In de kunst zijn de grensperiodes anders dan in de geschiedenis.
Bij veel afbeeldingen is het de vraag of de afgebeelde persoon inderdaad ook degene is om wie het zou gaan. Van een afbeelding van Karel de Grote weten we dat deze dateert uit de 9e eeuw en waarschijnlijk niet Karel de Grote afbeeldt maar Karel de Kale.
Palts komt van het Latijnse woord palatium wat paleis betekent. Keizers reisden door het rijk. Er waren diverse paltsen waar Karel de Grote verbleef, maar het liefst was hij in Aken. Daar waren bronnen en er was een jachtgebied. Karel is in Aken overleden.
De Koningshal is de ontvangstzaal, zoals duidelijk wordt in de Basilica in Trier. Deze Basilica is gebouwd door Constantijn, die bekend staat als de eerste christelijke keizer. De ontvangstzalen zijn vergelijkbaar met een stadhuis.
De keizer wilde net als in het oude Romeinse Rijk zijn grondgebied vergroten. Hij bond hertogen en graven aan zich door hen land in leen te geven. Ook met de paus had Karel een afhankelijk relatie. Karel verdedigde Rome, maar de paus was nodig voor het Keizerschap.
De Paltz kapel, tegenwoordig de Dom van Aken is gebaseerd op de San Vitale in Ravenna die gebouwd is in opdracht van keizer Justinianus. Karel de Grote heeft materialen uit de San Vitale laten overbrengen naar Aken. Ook uit Rome haalde hij diverse spoilia. De Dom van Aken is nog altijd in dezelfde staat als Karel de Grote haar 1200 jaar geleden heeft laten bouwen.
Er is een verschil tussen het keizerrijk van Karel de Grote en het Romeinse Rijk. Karel de Grote was hoofd van een christelijk rijk.
Oorspronkelijk stonden op de plaats waar nu de Dom van Aken staat, Romeinse Thermen. Deze thermen stonden 38 graden gedraaid ten opzichte van het oosten. De Paltz kapel moest op het oosten georiënteerd worden. Symbolisch is het oosten de kant waar het licht vandaan komt. De Romeinen hadden bij de bouw van de thermen alleen rekening gehouden met de gesteldheid van het terrein. Het atrium voor de Dom is nog het oude Romeinse atrium wat bij de thermen hoorde.
Aan de westkant is de toegang tot de Dom afgesloten door bronzen deuren die uit één stuk gegoten zijn. In de tijd van Karel de Grote was dit een huzarenstukje. De deuren worden ook wel de 'Wolfsdeuren' genoemd. De knop is geen wolvenkop maar een leeuw.
Waarom 'Wolfsdeuren'. De legende gaat als volgt: De bevolking van Aken had op zeker moment geen geld meer. De duivel biedt hen goudstukken aan, onder voorwaarde, dat het eerste wezen dat door de deur de kerk binnengaat aan de duivel toebehoort. Een wolf is het eerste wezen. De duivel is woedend en zijn duimafdruk is nog altijd in de deur te zien.
Karel verzamelde vooraanstaande theologen, zoölogen, filosofen en andere geleerden om zich heen. Hij liet vele boeken maken, waaronder het Akense evangeliarium. Op het titelblad van dit werk staat de evangelist Marcus afgebeeld in de Antieke wereld. Het landschap en de kleding van de evangelist is Romeins.
Willem de Veroveraar is een Normandische hertog met aanspraken op de Engelse troon. Na de Slag bij Hastings in 1066, waarbij hij koning Harold van Engeland verslaat, trekt hij met een invasieleger Engeland binnen en wordt de nieuwe koning.
De oorspronkelijk renoveerde burcht van Willem de Veroveraar is in Caen nog altijd te bezichten. Ook hier weer een zaal (de Zaal van het Schaakbord) die vergelijkbaar is met de Koningszaal in Aken.
Het Tapijt van Bayeux vertelt het verhaal van de verovering van Engeland door Willem de Veroveraar. Er wordt een koningszaal afgebeeld met Romaanse boogjes, zoals ook de zaal in de burcht van Caen er heeft uitgezien.
Willem de Veroveraar is de bouwer van de Tower in Londen. Het een paleisconstructie uit de 11e eeuw. Willem is met de bouw begonnen in 1178. De bouwstijl is Romaans. Het paleis heeft ook dienst gedaan als gevangenis.
Niet alleen in Normandië en Engeland verbleven de oude Noormannen. Roger II is ook koning van Sicilië waar een multiculturele samenleving van Grieken, Romeinen en Arabieren was ontstaan. In latere eeuwen werd Silicië een deel van het Duitse Keizerrijk onder de Hohenstaufen.
