Duizend jaar Europa IV (1650-1800)- september 2016

Muziek 1 (1650-1800)

Verslag 3e hoorcollege

Inleiding

Verslag 3e hoorcollege - Muziek 1

Inleiding

In dit semester wordt nog een deel van de Barokmuziek behandeld. Dit is de muziek in de periode 1600-1750. In het tweede hoorcollege komen de Weense klassieken (1750-1800) aan de orde.  In de voorgaande semester hebben we kennisgemaakt met de kenmerken van de middeleeuwse muziek, de muziek van de renaissance en de vroege barok. De middeleeuwse muziek is niet in een kernwoord te vangen. Rond 1300 wordt de ARS ANTIQUA - de vroeg-middeleeuwse muziek - vervangen door de ARS NOVA. Dit vormt de opmaat naar de muziek van de renaissance. Kenmerk van deze muziek is HOMOGENITEIT. Op het hoogtepunt is deze vorm niet meer verder te ontwikkelen. De composities vinden een nieuwe richting in de vroeg-barok, waarvan Monteverdi de vertegenwoordiger was. In deze les behandelen we de midden- en laat-barok componisten, waaronder Purcell en Corelli. Het tweede uur wordt geheel gewijd aan Johan Sebastiaan Bach. De lessen van het volgende semester omvatten zoveel componisten, dat Ludwig van Beethoven nog in het vierde semester wordt behandeld, ook behoort deze componist op zijn hoogtepunt eigenlijk tot een volgende generatie componisten en niet tot de Weense Klassieken.

Henry Purcell (1659-1695)

Purcell is de belangrijkste componist in Engeland in deze periode. Zijn opera Dido en Aeneas vertelt het verhaal van de ongelukkige relatie tussen de held van de Trojanen Aeneas en de koningin van Carthago Dido. Na de ondergang van Troje vlucht Aeneas met zijn oude vader en zijn zoon. Zijn opdracht is om in Italië een nieuw Troje te stichten: Rome. Tijdense zijn zwerftocht belandt hij in Carthago, waar Dido koningin is. Ze is weduwe en wordt verliefd op de aantrekkelijke Aeneas. Aeneas beantwoordt her liefde, maar wordt door de goden gedwongen haar te verlaten; hij moet zich aan zijn opdracht houden. Dido is zo teleurgesteld, dat ze zelfmoord pleegt. De Romeinse schrijver Vergilius heeft dir verhaal geschreven in de Aeneas.  Purcell's opera centreert zich rond de relatie tussen Dido en Aeneas. Het is een korte opera, geschreven voor een groep meisjes in een exclusief internaat, maar het kan ook voor het hof van koning William en koningin Mary zijn bedoeld. De renaissance muziek was niet verder te perfectioneren: alle stemmen waren even belangrijk. In de muziek van de midden-barok is het vooral de melodie- en de baslijn die de compositie dragen. De tussenstemmen zijn minder belangrijk en worden soms zelfs niet uitgeschreven. We luisteren naar de aria: "When I laid in earth", een lamentatie van Didio voor ze zich van het leven beroofd. Recitative Thy hand, Belinda, darkness shades me, On thy bosom let me rest, More I would, but Death invades me; Death is now a welcome guest. Aria When I am laid, am laid in earth, May my wrongs create No trouble, no trouble in thy breast; Remember me, remember me, but ah! forget my fate. Remember me, but ah! forget my fate.

