Duizend jaar Europa III (1500-1650)- 8 februari 2016

Verslag hoorcollege Filosofie 1 - 1500-1650

Inleiding

Hans Holbein: De Gezanten
bron: National Gallery
Schedel op Holbeins schilderij
bron: Wikipedia Common

Hans Holbein schilderde in 1533 The Ambassadors. Op de voorgrond is een vreemde vlek te zien. Het is een vertekend beeld van een schedel, een vanitas object. De weergave is anamorfotisch, wat wil zeggen dat het beeld in ware proporties alleen te zien is onder een bepaalde hoek, of met behulp van een prisma, een lens, of spiegels. In deze periode hielden kunstenaars zich bezig met het weergeven van het perspektief in het platte vlak. Toch moeten we dit object niet alleen zien, als een uiting van het kunstenaarschap van Holbein. Vanitas schilderijen was een van de melancholica, een veel gebruikt thema in de Vroeg-Moderne Tijd. 

In de 20e eeuw heeft de Franse filosoof Jacques Lacan een seminar gehouden: over de schedel op Holbeins schilderij. Lacan was niet alleen filosoof, maar ook psychoanalist in de school van Freud. Hij ziet in de vertekende schedel de resterende sporen van een soort van kennis die onmogelijk is voor het bewuste onderwerp, en die alleen kan worden benaderd op de grens van het imaginaire.

Duitse Mystiek en de Reformatie

Eckhart von Hochheim
bron: Literaturland Thueringen

Eckhart von Hochheim (1260-1328)

Eckhart portaal - Erfurt
bron: Meister Eckhart Erfurt
(zie de vorige college reeks)

















Nicolaas van Cusa (1401-1464)

(zie de vorige college reeks)

Jakob Böhme (1757-1624)

Jakob Böhme
bron: Wikipedia Commons
Jakob Böhme is origineel denker die beïnvloed is door de Duitse mystiek, maar ook door het Lutheranisme. 
Hij was van eenvoudige afkomst en kreeg een opleiding tot schoenmaker. Al in zijn jeugd had hij visioenen, maar een visioen in 1600, waarbij hij de schoonheid zag in een zonnestraal die in een tinnen kan reflecteerde, deed hem beseffen dat de wereld volgens een spirituele structuur was opgebouwd en dat er een relatie bestond tussen God en de mensheid, maar ook tussen goed en kwaad. Na nog een visioen in 1610 waarbij hij de eenheid van de kosmos ervoer, was hij er van overtuigd dat hij een opdracht had van God. 
Hij begon te schrijven over zijn ervaringen in Aurora, een werk dat eigenlijk alleen voor hemzelf was bedoeld. Hij leende het werk uit aan Karl von Ender die het kopieerde en in omloop bracht. Toen een exemplaar in handen viel van de pastoor van Böhmes woonplaats werd hij beschuldigd van ketterij met als gevolg dat hij gedurende een aantal jaren niets schreef. Toch schreef hij de jaren erna een groot aantal essays, wat resulteerde in zijn verbanning en terugkeer naar Görlitz kort voor zijn dood. 

Het belangrijkste thema van Böhmes werken was aard van zonde, het kwaad en de verlossing. Conform het Lutheranisme schreef Böhme dat de mensheid tot het kwade was vervallen en dat Gods doel was om hen weer te verheffen tot een goddelijke staat. 
Toch week hij in zijn geschriften ook af van de Lutherse leer die gebaseerd was op het Sola Scriptura, het Woord van God, als enige weg tot het geloof. 
Ook vroeg Böhme zich af, of het verval tot het kwade niet een noodzakelijke weg was in de ontwikkeling van de mensheid. De moeilijkheid van zijn leer is dat hij vanuit de mystiek werkte en regelmatig zijn woord herinterpreteerde en herformuleerde. 
Böhme maakt echter duidelijk dat het nooit Gods bedoeling is geweest om het kwaad te zien als wenselijk, noodzakelijk of een deel is van de goddelijke wil om zo het goede te scheppen. 

In zijn werk De triplici vita hominis (Von dem Dreyfachen Leben des Menschen), uit 1620 stelt Böhme: 

Volgens de orde der natuur kan uit het iets kwaads niet uit zichzelf iets goeds voortkomen, maar iets kwaads ontwikkelt zich alleen tot meer kwaad. 
Hij geloofde niet dat er een "goddelijke opdracht of metafysisch inherente noodzaak van het kwaad was en de gevolgen ervan zichtbaar waren in de regeling van dingen." Hij schreef het kwaad toe aan het eeuwige natuur, omdat het besmet raakte door de val van Lucifer ... ". Het kwaad wordt gezien als" de aandoening, rebellie, als een verdraaiing van de oorspronkelijke Goddelijke orde. 

Böhme schreef in de volkstaal. Mogelijk is zijn gering afkomst en zijn niet-academische vorming er de oorzaak van geweest dat hij door zijn geleerde tijdgenoten in Duitsland is verguisd. Op de Franse en Russische wijsbegeerte heeft hij grote invloed uitgeoefend. In het Duitse taalgebied is zijn belang erkent door o.a Liebniz en Hegel, die hem de "eerste Duitse filosoof"noemde. 

