 'k word genoopt mijn Weêrhelft aan te klagen, Die door haar trouw verdiend t dat ik haar 't leed bespaar, Haar schuld verzwijgend ... Maar ik word een dwang gewaar Die mij tot spreken pers, opdat niet te éner stonde ...
Adam is hier aan het woord. Dit is een modern element. Adam vraagt zich af of het hij het wel kan maken om Eva aan te klagen
... Toen kon de Heer geen uitstel meer gedogen Van 't vonnis: en het trof -- de Slang het eerst, die hier Beschuldigd was, maar die een onvernuftig dier, Onmachtig was de schuld te werpen op de Bozen, Die haar tot werktuig van zijn gruwel uitgekozen En, tegen 't oogmerk Gods, misbruikt had en onteerd, Maar in verbloemde taal werd dus de vloek gekeerd ...
Ook in dit fragment de Bijbelse verwijzing naar: Mij is de wrake, ik zal vergelden, spreekt de Heer (Hebreeën 10:30) John Milton's Paradise Lost past in de moderne tijd. Het is een afsluiting van de Renaissance. Milton is een van de overgangsfiguren. Een reactie op de Barok is het Classicisme. De stroming ontstaat tussen 1660 -1685. Bij de Barok overheerst de overdaad, de versiering en de originaliteit. Het Classicisme streeft naar eenvoud, ingetogenheid en discipline. Wel worden de principes uit de Renaissance gehandhaafd. De invloed van de Klassieke Oudheid blijft. Er ontstaat een strikt regelsysteem binnen de literatuur: Bekende schrijvers uit de Classicistische periode zijn: De Barokke literatuur was niet zakelijk, maar zat vol met versiering. Bedoeling was de lezer te choqueren door geweld en gruwelverhalen. Het raakte niet de schrijver. Hij moest ook origineel zijn. De reactie hierop komt tijdens het Classicisme.
Nicolas Boileau Wiki Common
Nicolas Boileau schreef L'Art poétique (1671). Hierin geeft hij voorschriften voor toneelstukken. De opbouw in drie eenheden (tijd, plaats en handeling). Er zijn vijf bedrijven. Het stuk is waarschijnlijk; het zou gebeurd kunnen zijn. Er wordt gelet op decorum, geen moord en seks op het toneel, niet choqueren. De toeschouwer moet respect worden betoond. Het gaat om normen en waarden, om goede zeden. Boileau's principes werden vooral in Frankrijk nauwgezet toegepast. De regels binnen de Europese literatuur uitgewaaierd, maar nooit zo sterk geworden als in Frankrijk.

Toneelvormen

  • Tragedie (treurspel) held gaat ten onder aan noodlottige ontwikkeling of eigen zwakheden ontleend aan de Klassieke Oudheid (Hypolitus, Oidipous)
  • Komedie (blijspel) voor vermaak, maar wel met een moraal. De mens een spiegel voorhouden van zijn zwakke kanten. 
  • Tragi-komedie tragedie die goed afloopt. Toneelvorm die in de Barok veel werd gebruikt. Raakt langzaamaan uit de mode. 
De Classicistische toneelstukken kenmerken zich door lange monologen van de personages. 

Pierre Corneille

Pierre Corneille Wiki Commons
Corneille is net als Milton een overgangsfiguur. Hij brak door als schrijver van toneelwerken met Le Cid, een tragi-komedie, waarin hij de keuze tussen liefde en eer, waarbij de eer het belangrijkste is. Het stuk is niet geschreven volgens de Classicistische regels, maar werd wel goed ontvangen. 
Pierre Corneille had een klassieke opleiding genoten en kende de klassieke Romeinse schrijvers. Hij legt in zijn stukken de nadruk op de Romeinse filosofie van de wil als belangrijkste in het leven. Na Le Cid schreef hij een groot aantal klassieke tragedies (waarin de held zijn hartstochten moet overwinnen) conform de classicistische regels. 