Rogier I komt als eerste op Sicilië aan. Rogier II sticht het koninkrijk Sicilië een laat er een Normandisch paleis bouwen in de stad Palermo. De bouwstijl is Romaans met Normandisch/Arabische invloeden. Het is een mengsel van de Oosters-orthodoxe stijl.
De oosterse invloed is ook te zien aan de Kroningsmantel van Roger II. Deze is door eigen kunstenaars ontworpen. Zij vonden hun inspiratie in de Arabische wereld. De mantel wordt bewaard in de Schatkamer in Wenen. Het ontwerp toont twee leeuwen die een dier verslaan. De dadelpalm staat symbool voor de levensboom. De contouren van de figuren zijn afgezet met parels.
Het koninkrijk Sicilië is in later tijden overgegaan op de Hohenstaufen, die op hun beurt het rijk moest afstaan aan de Habsburgers.
De Ottonen waren allemaal gekozen koningen. Vanaf Otto I werden zij ook keizer van het rijk. De keizerskroning werd voltrokken door de paus. Daarmee ontstond er een politieke afhankelijkheid van Rome.
Otto I breidt zijn rijk uit ten koste van de Slavisch volkeren. In Quedlinburg bouwt Heinrich I een burcht met een ontvangsthal die tijdens de rijksdagen wordt gebruikt. De Harz is een rijke bron van inkomsten en de burcht wordt de verblijfplaats van de Ottonen. Na de dood van Heinrich wordt de burcht een vrouwenklooster. De ingetreden vrouwen waren intellectueel hoog geschoold. De zuster van Heinrich was abdis.
Otto de Grote stichtte ook in Magdeburg een klooster. De Dom van Magdeburg is een oude Ottoonse kerk.
Heinrich vaardigde de zogenaamde Burchtverordening uit. Ieder edelman moest een burcht bouwen op verschillende plaatsen om de lokale bevolking te beschermen. De wallen bestonden uit houten palisaden. De koningspalz in Tilleda is hiervan een voorbeeld. Archeologisch opgravingen hebben het beeld van de palz gereconstrueerd. De burcht bestond uit een voorburcht, waar horigen het land bewerkten en ambachtslieden woonden. De woonburcht was op het hoogste punt gelegen. Daar stonden de woontorens van de koning met de koningszaal en een stiftkerk.
De Keizerspalz in Goslar is vooral in gebruik geweest bij de Salische keizers die na de Ottonen aan het bewind kwamen. Bij de palz met de ontvangszaal was ook een stiftkerk gebouwd, gewijd aan St.Simon en Judas. De beelden van de heiligen Simon, Mattias en Judas zijn nog te zien. De beschildering moet heel kleurrijk zijn geweest.
Het Valkhof in Nijmegen is oorspronkelijk gebouwd door Karel de Grote. Otto II en Theophanu verbleven er, als mede Frederik Barbarossa die de burcht herbouwde.
De overgebleven kapel is een Romaanse achthoek. In de ruïne van de burcht van keizer Barbarossa vinden we de St. Maartenkapel. Het Valkhof is gebouwd als een versterkt punt boven Nijmegen.
In Leiden vinden we in het centrum nog de restanten van de Burcht. Ook deze versterking diende als vluchtburcht in tijden van onrust.
Dit is de "Christomimete" en stelt de kroning voor van Otto III. De geknielde vrouwenfiguur onder de troon symboliseert de Aarde. Otto wordt gekroond vanuit de hemel.
De afbeelding staat symbool voor het verloop van de geschiedenis: het verloop van de schepping tot aan het einde der tijden. De keizer is de door God gezonden persoon om de aarde te bewaren.
Deze interpretatie van het keizerschap is ook terug te vinden in de keizerskroon uit het Ottoonse vorstenhuis, die zelfs door de dynastie van de Habsburgers is gedragen.
De afbeeldingen op de kroon verwijzen naar de koningen David, Salomo en Hizkia. De tekst op de kroon luidt: PER ME REGES REGNANT (door mij regeren koning)
De Driekoningenschrijn is in de 12e eeuw verovert in Milaan. Het is een legitimatie van het keizerschap. De schrijn is een bijzondere uiting van edelsmeedkunst en symboliseert de verwevenheid van het Keizerschap en het Christendom.
In de bibliotheek van het klooster van Sankt Gallen wordt een bouwplan van het klooster bewaard, zoals dat door Karel de Grote werd gezien als basisplan voor de bouw van kloosters.
Aan de noordkant vinden we het scriptorium, de bibliotheek en de abstwoning. In de kloosters was veel medische kennis aanwezig.
De grote abten van Cluny brachten enorme hervormingen aan in de orde en bouwden een basiliek die op dat moment groter was dan de St.Pieter in Rome. De basisliek is in 1095 door Urbanus II gewijd. Deze paus speelde een belangrijke rol in de investituurstrijd.
