De Keulse schilder Stephan Lochner schilderde een drieluik met de Aanbidding van de Drie Koningen dat is opgesteld in de Mariakapel van de Dom van Keulen. Het drieluik laat een minutieuze manier van schilderen zien. Er zijn onnoemelijk veel details. De Drie Koningen waren voor Keulen heel belangrijk omdat zich in de Dom de Driekoningenschrijn bevond waarin de schedels van de Drie Wijzen worden bewaard.
Het middenpaneel toont de Aanbidding van de Wijzen, terwijl op de beide zijpanelen de stadsheiligen van Keulen zijn weergeven: St. Ursula en St. Gereon. De manier van schilderen laat duidelijk zien dat er tussen Keulen en Vlaanderen kennis over schilderkunst is uitgewisseld. Ook kwam het voor dat er bestellingen werden geplaatst bij andere schilders dan de lokale schilders.
Dit zien we bij het schilderij van Rogier van der Weijden Aanbidding van de Wijzen uit 1455. Dit schilderij is tien jaar jonger dan Stephan Lochner's drieluik. Het is heel waarschijnlijk dat Rogier van der Weyden het drieluik van Stephan Lochner heeft gezien.
In het middenpaneel van het St.Columba altaarstuk, geschilderd in opdracht van één van de burgemeesters zien we weer de bekende scène met de drie wijzen die eer betuigen aan Maria en het Christuskind. Van der Weyden heeft de scène gesitueerd in een vervallen ruïne - het symbool voor de oude wereld die instort. De drie wijzen op de voorgrond aanbidden de heerser van de nieuwe wereld.
Op de achterwand van de ruïne is boven het hoofd van Maria een crucifix te zien - een aankondiging van het lijden van het net geboren Christuskind.
Dat Van der Weyden het andere drieluik kende kan blijken uit de rechtse persoon op het middenpaneel. Deze rijk geklede persoon neemt dezelfde houding aan als de rechter figuur op het middenpaneel van Stephan Lochner. Het is geen letterlijke kopie. Het opnemen van figuren die door anderen ook geschilderd waren, werd in de middeleeuwen niet gezien als plagiaat, maar als een eerbetoon van de schilder aan het eerdere werk en diens maker.
Door de vervallen ramen van de ruïne zien we een gedetailleerd landschap met een stad. Dit is een kenmerk van de moderne wijze van werken.
Hans Memling schilderde in opdracht van de familie Greverade uit Lübeck een altaarstuk met daarin afbeeldingen van de Passie voor de Domkerk van de stad. Het middenpaneel toont de kruisiging op de berg Golgotha. De zonen van de familie Greverade waren bekend met de vernieuwingen die zich in de kunst voor deden en bestelden een altaarstuk dat er vernieuwend moest uitzien. Zij voelden zich als handelaren niet alleen inwoners van Lübeck, maar ook "wereldburgers". Het werd geen altaarstuk in de trant van Bertram van Minden, maar een emotionele voorstelling van een van de belangrijkste verhalen uit het Lijden van Christus.
Een tweede altaarstuk van Memling was oorspronkelijk besteld door de familie van de De Medici, maar kwam door piraterij als buit in Danzig terecht. Het is het Laatste Oordeel. Christus is gezeten op de regenboog met achter hem de apostelen en Maria en Johannes de Doper als voorspraak voor de zielen. Op de voorgrond weegt de aartsengel Michaël de zielen die uit hun graven omhoog kruipen. In het linker paneel - aan Christus' rechterhand - worden de uitverkorenen verwelkomd in de hemel door St.Petrus en de engelen. Op het andere paneel verdwijnen de verdoemden in de vurige muil van de Hel.
Een van de schilders die zich ook bezighield met het vervaardigen gravures is Martin Schongauer. Voor het klooster van Colmar schilderde hij de Madonna in de rozenhaag. Colmar is gelegen in de Elzas en was Franstalig. Het schilderij is in de 19e eeuw voorzien van een Romaanse boog, waardoor de vleugels van de engelen eruit zien als vleermuisvleugels. Maria is hier gekleed in een rood gewaad, als teken van liefde en lijden. Het doorgaans blauwe gewaad is een teken van trouw. Soms wordt dit ook gecombineerd: een blauwe mantel met daaronder een rood kleed.