Jean Racine

Jean Racine Wikpedia
Racine schreef zowel tragedies als komedies. In zijn stukken komt een pessimistische visie naar voren. Hij beschrijft twijfels, hartstochten en jaloezie. Dit heeft ook te maken met zijn eigen moeilijke leven. Volgens Racine is de mens van goede wil, maar kiest hij voor het kwade. Het leven is een psychologische strijd. 
Racine was een aanhanger van het Jansenisme, een beweging van de Leuvense bisschop Jansenius. Hij wilde terug naar de ware leer van het Christendom, waarbij de gelovige zich totaal afhankelijk van God opstelde. Deze fundamentalistische stroming ontkende de vrije wil van de mens. De invloed van het Jansenisme is in Racine's werken terug te vinden: zijn personages in de tragedies gaan ten onder aan hun eigen beslissingen. 
We  lezen blz 6 en 7 van de reader: Andromaque van Jean Racine.(eerste bedrijf)
Opmerking: De toeschouwer kende de klassieke werken waarop de tragedie gebaseerd is. Het verhaal is ontleend aan Andromache van Euripides.
Andromache is de vrouw van Hektor, die door Achilles bij Troje is gedood. Bij de val van Troje wordt ze gevangen genomen door Pyrrhus, de zoon van Achilles. Pyrrhus wordt verliefd op haar, hoewel hij de bruidegom is van Hermione, de dochter van Menelaos en Helena. 
Orestes houdt van Hermione, die van Pyrrhus houdt. Er ontstaat een keten van ontwikkelingen, omdat Andromache alleen houdt van haar zoon Astyanax en haar vermoorde man Hektor. De komst van Orestes aan het hof van Pyrrhus leidt tot een explosieve situatie waarbij alle personages een tragische einde tegemoet gaan.
...ORESTE Ja, Nu ik zo'n getrouwe vriend hervonden heb als jij, verkrijgt mijn lot een ander aangezicht Het lijkt waarachtig of zijn woede minder wordt Nu het de moeite name ons te herenigen...
Al bij het terugzien van zijn vriend Pylade geeft Oreste toe dat hij door emoties wordt gedreven.
... ORESTE Helaas! Wie kan het lot voorspellen dat mij wacht, Wiens liefde hier een ongevoelig wezen zoekt? Wie weet wat het uiteindelijk beschikt voor mij En of ik hier het leven vind dan wel de dood?...
Oreste zegt ook hier weer dat het noodlot zal bepalen wat uiteindelijk de uitkomst is van zijn komst naar het hof van Pyrrhus. In een lange monoloog vertelt Oreste aan Pylade/toeschouwer van zijn liefde voor Hermione en hoe zij hem heeft afgewezen, omdat ze van Pyrrhus houdt. Oreste vraagt Pylade of er hoop voor hem is, of Pyrrhus toch om haar geeft.
... PYLADE Zijn ware vuur, dat laait voor Hectors weduwe. Hij heeft haar lief, maar zij blijft ongenaakbaar en Beloont tot nog toe al zijn liefde slecht met haat. Dag in dag uit probeert hij het opnieuw, hij bnidt En smeekt haar, zijn gevangene, en dreigt dan weer: ...
... Verwacht u dus geen laatste woord omtrent een hart Als dat van hem, zo weinig meester van zichzelf: Hij is bij al zijn warheid nog in staat, om die Hij mint te straffen, en te huwen die hij haat.
Maar niet alleen Oreste is ten prooi gevallen aan zijn emotie en het noodlot, ook Pyrrhus is zichzelf niet meester. Hij bedreigt Andromache die weigert om met hem te trouwen, omdat hij haar als gevangene uit Troje heeft gevoerd. Uiteindelijk vermoord Oreste Pyrrhus, waarna Hermione zelfmoord pleegt. Aan het eind van het drama rest Oreste niets anders dan de dood. Het centrale thema in deze tragedie is het noodlot van de personages die door hartstocht, jaloezie en haat worden geleid en uit zijn op wraak. Meer analyse en achtergrond informatie is te vinden op: www.cliffsnotes.com