Aria uit Dido en Aneas: When I am laid in earth
Dit is een passacaglia, of een folia, of chaconne. Deze muziekvorm is exemplarisch voor de Barok. De voorgeschreven maar is 3/4 maar traag en rustig. In de melodielijn komen variaties voor, maar de baslijn heeft een thema van 8 maten die steeds worden herhaald. Eerste vier regels vormen de inleiding met het thema van de baslijn.  In de regels 5-8 wordt de baslijn opnieuw uitgevoerd.  Juist het gebruik van de terugkerende baslijn moest tot homogeniteit leiden. Toch is de herhaling niet steeds in dezelfde harmonie. Door op de baslijn steeds een andere melodielijn te harmoniëren wordt het geen dreun.  In Engeland zijn er in deze periode geen prominente componisten werkzaam, zoals in Duitsland.  Voor de begrafenis van koningin Mary in 1695 componeerde Purcell een begrafenismars.  We luisteren naar Music for the Funeral of Queen Mary
Music for the Funeral of Queen Mary
De pauken geven het tempo van de processie aan. In de melodielijn horen we een bazuin. Purcell overleed eveneens in 1695. Bij zijn uitvaart werden eigen compositie van hem gespeeld.
A Clockwork Orange - Stanley Kubrick
Bewerking van Purcells' Funeral 
door Walter/Wendy Carlos - synthesizer
Stanley Kubrick maakte in de introductie van zijn film A Clockwork Orange gebruik van een bewerking van Purcell's Funeral for Queen Mary. De muziek is elektronisch bewerkt door Walter/Wendy Carlos.

Jean-Baptiste Lully (1632-1687)

Tijdens dit hoorcollege is Lully niet behandeld. Simon Burgers heeft alleen wat plaatjes laten zien uit de film Le Roi Danse, waarin het Ballet de la Nuit van Lully wordt uitgevoerd, met de jonge Lodewijk XIV als de opkomende zon. Aan dit ballet dankte Lodewijk zijn bijnaam de Zonnekoning. 
Lully kwam uit Italië, maar werkte zijn hele muzikale carriere aan het hof van Lodewijk XIV, Naast balletten componeerde hij ook opera's.
Uit: Le Roi danse

Arcangelo Corelli (1653-1687)

Corelli heeft alleen instrumentale muziek gecomponeerd. We luisteren naar twee versie van: Sonate 12 in d klein "Folia" (1706) Er is een mooie melodie- en baslijn. Daartussen werd met getalletjes aangegeven welke akkoorden er tussen gespeeld kunnen worden. We horen eerst een introductie: het thema dat uit 2 frasen bestaan. Daarop wordt gevarieerd met een 1e, 2e, 3e variatie, etc. Het stuk begint rustig, maar de variaties worden steeds moeilijker. 
 Eerste versie Sonate 12 in d klein "Folia"
In de tweede versie van dit stuk horen we de klavecimbel de inleiding spelen. Dit is niet zo door Corelli aangegeven. In deze periode is er nog een grote vrijheid in de uitvoering van composities. De uitvoerenden konden dit zelf bepalen. Pas in de 19e eeuw komen er striktere aanwijzingen. o.a. bij de uitvoering van de werken van Mahler.  De tijd van de Barok kan worden gezien als de emancipatie van de instrumentale muziek. 
Tweede versie van Sonate 12 in d klein "Folia"
Rachmaninoff heeft de Sonate van Corelli  gebruikt in zijn werk: Variatie op het thema van Corelli uit 1931.
Variatie op Corelli - Rachmaninoff

Georg Friedrich Händel (1685-1759)

Händel was Duitser van geboorte, maar werkte een groot deel van zijn carrière in Engeland. Hij componeerde veel werken voor het Engelse hof. Een bekend werk is De Watermuziek die hij schreef voor koning George I voor diens boottocht over de Theems. Een ander opvallend werk is Concerto voor harp en orkest (1736) Ook in dit concerto vinden we het muzikale ordeningsprincipe terug, dat kenmerkend is voor de instrumentale muziek uit de Barok. Tot en met de Renaissance was vocale muziek het ordeningsprincipe. Dit veranderde in de Barok. De Chaconne is een ordeningsvorm. In het Concert voor harp en orkest hoort de luisteraar een afwisseling tussen orkest en de solist. Er is een duidelijke afwisseling tussen beide. Dit versterkt het vormgevoel voor de luisteraar. Aan het einde van het stuk is het voor de luisteraar voltooid. De cirkel is rond. We luisteren naar het Concerto in B flat Major voor harp en orkest. De delen zijn: 
Tutti herhaald
Solo
Tutti
Solo
Tutti (kort)
Solo
Tutti
Harp Concerto in B flat Major Op. 4 No. 6, HWV 294 firstmovement
Dit is een van de weinig concerten voor harp en orkest. Dat heeft te maken met de stemming van de harp. De snaren van de harp zijn te vergelijken met de witte toetsen van de piano. De solist heeft dus niet de mogelijkheid om halve afstanden te spelen. Dit kan wel door het pedaal te gebruiken, maar dan worden de snaren de zwarte toetsen van de piano. Alle A's worden As.

