Duizend Jaar Europa II (1300-1500)- 30 november 2015

Muziek 2

Inleiding

In het eerste college muziek hebben we het gehad over het isometrisch motet: verschillende melodieën met wisselende ritmes die soms samenvallen en soms niet. 

Na 1400 verdwijnt langzamerhand het gebruik van isometrie in de muziek. Er volgt een muzikale omslag die het begin van de Renaissance inluidt. De muziek wordt meer een eenheid, meer homogeen. 


De muzikale Renaissance wordt gewoonlijk onderverdeeld in vijf periodes
Periode 4 en 5 komen het volgende semester aan bod. 

1420-1460

Engeland

Tijdens de Honderd-jarige oorlog, waarin Engeland zijn aanspraken op de Franse troon verdedigt, vindt ook een uitwisseling plaats van de muziek.

John Dunstable (c.1385-1453)

John Dunstable diende aan het hof van de hertog van Bedford. Bij zijn reizen naar het vasteland van Europa werd zijn manier van componeren ook in Parijs bekend. Hij wordt gezien als de wegbereider van de Renaissance in de muziek.
In de muziek van Dunstable horen we meer homogeniteit in de klanken.

We luisteren naar een werk van John Dunstable op blz 14 van de reader.

Speciosa facta es


Speciosa facta es
et suavis in delitiis virginitatis
sancta Dei genitrix
quam videntes filiae Syon vernantem

in floribus rosarum
et liliis convalium.
Beatissimam praedicaverunt
et regine laudaverunt eam.
Vergelijken we Speciosa facta es met Garrit Gallus van Philippe de Vitry dan vallen een duidelijk aantal verschillen op:

N.B. Er is een wiki waarop de bladmuziek van deze werken kan worden afgedrukt en met een speciaal viewer programma ook kan worden afgespeeld. De ingespeelde werken hebben verschillende extensies. Ga naar Free Choral Music wiki en snuffel rond

Frankrijk

Guillaume Dufay [uit te spreken als: Dufà-ie](c.1400-1477)

Guillaume Dufay is de belangrijkste componist uit de Vroeg-Renaissance. Hij werkte aan het Franse hof  en voor de paus. Hij schreef wereldlijke muziek, maar ook geestelijke werken. 

We luisteren naar Nuper Rosarum Flores op blz 14 van de reader

Nuper rosarum flores




Analyse: het is een vierstemmig werk: 2 stemmen beginnen en 2 stemmen vallen later in. Dit wisselt af, maar volgt niet de indeling van de tekst.
Kenmerken:

bron: DBNL
Bladmuziek van Nuper rosarum flores

Het werk is gecomponeerd voor een bijzondere gelegenheid: de inwijding van De Basilica di Santa Maria del Fiore in Florence op 26 maart 1436. Daarnaast was het werk ook een hommage aan Filippo Brunelleschi, de bouwer van de koepel van de basiliek. Dufay heeft dat tot uitdrukking gebracht door de 2 onderstemmen over elkaar heen te laten schuiven.
Brunelleschi bouwde de koepel als twee schillen die in elkaar passen. De kennis van koepelbouw was met de val van het Romeinse Rijk verloren gegaan. De romeinen hadden koepelbouw toegepast in het Pantheon. De herontdekking van het bouwen van bogen en koepel begon met de Romaanse bouwstijl, die eveneens van de romein was overgenomen. Om hoger te kunnen bouwen werd de spitsboog gebruikt in de gotische kathedralen.
Bij de bouw van de koepel van de Dom van Florence was de grootste moeilijkheid het plaatsen van de sluitstenen zonder dat deze vrij zwevende stenen naar beneden zouden vallen. Ook de romeinen kenden dit probleem, vandaar de oculus in het Pantheoen. Bij de bouw van de Dom van Florence is opgelost door op de oculus een lantaarn te plaatsen. Deze is 16 meter hoog geworden.

1460-1490  

Anoniem

L'homme armé


Deze melodie werd door zo'n 30 componisten van deze periode verwerkt in missen. Vaak zit het liedje verstopt in de 2e onderstem, waardoor het lastig te horen is. 