Molière 

Molière Wikimedia
Zijn naam is een pseudoniem. Hij is geboren als Jean-Baptiste Poquelin. Na eerst een rechtenstudie te hebben gedaan, heeft hij zich aan het schrijven van toneelwerken gewijd. Hij is vooral bekend als de schrijver van satirische komedies. 
In 1643 richtte hij met vrienden het L'Illustre théatre op, maar dat was geen succes. Hij bleef na het faillissement achter met schulden en werd gevangen gezet. In 1658 komt hij terug in Parijs aan het hof van Lodewijk XIV, die zijn beschermheer wordt. 
Zijn toneelwerken zijn blijspelen en toonden de mens meer in zwart/wit. In zijn komedies komen geen ernstige handelingen voor. Het gaat om gewone mensen; is niet op de mythologie gebaseerd en is geschreven in de omgangstaal. 
In het blijspel wordt alles uitgebeeld met een glimlach naar de toeschouwer. Dit soort blijspelen zijn de voorlopers van de Commédia dell'Arte dat in Italië was ontstaan. In de oudheid was deze toneelvorm onbekend. Molière is na een voorstelling waarin hijzelf de hoofdrol speelde onwel geworden en gestorven. Omdat zijn toneelwerken door de kerk werden afgewezen, mocht hij niet in gewijde aarde worden begraven. De heersende moraal was nog conservatief. Zijn vrienden hebben ervoor gezorgd, dat hij als nog een rustplaats kreeg in gewijde grond. 
Tartuffe is een van Molières bekendste werken. Het centrale thema is blinde godsdienstijver. 
Tartuffe is een hypocriet godsdienstleraar die in de huishouding van Orgon de dienst uit maakt. Orgon is helemaal in de ban van Tartuffe. Ook zijn moeder - madame Pernelle - is idolaat van de bedrieger. 
Elmire is Orgons vrouw en Tartuffe is er alles aangelegen om haar te verleiden. Marianne - de dochter van Orgon - dreigt te worden uitgehuwelijkt aan Tartuffe, alhoewel ze al verloofd is met Valère. Dorinne - de schoonmaakster heeft Tartuffe door en wil Orgon tegen hem beschermen. Orgons zwager - Cléante - is een vrijdenker en zoekt een oplossing voor de problemen. Tartuffe betekent in het Frans 'truffel', maar ook 'kwezel'. Het is een eponiem. 
We lezen blz 8 en 9 van Tartuffe (eerste bedrijf, scène 1)
...DORINE 't Is toch te erg ook, dat een onbekende hier alles naar zijn hand zet, dat een zwerver die hier kwam aangewaaid op 'n schoen en 'n slof, wiens hele hebben en houen geen stuiver waard was dat zo iemand, vergetend wat hij wàs, zich aanmatigd om alles en iedereen te dwarsbomen en te tiranniseren! 
PERNELLE Bij God! het zou er heel wat beter voorstaan, als naar zijn vrome lessen werd geluisterd. 
DORINE U schijn hem voor een heilige te houden maar heel zijn heiligheid is niet dan schijn. 
PERNELLE Hoor háár! 
DORINE 'k Vertrouw hèm, en zijn knecht Laurent niet verder dan 'k ze zie. 
PERNELLE Wat de bediende betreft, kan ik niet zeggen, maar de meester, daar sta ik borg voor, is een man van eer,' en hij wordt hier gehaat en uitgespuwd, omdat hij jullie op je fouten wijst, maar wàt hem ergert is alleen de zònde, en 's hemels zaak is 't enige wat hèm drijft.
In dit fragment ageert Dorine tegen de moeder van Orgon - madame Pernell - over de aanwezigheid van Tartuffe, die ze absoluut niet vertrouwd.