Met de opkomst van de prentkunst werd het verspreidingsgebied vele malen groter en konden grotere groepen in Europa kennis nemen van de veranderingen in de schilderkunst.
Martin Schongauer is een belangrijk vertegenwoordiger van de gravurekunst. Zijn prenten waren bekend bij de jong Albrecht Dürer die naar het atelier van Schongauer reisde en bij hem in dienst trad om het vak te leren.
Vergelijken we de prent van Schongauer De Aanbidding van de Wijzen met Dürer's De Geboorte van Christus uit het Paumgarter Altar, dan valt op de Dürer in zijn werk, weliswaar spiegelbeeldig, schatplichtig is aan de prent van Schongauer. Dit soort vergelijkingen maken het mogelijk om verbanden en verspreiding van kennis in Europa te achterhalen.
In Dürer's altaarstuk worden de leden van de familie Paumgarter op de voorgrond geknield afgebeeld als hele kleine figuurtjes.
Tillman Riemenschneider was een meester in houtsnijwerk en bezat een groot atelier met vele leerlingen. Een van zijn bekendste werken is het Maria Altaar voor de Herrgottskirche in Creglingen. Het is een van de weinige altaarstukken die nog altijd op de oorspronkelijk plaats staan.
Het enorme werk toont onderin Maria's Hemelvaart, daarboven wordt zij gekroond als Koningin van de Hemel en bovenin staat een Lijdende Christus. De figuren zijn heel realistisch en tonen veel emotie. Aan dit altaarstuk hebben ook leerlingen gewerkt, maar de belangrijkste delen - de personages - zijn van de hand van Riemenschneider.
Het Rijksmuseum is in het bezit van twee beeldjes van Tillman Riemenschneider die waarschijnlijk onderdeel zijn geweest van een altaarstuk: de engel Gabriël en Maria tijdens de Verkondiging.
Vergelijken we de invloed van de gotiek in Italië met die van Frankrijk, dan zijn de verschillen groot. Michellozzo bouwde in Florence voor Cosimo De Medici het Palazzo Medici in 1444. Ongeveer een jaar later ontwierp hij voor Jacques Coeur diens paleis in Bourges in Frankrijk.
Vergelijken we de twee gebouwen dan valt op de het paleis in Bourges een overdaad kent aan decoratie en torentjes, terwijl het paleis van De Medici strak en sober is. In Florence was de invloed van de klassieke oudheid tot norm verheven. Het paleis van Cosimo toont de stijl van de geordende renaissance.
Dat de invloed van de gotiek in Italië anders werd uitgewerkt is ook te zien aan de Dom van Florence. (gebouwd door Arnolfo di Cambio). De huidige voorgevel dateert uit de 19e eeuw. De oorspronkelijk ingang stond dichter bij de oudheid. Deze gevel doet niet gotisch aan, maar is zeer strak en sober, eigenlijk kaal.
Filippo Brunelleschi
Brunelleschi: Koepel van de Dom van Florence
Schema en doorsnede
van de Koepel van de Dom van Florence
Bij het bouwen van de koepel van de Dom van Florence werd door Brunelleschi gekeken naar de bestaande koepels uit de oudheid: Het Pantheon (eigenlijk geen koepelbouw) en de Hagia Sophia.
De koepel van de Dom was tot 1418 de eerstvolgende na de bouw van de koepel van Hagia Sophia.
Brunelleschi won de wedstrijd voor de bouw van de koepel en baseerde zijn ontwerp op twee schalen ondersteund door een houten constructie. Hij gebruikte de houtconstructie om acht marmeren ribben aan de buitenzijde over de de koepel te bouwen. Die ribben waren het dragende deel van de koepel. De binnenkoepel draagt de lantaarn die na Brunelleschi's dood op de top van de koepel werd geplaatst. In 1436 was de koepel klaar en werd de Dom door de paus ingewijd.