Johannes Ockeghem(c.1410/25-1497)

Missa L'homme armé Kyrie


Ockeghem gebruikt hetzelfde schema als in L'homme armé a-b-a in een langzamere melodie (zie afbeelding van de bladmuziek hierboven). Nog altijd wordt de onderstem langzaam gezongen, een nog niet volledig loslaten van het Gregoriaans. De 4 stemmen bij Ockeghem lopen door elkaar heen, terwijl Dufay afwisselend 2 en 4 stemmen gebruikt in zijn werken. 

Jacob Obrecht(c.1457-1505)

Missa L'homme armé

Ook Jacob Obrecht gebruikt de melodielijn van L'homme armé in een mis. Obrecht componeerde op een eigenzinnige manier, 4-stemmig, 3-stemmig, 4-stemmig. De melodielijn op de tekst 'On a fait partout crier'  uit L'homme armé gebruikt hij in Kyrie. 

Obrecht schreef ook een bundel stukken die waarschijnlijk ook instrumentaal werden uitgevoerd. Ook al zijn er geen stemmen aangegeven, de muziek is wel afgeleid van vocale muziek. Het instrumentaal uitvoeren van werken kwam echter sporadisch voor. De instrumenten werden erbij bedacht en het register is klein, zodat het eventueel kan worden gezongen.

Tstaat ein meskin



Johannes Ockeghem

D'un autre amer


Ockeghem componeerde ook wereldlijke 3-stemmig muziek die door 'amateur'-zangers (gezelschappen aan hoven) konden worden uitgevoerd. Deze populaire melodieën waren gebaseerd op het rondeel. In onderstaande tekst is de vorm met letters aangegeven. A en a staan voor dezelfde muziek, zo ook voor B en b. Hoofdletters verwijzen naar dezelfde tekst.

D'un autre amer mon cuer s'abesseroit
Il ne fault ja penser que l'estrange    -------------------- A
Ne que pour rien de ce propos me change
Car mon honneur en appetisseroit ---------------------- B

Je l'aime tant que jamais ne seroit
Possible a moi consentir l'eschange -------------------- a
D'un autre amer mon cuer s'abesseroi
 Il ne fault ja penser que l'estrange. ------------------ a

La mort par dieu avant me defferoit
Qu'en mon  vivant j'acointasse ung estrange ---------- a
Ne cuide nul qu'a cela je me range
Ma leaulte trop fort je mefferoit. ------------------------ b

D'un autre amer mon cuer s'abesseroit
Il ne fault ja penser que l'estrange ------------------- A 
Ne que pour rien de ce propos me change 
Car mon honneur en appetisseroit. ------------------ B

Joannes Tinctoris(c. 1440-1521)

bron: Wikimedia
JoannesTinctoris was een componist uit Vlaanderen die zich onder meer bezig heeft gehouden met het beschrijven van de problemen waar componisten tegen aan liepen. Hij heeft theoretische werken gepubliceerd over muziek, maar had nog geen benamingen voor de samenklank van 3 of meer tonen. Het gebruik van akkoorden behoort tot de moderne tijd. Er werd in de Middeleeuwen vaak naar de Harmonie der Sferen van de klassieke oudheid verwezen, maar de humanisten, waaronder Tinctoris, vonden dat mystieke onzin, De ideeën van de Harmonie der sferen, waarbij iedere planeet zijn eigen klank voortbracht is in de 6e eeuw opgetekend door Isodore van Sevilla die bekend is door de encyclopedische werken die hij schreef. Leuke bijkomstigheid is dat hij de beschermheilige is van internet. Hij wordt afgebeeld met een inktpot, een ganzenveer en een boek.

We lezen een fragment uit Liber de arte contrapuncti (meerstemmigheid, waarbij de stemmen onafhankelijk zijn)(1477) van Joannes Tinctoris.  