Jean Philippe Rameau (1683-1764)

Rameau werkte eveneens aan het Franse hof, maar een generatie later, onder Lodewijk XV. Hij was een succesvol componist en heeft veel opera's geschreven.  We luisteren naar een rondeau uit "Les Indes Galantes" (1735)
Rondeau uit "Les Indes Galantes" 
Eigenlijk is dit stuk geschreven voor klavecimbel. Dit is een concertante uitvoering. ZIMA, ADARIO Forêts paisibles, Jamais un vain désir ne trouble ici nos coeurs. S'ils sont sensibles, Fortune, ce n'est pas au prix de tes faveurs. CHOEUR DES SAUVAGES Forêts paisibles, Jamais un vain désir ne trouble ici nos coeurs. S'ils sont sensibles, Fortune, ce n'est pas au prix de tes faveurs. ZIMA, ADARIO Dans nos retraites, Grandeur, ne viens jamais Offrir tes faux attraits! Ciel, tu les as faites Pour l'innocence et pour la paix. Jouissons dans nos asiles, Jouissons des biens tranquilles! Ah! peut-on être heureux, Quand on forme d'autres voeux? De vier regels die het koor zingen worden in de tweede solo herhaald na de zin Pour l'innocence et pour la paix. Ook aan het eind herhaalt het koor deze vier regels, waarmee het rondeau eindigt. Het rondeau is een belangrijke muziekvorm en herkenbaar aan de vorm ABACA. Het stuk heeft meestal een luchtig, vrolijk karakter. 

Antonio Vivaldi(1680-1743)

Vivaldi woonde het grootste deel van leven in Venetië. Hij was een zeer productief componist, die naast opera's ook stukken schreef voor concerten in verschillende combinaties met solo-instrumenten. 
We luisteren naar het Concert voor twee violen en orkest in a klein. (1711)
Concert voor twee violen, clavecimbel en strijkorkest in a klein
Andere uitvoering zonder afleiding
Net als bij het stuk van Händel kunnen we een afwisseling horen tussen orkest en solisten.
Tutti (lang) Tutti Tutti (begin)
Solo Solo Solo
Tutti (kort) Tutti (begin van andere toonsoort) Tutti
Solo Solo Solo
Tutti (kort) Tutti Tutti
Solo (kort) Solo (kort)  
Het is vitale stralende muziek. Oorspronkelijk noteerde Vivaldi alleen de cello+bas voor de baslijn en de melodielijn. Het deel voor klavecimbel werd niet genoteerd. Simon Burgers vergeleek de muziek van Vivaldi met de schilderijen van de Venetiaanse schilder Canaletto, een tijdgenoot van Vivaldi

Johan Sebastiaan Bach (1685-1750)