Lorenzo Ghiberti
Lorenzo Ghiberti: Paradijsdeuren van het Baptisterium
Lorenzo Ghiberti: Isaak en Esau en Jacob
Voor de Dom van Florence staat het Baptisterium aan de oostkant ontwierp Lorenzo Ghiberti tien deurpanelen met afbeeldingen uit de Bijbel. Michelangelo noemde Ghiberti's deuren de Paradijsdeuren. De panelen tonen de grootsheid van de eigen tijd. De Oudheid werd gezien als een hoogtepunt in de kunst, daarna kwam een donkere periode waarin de kunst verviel en alleen vreemde uitingen voortbracht van Goten en later de Gotische bouwstijl. Met het aanbreken van de Nieuwe Tijden wordt de kunst van de Klassieke Oudheid herboren. De nieuwe kunst is groots en belangrijk net als in de Oudheid. Uit die Oudheid kende men de beeldhouwwerken en de bouw van tempels en gebouwen als het Colosseum. Van de schilderkunst is weinig overgeleverd.
In de panelen van Ghiberti worden in laag-reliëf suggesties gewekt van diepte en perspektief. De figuren zijn in hoog-reliëf uitgevoerd. Zij zijn monumentaal en volumineus weergegeven.
Tommaso Masaccio
Tomasso Masaccio: La Trinità
In de Santa Maria Novella is een briljant voorbeeld te zien dat het streven van de Italiaanse kunst gericht was op het scheppen van de illusie van ruimte.
Het fresco van Masaccio de Trinità toont ons de God de Vader die het Hout van het Leven ophoudt, waaraan zijn zoon is gestorven. Boven het hoofd van Christus is de Heilige Geest te zien gesymboliseerd door een duif. Deze manier van weergeven wordt ook De Genadestoel genoemd. God neemt de gekruisigde Christus in zich op.
Piero della Francesca
Piero della Francesca: Opstanding
Piero della Francesca is een van de grootste schilders van de Italiaanse Vroeg-Renaissance. De Opstanding van Christus die hij schilderde voor het Palazzo della Residenza in Sansepolchro toont Christus, terwijl hij verrijst uit een sarcofaag. Dit is een duidelijke verwijzing naar de Romeinse manier van begraven. In Judea waar Christus leefde werden de overledenen begraven in grotten. Christus draagt een vaandel als verwijzing naar de overwinning van de Hemel.
De soldaten op de voorgrond lijken echte personages. Ze zijn ruimtelijk weer gegeven en hebben volume. Het landschap is weinig gedetailleerd, noch is het ruimtelijk. Het lijkt een beetje op een gordijn, dat achter Christus omhoog wordt gehouden.
In Vlaanderen waren de schilders veel verder met het gedetailleerd en ruimtelijk weergeven van het landschap. De Italiaanse schilders de Vlamingen als meesters van het landschap
Andrea Mantegna
Andrea Mantegna: De Bewening
Deze Bewening van Christus toont het onderzoeken van het perspektief dat schilders in het begin van de Renaissance onderzochten. Mantegna is aan het voeteneinde van de baar gaan staan en heeft nauwlettend gekeken naar de werking van het verkort.
Voor in de omgeving van Mantua experimenteerden schilders met weergeven in verkorting, zodat hun afbeeldingen meer overtuigingskracht kregen.
Sandro Botticelli
Sandro Botticelli: La Primavera
Niet alle schilders gebruikten in hun schilderijen de nieuwe stijl. De Primavera van Botticelli toont langgerekte figuren die lijken te zweven boven een bosgrond. In het midden staat de personificatie van De Lente, maar het kan ook worden gezien als Maria.
Botticelli was een geslaagd schilder toen hij de opdracht kreeg om dit voor de vijftiende verjaardag van neefje van Lorenzo de Medici (Il Magnifico), die overigens ook Lorenzo heette te schilderen.