"Ik heb besloten om het kleine beetje dat ik door oplettende studie over de kunstvan het contrapunt (=meerstemmigheid) heb geleerd, schriftelijk vast te leggen.Dit ten profijte van alle studenten van deze eervolle kunst, die, met deconsonanten waarvan Boethius heeft verklaard dat ze het genot van de muziekuitmaken, is geschapen ter ere van Gods eeuwige majesteit, waarvoor, met behulpvan juist deze samenklanken, aangename en passende lofgezangen wordengemaakt en geofferd, zoals bevolen in het boek der Psalmen. Voor ik hieraanbegin, kan ik echter niet in stilte voorbij gaan aan de mening van verschillendefilosofen, waaronder Plato, Pythagoras, hun opvolgers Cicero, Macrobius, Boethiusen ook onze Isodorus (van Sevilla), dat de beweging der sterren en planeten wordtgeleid door harmonische modulaties, dat wil zeggen, door verschillendesamenklanken. Zo zegt Boethius dat Saturnus de laagste toon voortbrengt, en dat,stap voor stap via de andere planeten, de maan de hoogste toon produceert. Maaranderen zeggen nu precies het omgekeerde: de laagste toon wordt aan de maantoegeschreven, de hoogste aan Saturnus. Ik geloof geen van beide. Ik houdt meaan Aristoteles en zijn commentator (Thomas van Aquino), die, samen met onzemeer recente filosofen, aantonen dat er in de hemelsferen feitelijk noch potentieelgeluid is. En aangezien samenklanken niet zonder geluid kunnen ontstaan, zalniemand mij er van kunnen overtuigen dat uit de beweging van de hemellichamenmuzikale samenklanken ontstaan."

Josquin des Prez(c.1440-1521)

Tu solus qui facis mirabilia


Dit werk toont een reuze stap ten opzichte van de werken van componisten als Guillaume de Machaut. De muziek klinkt harmonisch, er worden akkoorden gezonden. Josquin des Prez toonde aan dat wereldlijke en geestelijke muziek konden samengaan.

We vergelijken dit werk met een motet van Machaut met het motetus Inviolata genitrix. 



Bij Machaut is sprake van heterogeniteit. Er zijn 3 stukken die door de 3 stemmen afzonderlijk worden gezongen. In het vorige college hebben we dit ook gehoord in het werk van Philippe de Vitry Garrit Gallus. Het motet van Josquin des Prez is sprake van homogeniteit en harmonie. De stemmen zingen dezelfde tekst met samenklinkende klank. De indruk is rustig en aangenaam. In de Hoog-Renaissance worden homogeniteit en harmonie de belangrijkste kenmerken van de muziek.

De muziek van Josquin des Prez vormt de basis van het door Theun de Vries geschreven Motet voor de Kardinaal 

We lezen een fragment uit Motet voor de Kardinaal op blz. 18 van de reader

"Ik schrok: op een galerij boven mijn hoof ruiste het plotseling gedempt en verrassend. Vlak daarop barstte een koor van mannenstemmen los. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik keek links en rechts, maar niemand scheen ontdaan zoals ik. Ik vernam in het koor vele stemmen, die ieder voor zich schenen te zingen, ze stegen en daalden langs onzichtbare laders over en naar elkaar, som paarsgewijs, soms kruisten zij elkaars baan als kometen en sleepten een lange staart van harmonieën achter zich aan, zij hierlden elkaar zwevende in even wicht, en ondanks de kunstigste verstrengelingen was alles sterk en doorzichtig als zilveren steigerwerk in de ruimte..."

La Déploration de Jehan Ockeghem


Josquin des Prez schreef dit werk bij de dood van zijn leermeester Johannes Ockeghem. De tekst is van Jean Molinet Nimphes des Bois.  De Franse tekst wordt 4 stemmig gezongen. De Latijnse tekst is voor de langezame 5e stem. Alle stemmen eindigen met het Resquiescat in Pacem. Dit is een teruggrijpen op de Middeleeuwen in de stijl van Ockeghem, maar wel met de homogeniteit van Des Prez.