Commedia dell'Arte

Commedia dell'Arte is de gebruikelijke naam voor het Italiaanse geïmproviseerde typentoneel van de 16e tot de 18e eeuw. Het is niet gebonden aan vaste regels en veelal treden dezelfde typen personages in de komedies op. 
De improvisatie vorm is waarschijnlijk ontstaan uit het middeleeuwse straattoneel. In latere eeuwen werden de stukken niet langer op een wagen (wagenspel) opgevoerd, maar in een theater. Bekend is het Globe Theatre in Londen, waar Shakespeare furore maakte. Zitplaatsen waren onbekend. De toeschouwers stonden. Zij reageerden op de voorstelling, die meestal rommelig en luidruchtig verliep. Tijdens de voorstelling werd er ook gegeten en gedronken. 
De Commedia dell'Arte werd gespeeld door beroepsspelers (arte=beroep). Zij waren professioneel en serieus. 
Daar tegenover stond de Commedia Irrodita: het dilettante toneel uitgevoerd door amateurs. De Commedia dell'Arte kende geen regels, bestond uit een scala aan vaste grappen (lazzi) die door de spelers in de geïmproviseerde plot werden verwerkt. Veelal ging daarbij om persoonsverwisseling of overspel. Er traden vaste types op. De loop van het verhaal stond niet vast: 'We zien wel hoe het loopt'. Het was totaal theater. Er traden ook acrobaten op en er werd muziek gemaakt. Het einde van de Commedia dell'Arte kwam toen Carlo Coldoni de voorstellingen ging stroomlijnen, vaste regels invoerde en de karakters niet langer mochten improviseren, maar een vaste tekst moesten gebruiken. Deze toneelvorm werd gebruikt naast andere toneelvormen: tragedie en komedie. De vaste karakters zijn:
  • Colombina: het kamermeisje
  • Arlequino: de grappenmaker, die commentaar geeft richting het publiek
  • Pucinello: de sufferd. 
  • Pantalone: de koopman. karakturale figuur die niet wordt beloond en altijd het onderspit delft. 
  • Dottore: ijdel mannetje, heel pedant, veelweter
  • Scaramouche: clowneske figuur, olijk, spreekt geaffecteerd
  • Pedrofino: pierrot figuur. contrast met Arlequino. Vormen samen een komisch duo met uitersten tegenstellingen, kolderieke situaties. Denk aan Laurel en Hardy. De domme blijkt altijd de slimmerik. 
Pucinello wordt ook al gezien als de oorsprong van Jan Klaassen. Een andere oorsprong van de poppenkastfiguur is dat Jan Klaassen trompetter was in het leger van Prins Hendrik. 
Jan Klaassen en Katrien Pieters waren asociale typen in Amsterdam. Ook dit kan geleid hebben tot de overlevering als poppenkastpersonages. Meestal gaan de voorstelling met Jan Klaassen over overspel. 

Verlichting

In Duitsland: Aufkläring, in Engeland: Enlightment, in Frankrijk: Siècle des Lumières. In de 18e eeuw heerste een groot optimisme over de ontwikkeling van de beschaving en de cultuur. Het verstand stond centraal. Alles werd uitgelegd vanuit de rede, het intellect en de eigen ervaring. Het is ook de periode van de opkomst van het nationalisme van de volken. 
De kennis werd gedocumenteerd en vastgelegd, zodat iedereen (van de intelligentsia) ervan kon kennis nemen. Ontstaan van de eerst Encyclopedieën en spectatoriale vertogen. Dat laatste waren beschouwingen over de mens, over de kunst, over de politiek en alle andere terrein van nieuw verworven kennis. Het idee was dat de mens zich verder kon ontwikkelen door leren en lezen. Een voorbeeld van een leermoment is de fabel.

Jean de la Fontaine

Het woord Fabel komt uit het Latijn en betekent praatje/verhaaltje. De lezer kon er iets van leren. Bekend zijn de fabels van Aesopus. Dit waren dierenverhalen. Dit soort verhaaltjes waren in Griekenland, Italië, China, Perzië al in de oudheid bekend. Via de Arabische wereld zijn deze verhalen in Frankrijk en Spanje terechtgekomen. 
Jean de la Fontaine www.nndb.com/people
In Frankrijk was de Salon van Madame de la Sablière een centrum van politici, reizigers en intelligentsia die zich bezighielden met de verspreiding van de fabels. Bekend zijn de Fabels van Jean de la Fontaine. Hij was een toehoorder die veel fabels kende en verschillende fabels ook zelf heeft geschreven. De inhoud van zijn fabel ging soms in tegen de heersende norm en kan gezien worden als een voorloper van de vrijheid van meningsuiting. In een fabel moest een didactisch item worden behandeld met een moraal. 
We lezen blz 10 van de reader: Les Fables - Jean de la Fontaine: De raaf en de vos
Ekladata
Meester raaf zat in een eikenboom Hij klemde in zijn bek een heerlijk brokje kaas uit Gouda. Meester vos, gelokt door deze droom Van geur, keek op en sprak: "Doctor honoris causa, U met uw wijs en alziend oog En met uw glanzend zwarte toog, Als ook uw stemorgaan zo mooi is als uw veren dan moet toch ieder die u als een feniks eren!" Meester raaf, ontroerd door zoveel eer, Wipte van tak tot tak en boog zich wat naar voren, Keek toen trots over zijn snavel neer Op meester vos en om zijn stem te laten horen Gaapte hij met zijn bek héél Wijd, Maar ja, de kaas was hij toen kwijt. Hij hapte er nog naar, keek treurig naar benenden. De vos pakte zijn prooi en fleemde toen tevreden. "Denk eraan, mijn waarde heer, Elke vleier schenkt zijn eer Aan door 't lot verwende vrienden Die zichzelf belangrijk vinden. Deze wijze les, helaas Kost u wel dit brokje kaas!" Beschaamd verborg de raaf zich in de eikentakken En kraste toen wat laat: "Mij zul je niet meer pakken!"
eptramelan.org