De betekenis van het onderwerp is niet duidelijk. De jonge Lorenzo kreeg van zijn leermeester Marsillio Ficino een brief, waarin deze Lorenzo opriep te kiezen voor een deugdzaam en moreel goed leven. Ficino was een humanist en in zijn brief verwees hij naar goden en sterrenbeelden. Het geheel is een nogal heidens verhaal. Toch ziet Ficino kans om het 'heil van het Christendom' te koppelen met de antieke goden. De waarden van de antieke goden passen in het Christendom. Belangrijk is om te weten dat het Humanisme in de 15e eeuw was ingebed in het Christendom van die tijd.
De nimf (personficatie van de menselijkheid) waarnaar Ficino verwijst duidt op de morele waarden die de jonge Lorenzo moet verwerven en toepassen in zijn leven. Mogelijk hoorden het schilderij en de brief bij elkaar, maar sluitend bewijs is daarvoor niet.
Leonardo da Vinci
Leonardo da Vinci: Dame met de hermelijn
Met Leonardo da Vinci zitten we in de Hoog-Renaissance. Da Vinci is altijd opzoek naar de geheimen achter de werkelijkheid. Hij is wetenschapper en onderzoekt alles, wat heel Renaissancistisch is. Hij is sterk gericht op onderzoek naar het mysterie van de aarde. Hij heeft werken gemaakt voor diverse vooraanstaande Italiaanse families, waaronder de Sforza's en De Medici's.
Voor de familie Sforza schilderde Leonardo da Vinci de Dame met de Hermelijn. De dame op het schilderij is de minnares van Ludovico Sforza: Cecilia Gallerani. De betekenis van de hermelijn is niet echt duidelijk. Het diertje zou symbool kunnen staan voor aristocratie, maar ook een woordspelling kunnen zijn op Cecilia's familienaam. Het Griekse woord galay betekent hermelijn.
Leonardo da Vinci: Madonna van de Rots - Louvre
Een ander schilderij waarvan meerdere versies bekend zijn is de Madonna van de Rots. Dit schilderij is met raadsels omgeven. In de voorstelling staat de kleine Johannes de Doper naast Maria. De engel Gabriël wijst de kleine Jezus op zijn neef Johannes. Het doek zou kunnen wijzen op het mysterie van de menswording van Christus omgeven door het mysterie van de aarde. Leonardo schilderde dit werk voor een kapel in Milaan, maar het werd niet geaccepteerd.
Rafaël
Rafaël: Small Cowper Madonna
Ook in Rafaël's werken wordt de Renaissance gedachte vormgegeven. In zijn werken zien we het streven naar idealen en het idealistisch weergeven van de antieke idealen. Rafaël is een begenadigd schilder die in Rome veel opdrachten heeft uitgevoerd voor het Vaticaan.
De exacte opdracht van de Small Cowper Madonna is niet bekend. Het kan zijn dat Rafaël dit schilderde puur enkel en alleen voor de markt. Madonna's waren zeer geliefd. Het kan ook zijn dat hij het doek maakte in opdracht van familieleden van de graven van Urbino. De compositie is in een mooie driehoek weergegeven.
Rafaël: Sixtijnse Madonna
Een ander schilderij is de Sixtijnse Madonna. Italiaanse schilders gaven de gezichten expressie door ze zo mooi mogelijk te schilderen. In de landen ten noorden van de Alpen wordt expressie weergegeven door vertrokken gelaatstrekken, waardoor de gezichten bijna tronies worden. De Sixtijnse Madonna toont Maria met op haar arm het Christuskind, geflankeerd door paus Sixtus II en de heilige Barbara. Het schilderij is vooral bekend door de twee engeltjes onderaan het schilderij.