De architectuur van Cluny is Romaans en grijpt terug op de Romeinse bouwstijl met rondbogen en de basiliek (ook bekend als bouwwijze bij de Romeinen). Het middengedeelte is hoger met ramen. Er zijn twee transepten die een dubbelkruis vormen met het middenschip: een Lotharings kruis.
In Berzie de Ville in Chateaur des Moines staat een kapel met een Romaanse schildering die mogelijk aangeeft hoe de apsis in Cluny is geweest.
De apsis toont een een tronende Christus in een mandorla. Christus is de heersser van de hemelen. Vgl met Christus Pantokrator.
Schilderkunst in de Middeleeuwen kwam vooral voor in kerken. Ook de bewerking van de kapitelen werd uitgevoerd naar Romeins voorbeeld met een eigen vorm: de paradijsrivieren en muziekinstrumenten.
Dit een Romeinse vroeg-christelijke kerk. De heiligen worden afgebeeld als "keizer". Op het timpaan staat een tronende Christus op het einde der tijden. Deze afbeelding is in de Romaanse bouwstijl wijdverbreid.
In de kerken van Moissac en Souillac vinden we op de kapitelen en het trumeau fabeldieren als symbool voor het kwaad. De dieren zijn met veel fantasie afgebeeld.
Afbeeldingen van fabeldieren vinden we ook in die bestiarium. Inmiddels staan veel van de miniaturen uit dit bestiarium online.Aberdeen
Bestiarium
De kerk stamt uit de 11e eeuw en heeft een tongewelf dat beschilderd is met bijbelverhalen. De schilders zijn anoniem. Wel zijn de namen van de kunstschilder en de architekt bekend.
De glazen zijn Romaans en dateren van eind 11e eeuw of begin 12e eeuw. De voorstelling is gewijd aan de profeten Jona, Daniël en Hosea.
De kerk is na de Tweede Wereldoorlog herbouwd in de Romaanse stijl: de Ottoonse of Bernwardstijl. De kerk is oorspronkelijk gebouwd door bisschop Bernward die ook het klooster bij de kerk stichtte. Het houten plafond van de kerk stelt de boom van Jesse voor, zoals beschreven in Jesaja 2. Het is de stamboom van Jezus.
In de Dom van Hildesheim bevindt zich de Bernwardzuil die geïnspireerd is op de zuil van Trajanus. De voorstellingen zijn afbeeldingen uit het leven van Christus, vanaf zijn eerste optreden tot aan de intocht in Jeruzalem. Het is niet bekend waarvoor deze zuil heeft gediend. Mogelijk heeft hij achter het altaar gestaan met bovenop een kruisbeeld.
Bernward is ook de opdrachtgever van de Bernwarddeuren. De twee delen van de deuren zijn in één stuk gegoten. De afbeeldingen moeten op volgorde worden gelezen. De linker deur van boven naar beneden: de schepping tot aan de broedermoord. De rechter deur van beneden naar boven: de annunciatie tot aan Jezus herrijzenis. De tegenoverliggende panelen staan in relatie tot elkaar.
Het westwerk van deze kerk is Romaans - Ottoons. In de schatkamer bevindt zich het Otto-Mathildekruis een mooi voorbeeld van edelsmeedkunst uit de Middeleeuwen.
Deze kerk was oorspronkelijk deel van een vrouwenklooster dat vanuit Hildesheim is gesticht.
Via Francigena - de weg van Canterbury via Frankrijk naar Rome. Deze routes waren bijzonder belangrijk voo rhet overbrengen van bouwstijlen en versieringen.
Op de latei staat de naam van een bekende bouwmeester. Pelgrims waren steeds onderweg.
Een voorbeeld van Romaanse Karolingische bouwstijl.
Ook dit zijn oorspronkelijk kerken opgetrokken in de Romaanse bouwstijl:
De zeven hoofd- of pelgrimskerken van Rome moesten door pelgrims naar de Eeuwige Stad op één dag worden bezocht om in aanmerking te komen voor een volle aflaat. Het bezoeken van die kerken geschiedde aan de hand van een ongeveer vijfentwintig kilometer lange route. In de 16de eeuw werd deze oude pelgrimage nieuw leven ingeblazen door de heilige Filippo Neri.
Veel pelgrims trokken ook naar Noord-Spanje naar Santiago de Compostella. Op de route werden veel Romaanse kerken gebouwd.
Dit is een klooster op weg naar Santiago. De bouwstijl is Romaans. Op de hoekpilaartjes zijn de Emmaüsgangers afgebeeld met Jezus als pelgrim op weg naar Santiago.
Van oorsprong een Romaanse kerk verstopt onder de Barokke bouwstijl. De pelgrim gaat de kerk in door de Portico de la Gloria. Op het trumeau is Jacobus de Meerdere afgebeeld.
Een afbeelding van de verering van Jacobus door de pelgrims is te zien in het Dresdner getijdenboek.