Gotthold Ephrain Lessing (1729-1781)

Gotthold Ephraim Lessing Wikipedia
Lessing was een Duits-Joodse schrijver. In Duitsland is hij het boegbeeld van de Verlichting. Hij was een deïst, wat wil zeggen dat hij uitging van het principe, dat God wereld heeft geschapen, maar er geen verdere bemoeienis meer mee heeft. Hij was een voorstander van godsdiensttolerantie. In al zijn werken komt zijn weerstand tegen orthodoxie naar voren. Hij was een vrijdenker. Naast schrijver was hij ook toneelcriticus en hij schreef zelf toneelwerken. Het bekendste daarvan is Nathan der Weise, dat in 1778 verscheen. In WOII was Nathan der Weise verboden op de literatuurlijsten van scholen. Het verhaal speelt zich af in 1200 als Saladin heerser is over Jeruzalem. Het voornaamste gedeelte is de parabel van de drie ringen, die Nathan als Saladin vertelt als deze hem vraagt welke godsdienst het belangrijkste is. Een erfstuk met de magische kracht die de bezitter ervan in de ogen van God en de mensheid een dierbaar mens maakte. Deze ring van vader op zoon overgegaan. Toen het bij een vader kwam die drie zonen had, die hij allen even liefhad, beloofde hij aan elk van hen de ring. Om zijn belofte te houden liet hij twee replica's maken, die niet van het origineel te onderscheiden waren. Op zijn sterfbed gaf hij ieder van de zonen een ring. De broers maakten ruzie over de vraag wie de echte ring bezat. Een wijze rechter dat het onmogelijk was omdat uit te maken, het zou goed mogelijk zijn dat alle drie de ringen replica's waren. De originele ring zou in het verleden verloren kunnen zijn gegaan. De enige mogelijkheid om te zien wie van de drie broers de ware ring bezat, was - voor ieder van hen - een leven te leiden zodat de krachten van de ring konden worden bewezen. Ze moesten een leven leiden dat in de ogen van God en de mensheid was zoals de ring suggereerde, ze moesten niet verwachten dat de ring hen met magische krachten zo'n leven zou geven. Nathan vergeleek dit met geloof en zei dat iedereen een gelovig leven leidt die geleerd heeft van degenen die hij respecteert. We lezen op blz 11 en 12 uit de reader: Nathan der Weise - De Parabel van de drie ringen. 
... (uitspraak van de rechter) NATHAN De rechter sprak: Als het zo is dat de authentieke ring de kracht bezit om zich geliefd te maken bij God en mensen; welnu, dan zal dat moeten blijken, want dat kunnen de valse ringen niet! Zo, welke twee van jullie beminnen jullie het meeste? Vooruit, geef antwoord! Ik hoor niets! Straalt de ring soms naar binnen en niet naar buiten? Ieder van u bemint zichzelf dus het meest! Alle drie bent u bedrogen bedriegers. Geen van u drie blijkt de echte ring te hebben. De echte ring is vermoedelijk verloren gegaan. Om het verlies te verbergen, verving de vader die ene ring door drie.' En, ging de rechter door, ik zal mij niet uitspreken maar u een goede raad geven. Ga naar huis. Laat elk zijn ring aanzien als de echte. Wie weet duldde de vader de tirannie van de ring niet langer! Vast staat: hij had u alle drie zeer lief en: even lief. Hij kon niet twee te kort doen, ten gunste van een enkele. Laat ieder ernaar streven vrij van vooroordelen te zijn, naar het voorbeeld van vaders liefde! Laat ieder van u wedijveren om de kracht van de opaal in zijn ring te bewijzen. Laat de kracht van deze steen zich uiten in zachtmoedigheid, verdraagzaamheid, liefdadigheid en innige overgave aan God. Als de kracht van de steen zich blijft manifesteren tot in de kinderen van uw kinderen, dan nodig ik u na duizend jaar uit voor deze rechtersteoel. Dan zal op deze stoel een wijzer rechter zetelen en spreken. Gaat nu heen. Zo sprak de recht in alle eenvoud. SALADIN Beste Nathan, de duizend jaren van uw rechter zijn nog niet aangebroken. Zijn rechterstoel is niet de mijne. Ga nu, maar wees mijn vriend!