Michelangelo Buonarotti
Michelangelo Buonarotti: Pietà - St.Pieter
Michelangelo was schilder, architect en beeldhouwer. Vooral zijn Pietà in de Sint-Pieter is beroemd. Het is een vroeg werk, We zien een mooie compositie in een driehoek, waarin een treurende Maria haar dode zoon op haar schoot houdt. Oorspronkelijk was het bedoeld als grafmonument voor een van de kardinalen van Rome. Het thema was in Italië nieuw, in Frankrijk en andere landen ten noorden van de Alpen kwamen pietà's vaker voor. Ook hieruit kan weer blijken, dat uitwisseling in kunstuitingen door heel Europa voorkwamen.
Michelangelo Buonarotti: Brugse Madonna
Een ander beeld van de jonge Michelangelo is de Brugse Madonna. Het verhaal gaat dat dit beeld door de pauselijke adviseur werd afgewezen. Het wordt gekocht door twee Brugse handelaren Jan en Alexander Moeskroen voor de Onze Lieve Vrouwekerk in Brugge, waar het ook nu nog te zien is.
Zowel in de Pietà als in de Brugse Madonna is de weergave van de lichamen heel mooi. Wel zien we in beide beelden in de gezichten expressie die het lijden uitdrukt of daarna verwijst. De compositie is driehoekig, harmonisch en evenwichtig.
Tussen het noorden en het zuiden
Jan van Eyck: Madonna met het kind en kanselier Rolin
De Italiaanse schilders spraken van 'manièra flamienta', waarmee ze hun waardering uitdrukte voor de manier van schilderen van hun Vlaamse vakgenoten.
Jan van Eyck bewees zijn vakmanschap in het schilderij Madonna met kanselier Rolin. Op het schilderij zien we de kanselier geknield voor Maria met Jezus, terwijl zij door een engel wordt gekroond. Belangrijker is echter de achtergrond die door de vensterbogen te zien is. Van Eyck schilderde een wijds landschap met een enorme dieptewerking. Dat was de kracht van de Vlaamse schilders.
Rolin was een kanselier aan het Bourgondische Hof. Hij was de stichter van het armenhuis in Beaune, tegenwoordig bekend als museum Hospices de Beaune. Voor de kapel van dit armenhuis schilderde Rogier van der Weyden een polytriptiek met het Laatste Oordeel.
Rogier van der Weyden: Het Laatste Oordeel - Beaune
Andrea Mantegna: Aanbidding van de herders
De manier van landschapschilderen zoals de Vlaamse schilders dat beheersen werd in Italië nagevolgd, o.a door Andrea Mantegna. In zijn Aanbidding van de herders zien we op de achtergrond een landschap, dat doet denken aan het Italiaanse landschap in de omgeving van Mantua. Juist daar werd de Vlaamse stijl bestudeerd en gekopieerd. Wat betreft het schilderen van het landschap op de achtergrond waren de Italiaanse schilders schatplichtig aan de Vlamingen.
Ook het Portinari triptiek van Hugo van der Goes is gemaakt in opdracht van Tomasso Portinari in Brugge de vertegenwoordiger was van De Medici familie. Het drieluik was bedoeld voor de kapel van het Hospitaal van de Santa Maria Nuova. In het middenpaneel zien we de aanbidding van de herders, die door de schilders heel realistisch zijn neergezet. Het zijn volkse types. Op de zijpaneel staat de Portinari familie met hun beschermheiligen. Op de voorgrond van het middenpaneel knielen engelen voor het Kind, dat op de grond ligt omgeven door een lichtkrans van gouden stralen. De bloemen op de voorgrond staan symbool voor de maagdelijkheid van Maria en de nederigheid (akelei).
Hugo van der Goes: Portinari Drieluik - Uffizi
Domenico Ghirlandaio: Aanbidding van de Herders
In navolging van het Portinari triptiek kreeg Domenico Ghirlandaio de opdracht om in de Sassetti kapel eveneens een soortgelijke afbeelding aan te brengen. Zijn Aanbidding van de herders is het Florentijnse antwoord op het Portinari drieluik. De herders zijn ook hier figuren uit het volk, nederig en eenvoudige mensen. Ook het landschap werkte Ghirlandaio uit in de stijl van de Vlaamse schilders. Er is dus sprake van een twee richting verkeer binnen de schilderkunst.