In de ontwikkeling van de westerse muziek is Bach de grootste componist. Het is onmogelijk om in het beperkte tijdsbestek van dit hoorcollege zijn oeuvre uitputtend te behandelen. We luisteren naar Adagio (deel 2) uit het vioolconcert in E groot (c.1720)
Adagio (deel 2) uit het vioolconcert in E groot 
Dit werk doet denken aan het vioolconcert van Vivaldi. Bach was een groot bewonderaar van Vivaldi en heeft diverse stukken van Vivaldi bewerkt. In bovenstaand stuk wordt één viool ondersteund door een strijkorkest. In uitvoeringen waar ook een klavecimbel wordt gebruikt voegt deze in zonder partituur. Bach's muziek werd in zijn tijd al ervaren als een conservatieve vorm van de Barok. Bach componeerde meerdere stemmen en werkte ook de tussenstemmen uit. Zijn muziek werd ervaren als doorwrochte muziek, maar als componist werd hij ouderwets gevonden. Zijn manier van werken werd in die tijd al overvleugeld door moderne stromingen. We luisteren naar Chaconne (begin) uit tweede partita voor solo viool (1720)
Chaconne uit tweede partita voor solo viool 
Met deze Chacoone heeft Bach een stuk neergezet dat nooit meer is overtroffen. Het wordt beschouwd als het grootste vioolsolostuk aller tijden. Het stuk kent een thema met daarop variaties, maar het grote verschil met Corelli is dat bij Bach de variaties in elkaar overvloeien. In de partituur staan geen herhalingen (dubbele streepjes). Er is een wetmatigheid maar die is niet voorspelbaar, Toch is het stuk in evenwicht. We luisteren naar Glenn Gould - Bach, Gigue BWV 828 
Glenn Gould - Bach - BWV 828 - 7 - Gigue
Glenn Gould wordt beschouwd als een virtuoos in het spelen van Bach op piano. Soms is zijn performance wat gezocht, soms ook subliem. Bach componeerde deze Gigue voor klavecimbel. In het boek van David Hofstadter: Gödel, Escher en Bach, beschrijft de auteur de komst van de oude Bach aan het hof van Frederik de Grote van Pruisen voor het begin van een fluitconcert in het paleis van de koning in Sanssouci.  We lezen uit de bijlage het gedeelte uit David Hofstadter over de komst van J.S.Bach in Sanssouci.  Frederik de Grote legde Bach een thema voor en vroeg hem daarop te improviseren. Dit thema werkte Bach naderhand uit in het Musikalisches Opfer en stuurde het aan de koning vergezeld van een zeer onderdanige brief.  We luisteren naar J.S.Bach - Musikalisches Opfer. 
Musikalisches Opfer
Johan Sebastiaan Bach was een productieve componist. Van zijn composities zijn ruim duizend werken bewaard gebleven. Overzicht:
  • Sonaten und Partiten für Violin Solo
  • Das Wohltemperierte Klavier I - diverse thema's
  • Das Wohltemperierte Klavier II 
  • Goldbergvariationen
  • Musikalisches Opfer
  • Die Kunst der Fugen - een boek met fuga's op één thema
Het Wohltemperierte Klavier ontstond doordat de stemming van een klavier op octaven en kwinten een hoorbaar verschil gaf. Dit wordt de Pythagoreïsch komma genoemd. Hierdoor klonken de compositie niet langer harmonisch. Om dit te overkomen werd de kwint op de grondtoon bijgesteld. 
Maarten 't Hart heeft in zijn boek over Bach de getallentheorie van Bach uitgewerkt. Volgens Simon Burgers is deze theorie onzin. 
De getallentheorie zou inhouden dat Bach de datum van zijn eigen dood zou hebben berekend
Ook Bach's compositie worden in veel filmmuziek toegepast. 
'Koraalprelude voor orgel
Deze prelude wordt ook gebruikt in de Russische film 'Solaris' naar het boek van Stanislav Lem. De hoofdpersoon doet een onderzoek naar de vreemde verschijnselen bij de planeet Solaris, waar obsessies van bewoners van een ruimtestation werkelijkheid worden. In onderstaand fragment wordt de muziek van Bach gespeeld tegen een close-up van Brueghel's winterlandschap. 
Solaris by Andrej Tarkovskij - Levitation (full scene)
Nog een voorbeeld van de verwerking van Bach's muziek. Dit keer in een ballet uit 1946. Het stuk is de Passacagli & Fuga in c klein. Eerst uitgevoerd op orgel, daarna een theaterregistratie van het ballet Le jeune homme et la mort. 
Passacaglia and Fugue in C Minor BWV 582
Le Jeune Homme Et La Mort