Hieronymus van Alphen

Hieronymus van Alphen literatuurgeschiedenis.nl
In de Nederlandse literatuur in Van Alphen een vertegenwoordiger van de Verlichting. Hij was advocaat en bleef als weduwnaar achter met drie jonge zonen. Hij stond voor een moderne opvoeding. De jongens moesten leren door middel van versjes. Hij heeft zijn gedichten uitgeprobeerd op zijn kinderen. In zijn gedichten is duidelijk het vermanende vingertje terug te lezen. Het leren/de kennis is deugd. In zijn versjes klinkt het optimisme van de Verlichting door. Vanuit het perspektief van het kind wilde hij de jonge mens tot volwassen inzichten brengen. Dit was een cultuurverschijnsel in de Verlichting. We lezen blz 13 uit de reader: Kleine gedigten voor kinderen (1778-1782)
JANTJE EN HET KONIJN Daar zie ik een konijn! Wat zou 'k gelukkig zijn, Had ik het, om er meê in onzen tuin te loopen; Zei Jan: maar schoon 'k mijn geld Al drie maal heb geteld, Ik heb te weinig om dat lieve dier te koopen; En schoon mij dit aan 't harte gaat, Ik weet geen raad! ... *** Wel: laat u dit geval dan leeren, Mijn lieve Jan! Dat een verstandig kind geen dingen moet begeeren, Die hij te voren weet, dat hij niet krijgen kan.

Denis Diderot (1713-1784)

Denis Diderot Wikipedia
Diderot wordt samen met Spinoza en Bayle beschouwd als een van de grote filosofen van de Verlichting. Samen met d'Alembert was hij redacteur van de Encyclopédie, waaraan verschillende encyclopedisten werkten als schrijvers van de lemma's. Het doel was de ontwikkeling van de mensen en lezen maakte wijs. De artikelen in de Encyclopédie waren niet neutraal. Ze waren een uiting van de idealen van de schrijvers. Het waren politiek, maatschappelijke artikelen met subjectieve informatie. Het polemische karakter van de artikelen was een bedreiging voor de aristocratie, die, als de elite, het politieke discours voerde. Belangrijkste doel van Diderot en d'Alembert het dooorgeven van de kennis van de wereld aan de volgende generaties. Zij waren vertegenwoordigers van een idealisme, die geloofden in de vooruitgang. Diderot's werk La réligieuze (de Non) begon als een grap voor zijn vriend Marquis de Croismare. Diderot schreef een aantal fictieve brieven van Suzanne Simonin aan de Marquis, waarin zij hem op hulp vraagt om te kunnen uittreden. Ze zit tegen haar wil in het klooster, omdat ze een buitenechtelijk kind was. Later heeft Diderot deze brieven omgewerkt tot een roman. Diderot wilde met de roman de toenmalige praktijk van het verplichte intreden van jonge vrouwen in een klooster om hen uit de weg te houden aan de orde stellen. Daarnaast vroeg hij aandacht voor de corruptie onder de geestelijken en in de klooster. Tijdens zijn leven heeft Diderot de roman, die in 1760 voltooid was, niet gepubliceerd om de explosieve inhoud. Publicatie kwam pas na Diderot's dood in 1796. De roman is enige malen verfilmd, in 2013 onder de naam The Nun.  We lezen uit de reader blz 14 en 15: Denis Diderot - La réligieuse
... Er is een vraag, die ik zou willen stellen, namelijk deze: Waarom komt een wanhopig geworden non niet op het denkbeeld het klooster in brand te steken? Ikzelf ben er niet opgekomen en anderen ook niet, hoewel zoiets heel gemakkelijk uitvoerbaar zou zijn. Men zou maar op een winderige dag hoeven te wachten dan met een toorts naar een zolder, een houtstapelplaats of door een gang te lopen. ER branden geen kloosters af en toch zou in een dergelijk geval iedere deur opengaan om de bewoners in staat te tellen het vege lijf te bergen. Zou het niet zo zijn, dat men bang is voor zichzelf en voor degenen, van wie men houdt end at men zijn toevlucht niet wil nemen tot een hulpmiddel, dat ook degenen, die wij haten kan bevrijden. Deze gedachte is misschien wat al te subtiel om waar te zijn. ...
In deze alinea blijkt duidelijk dat het verstand de baas is over emotie. Suzanne denkt na over een mogelijke brand in het klooster en ze overweegt verschillende gedachten erover. Dat is een uiting van het Verlichtings denken.
... Wat ik wilde doen zou me niet meer dan een week of twee kosten. Waar ging het om? Een memorie opstellen en die aan iemand te lezen geven. Het een noch het ander was zonder gevaar ...
Een memorie opstellen hier in de betekenis van een beschouwing schrijven van eigen ervaringen en waarneming.
... (aan het woord is de moeder-overste) Er gaat iets slechts in je om. Je hebt plannen. Het belang van het klooster eist, dat ik ze ken en ik zal ze leren kennen. dat verzeker ik je. Zuster Suzanne, zeg met de waarheid." "Die heb ik u gezegd." "Ik ga nu weg, maar wee je als ik terugkom. Dan geef ik je nog één kans. De papieren, als die er nog zijn..." "Ik heb ze niet meer." "Dan zweer je, dat ze alleen maar je biecht inhielden." "Dat kan ik niet doen."... (de moeder-overste roept de hulp in van vier gunstelingen, die haar adviseren Suzanne met harde hand aan te pakken. Suzanne wendt zich tot de moeder-overste) ..."Lieve moeder," zei ik. "Ik heb niets gedan, dat slecht is in de van God en de mensen, dat zweer ik u." "Het is niet de eed, die ik van je verlang."...
Hier ageert Diderot tegen een door mensen bedachte regel: papier in het klooster mocht alleen gebruikt worden voor de biecht. De strenge regels dienden om de eigen individualiteit van de nonnen op te geven.