Sacre Conversatione
Domenico Veneziano: Sacra Conversatione
Jan van Eyck: Madonna met kanunnik
Joris van der Paele
Petrus Christus: Madonna met St. Franciscus
en St. Hiëronymus
Rogier van der Weyden: Medici Madonna
Dat de Italiaanse schilderkunst de Vlaamse schilders beïnvloedde is te zien als we het schilderij van Domenico Veneziano vergelijken met een schilderij van Jan van Eyck.
Veneziano schilderde Maria met het kind en daaromheen een aantal heiligen. Zo'n compositie wordt ook wel een Sacra Conversatione genoemd. Maria zit in het midden op een verhoging in een boogvormige nis van een gebouw. Op de voorgrond staan de heiligen die met elkaar in gesprek lijken te zijn.
Jan van Eyck's Maria met het kind en kanunnik Van der Paele heeft dezelfde compositie. Maria zit in het midden onder een baldakijn op een verhoogde troon. Links en rechts van haar staan kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en een patroonheilige. Van Eyck heeft heel veel aandacht geschonken aan het weergeven van allerlei kleine details.
Andere Vlaamse voorbeelden die veel overeenkomsten vertonen met het werk van Veneziano zijn Madonna met St.Franciscus en St.Hiëronymus van Petrus Christus en de Medici Madonna geschilderd door Rogier van der Weyden. Beide kunnen zijn qua compositie ook een sacra conversatione.
Ook in scènes uit het lijden van Jezus zien de onderlinge beïnvloeding. Fra Angelico schilderde de graflegging van Christus voor de predella van het altaarstuk van de San Marco. Rogier van der Weyden die op pelgrimstocht in Italië is geweest, gebruikt Angelico's compositie voor zijn Graflegging die hij maakt in opdracht de De Medici.
Fra Angelico: Graflegging
Rogier van der Weyden: Graflegging
Onderzoek naar het perpektief
Albrecht Dürer heeft op zijn reizen in Italië inspiratie opgedaan om de werking van het perspectief in het platte vlak te onderzoeken en toe te passen. Hiervoor ontwierp hij een aantal instrumenten die hem in staat moesten stellen om op wetenschappelijke basis het perspectief te bestuderen.
In zijn werk zien we duidelijk de invloed die de Italiaanse Renaissance kunst op hem uitoefende.
In zijn prent Adam en Eva brengt hij het noordelijke gevoel voor details tot uiting, maar de figuren zijn naar Italiaanse voorbeeld getekend. Adam heeft veel weg van de Apollo Belvedère en Eva lijkt op de Venus van De Medici. De prent werd in Europa wijd verspreid.
Albrecht Dürer: Adam en Eva
Albrecht Dürer: Madonna met de Rozenkrans
In Dürer's Madonna met de Rozenkrans zien we het gebruik van heldere kleuren, dat Dürer heeft overgenomen van de Venetiaanse kleurenexperts. Dürer schilderde het werk in opdracht van de familie Fugger voor de Duitse kapel in Venetië. We zien hoe Maria door engelen wordt gekroond en op haar beurt Keizer Maximiliaan I een rozenkrans op het hoofd zet. Aan de andere kant zit Paus Julius II. Achter de paus staat Dominicus Guzman de stichter van de Orde der Dominicanen die met het rozenkransgebed wordt geassocieerd.
Het landschap op de achtergrond is gedetailleerd uitgewerkt. Het werk is een mengeling van zuidelijke en noordelijke invloeden.
Albrecht Dürer: Madonna met het Sijsje
Een andere schilderij van Dürer waarbij de invloed van de Italianen zichtbaar is, is de Madonna met het Sijsje. Dit werk heeft ook weer de kleurenpracht die de Venetianen gebruikten, maar Dürer schildert zijn Madonna met de liefelijkheid van Rafaël.