Daniel Defoe (1660-1731)

Daniel Defoe Wikipedia
Daniel Defoe's werk Robinson Crusoe (gepubliceerd in 1718) is een van de werken die zich een plek in het collectief geheugen van de cultuur heeft verworven. Het verhaal is voortgekomen uit de idealen van de Verlichting. 
Er is zelfs een eigen woord voor dit soort verhalen ontstaan: de robisonade:  een verhaal waarbij het voornaamste motief de onvrijwillige sociale isolering van één of hooguit een kleine groep personen – met name op een afgelegen eiland – is. Behalve in de literatuur is dit thema terug te vinden in enkele andere kunstvormen, met name de film.(Wikipedia)
Het is een imaginair reisverhaal, waarin de hoofdpersoon na een schipbreuk op een onbewoond eiland moet zien te overleven. Hij raakt niet in paniek over zijn toestand, maar gebruikt zijn verstand. Defoe behandelt in het verhaal een aantal moraalfilosofische vraagstukken, zoals het conflict tussen natuur en cultuur en blijven vasthouden aan het geloof en niet vervallen tot barbarij. 
Het verhaal is gebaseerd op de ervaringen van een Schotse kapitein Alexander Selkirk die vier jaar op een onbewoond eiland verbleef voor hij werd gered. 
Al in 1708 was eerder een imaginair reisverhaal gepubliceerd door Hendrik Smeeks. Hij verbleef 11 jaar in het land Krinke Kesmes. Hij beschrijft het als een ideale maatschappij, waarin gelijkheid heerst en tolerantie bestaat ten opzichte van godsdienst. Dit laatste verwijst naar de opkomst van het Deïsme. Het is goed mogelijk dat Daniel Defoe dit werk kende. 
Belangrijke boodschap was ook het cultuurrelativisme: het projecteren van eigen normen en waarden op o.a. kannibalisme. Moesten de wilden (Vrijdag) niet in hun oorspronkelijk staat worden gelaten, of moesten zijn heropgevoed worden volgens de heersende beschavingsnormen. 
We lezen blz 16 t/m18 uit de reader: Daniel Defoe - Robison Crusoe hoofstuk 39.
... Ik overlegde nu dat ik in de toekomst twee personen in plaats van één moest voeden, en dus een groter stuk land nodig had. ...
Uit dit fragment blijkt dat de hoofdpersoon nadacht.
... Op een dag wilde ik eens weten of hij verlangen voelde om naar zijn vaderland terug te gaan. En omdat ik hem het Engels nu al zo goed had bijgebracht dat hij op de meeste van mijn vragen kon antwoorden, vroeg ik hem of het volk waartoe hij behoorde dan nooit overwinnaar in de slag bleef. Toen glimlachte hij en zei: "O ja, wij slaan elkaar steeds beter." Hij wilde daarmee zeggen: Wij hebben in de strijd altijd de overhand. En nu kwam het tot het volgende gesprek tussen ons. Ik: "Jullie slaan elkaar steeds beter, zeg je. Maar hoe komt het dan, mijn beste Vrijdag, dat je gevangen werd genomen?" Vrijdag: "Mijn volk toch goed vechten." Ik: "Hoezo 'goed vechten'? Als jouw volk de anderen heeft verslagen, hoe kon je dan gevangen raken?" Vrijdag: Zij meer waren dan mijn volk, daar, waar ik geweest; zij genomen een, twee, drie en mij. Mijn volk hen geheel en al geslagen op plaats, ginds, waar ik niet was. Daar mijn volk genomen een, twee, veel duizend." Ik: "Maar waarom heeft jouw volk jou niet uit de handen van de vijanden bevrijd?" Vrijdag: "Zij mij en andere weggedragen in kano. Mijn volk toen geen kano gehad."
Robinson stelt Vrijdag vragen over zijn gevangenneming. De vraagstelling is heel rationeel. Robinson wil helder overkomen.

Jonathan Swift (1667-1745)

Jonathan Swift Wikipedia
Swift is een dichter, satiricus en pamflettenschrijver. Zijn bekendste werk Gulliver's travels is een satirisch verhaal op de Engelse en Europese samenwerking en maatschappij. Tevens is het een parodie op het imaginaire reisverhaal. 
Enkele begrippen zijn in de Engelse taal teruggekomen, zoals 'yahoo': een dom vulgair persoon, die Gulliver op zijn vierde reis tegenkomt. Zo ook de 'Struldbruggs' van het eiland Luggnaggs. Zij zijn onsterfelijk, maar wel ziek en moet veel lijden. Vandaar ook Swift uitspraak: "Iedereen wil lang leven, maar niemand wil oud zijn," Over deze laatste bevolking een fragment uit de The Telegraph van april 2004
Everyone remembers the Lilliputians but not many people could tell you who the Struldbrugs of Luggnagg were. Which is strange, because this part of Jonathan Swift's satire is as relevant to the modern age as the antics of the little people.
Gulliver's Travels tells of many fictional South Sea islands but none stranger than Luggnagg. There, he is told, the Struldbrugs live forever. Gulliver exclaims: "I cried out as in a rapture; happy nation where every child hath at least a chance for being immortal!"
His contacts soon put him right. Sure, the Struldbrugs live to ripe old ages inconceivable in 1726 but they do not remain young forever. Or, as Swift puts it, "the question therefore was not whether a man would choose to be always in the prime of youth, attended with prosperity and health, but how he would pass an eternal life under all the usual disadvantages which old age brings along with it".
Even now, none of us can live forever. However, for some old people, it may feel that way. Advanced longevity can prove a mixed blessing if it is marred by poverty and ill-health. Nearly 300 years ago, in one of the bleakest passages in the book, Swift described how the Struldbrugs were stripped of their assets by law when they reached 80 years of age. Then: "At 90 they lose their teeth and hair, they have at that age no distinction of taste, but eat and drink whatever they can get, without relish or appetite.
"The diseases they were subject to still continue without increasing or diminishing. In talking, they forget the common appellation of things and the names of persons, even those who are their nearest friends and relations." (telegraph.co.uk)
We lezen blz 19 t/m 21 uit de reader: Jonathan Swift - Gulliver's travel 10. 
...De koning beraadslaagde voortdurend met zijn ministers wat er met me moest gebeuren, maar tot een besluit konden ze niet komen...
Dit is een knipoog naar de werkelijkheid. Swift wil hiermee zeggen: ook in onze maatschappij vindt dit plaats.
... Wél nam hij goede nota van wat er leefde onder het volk....
Een verwijzing naar vooruitgang en hoe met overleg een democratisch besluit wordt genomen. Swift als voorloper van de democratie.