Maarten Luther (1483-1546)

Lucas Cranach: Maarten Luther
bron: Wikipedia Commons
Maarten Luther was een theoloog met een uitgesproken negatieve stellingname ten opzichte van de filosofie. In dat opzicht verschilde hij niet van de oude kerkvaders en met name Tertullianus die beweerde dat gebruik van rede om te komen tot kennis afleidde van het geloof. Voor Luther gold alleen het Woord van God, zoals dat tot ons is gekomen in de Bijbel als de enige ware weg tot het geloof en de godsgenade. Het Woord staat in tegenstelling tot het verstand en de rede die Luther kenmerkt als 'duivelshoer'. 

'Wanneer ik weet dat het Gods Woord is en God aldus gesproken heeft, dan vraag ik verder niet, hoe het waar zou kunnen zijn, en laat het woord Gods alleen voor mij voldoende zijn, of het nu met de rede rijmt of niet. Want de rede is in goddelijke zaken stekeblind; of zij driest genoeg is, zich daarop te werpen en er in rond te ploeteren als een blind paard; maar alles wat zij beredeneert en concludeert, dat is even zeker onwaar en fout, als God leeft.'
Dit citaat laat duidelijk blijken dat Luther de theologie en de filosofie dooreen moest mengen, maar gescheiden moest houden. Luther trekt ook van leer tegen de opgeworpen autoriteit van de werken van Aristoteles, die hij een heiden noemt.

Volgens Luther kan de bevrijding van de individuele mens in zijn verhouding tot god alleen komen door het geloof. De redding van de mens is afhankelijk van Gods genade. De verlossing is niet te bewerkstelligen door goede werken, maar door het lezen van Gods Woord, Bijbel, zonder de commentaren en exegese uit de scholastiek. Dit standpunt laat duidelijk de invloed zien van het humanisme en de renaissance die vanuit Italië ook in de Duitse gebieden doordrong. De humanisten stelden de mens centraal, los van het godsgebeuren en de dogmatieke heilsleer van de katholieke kerk. De mens kon zijn lot in eigen hand nemen. Vooral in de werken van Machiavelli vinden we dit nieuwe standpunt vertegenwoordigt.

Om iedereen, ook de burgers en de boeren kennis te laten nemen van de Schrift, was het belangrijk dat iedereen onderwijs genoot, zodat hij de Bijbel zelf zou kunnen lezen. Daarvoor was het ook noodzakelijk dat de Schrift in de volkstaal verkrijgbaar was. Dit is een van de grootste verdienste van Luther. De bijbelvertaling van Luther in het Duits bracht in het Duitstalige gebied een taalhervorming tot stand die in de literatuur doorwerkt.

Toch ging Luther in zijn standpunt niet zover dat hij de bevrijding van de mens uit de dogmatiek van de middeleeuwen en de opkomst van het individualisme altijd en overal steunde.
De Boerenopstand in Duitsland die duidelijk door het individualisme in hand is gewerkt, werd door Luther scherp veroordeeld. Hij was de mening toegedaan dat de vorst van het grondgebied het geloof in zijn domein vaststelde en dat het volk zich daarnaar moest conformeren.

Ook over de joden had Luther op latere leeftijd een uitgesproken mening, hoewel hij in zijn jonge jaren een pleidooi voor hen hield ten aanzien van hun standpunt tot de Katholieke leer en de pogroms waarvan de joden in tijdens de kruistochten vaak het slachtoffer werden. Toen echter bleek dat de joden zich na de Reformatie standvastig aan hun geloof vasthielden en zich niet bekeerden, keerde Luther zich tegen hen. In 1543 publiceerde hij een traktaat: Over de joden en hun leugens. 
Vaak wordt Luther verweten dat hij het antisemitisme van het nationaal-socialisme in de hand heeft gewerkt, maar dan moeten we niet vergeten dat de joden in de nazitijd werden vervolgd om hun ras, terwijl Luther zich tegen de joden keerde om hun geloof en niet om de bevolkingsgroep als zodanig.

Philippe Melanchton (1497-1560)

Melanchton
bron:  Wikipedia Common
Luther was niet de persoon die zich binnen het Lutherse kerkleer met regelgeving bezighield. Dat was voorbehouden aan zijn vriend Philippe Melanchton, een wat saaie kamergeleerde en theoreticus. Helaas werd de Lutheraanse geloofsleer al gauw net zo rigide als de oude katholieke dogmatiek. Men spreekt wel over de 'protestantse scholastiek'.

Paracelcus (1437-1541)

Philippus Aereolus
Theophrastus Bombastus
von Hohenheim
alias: Paracelsus
bron: Wikipedia Common
Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus von Hohenheim was een arts en theoloog die zich ook bezighield met alchemie en astrologie. Net als de meeste andere humanisten nam hij de oude Klassieken, zoals Plato's leer en het Latijn van Cicero, tot maatstaf. De humanisten wilden in hun denkwijze en onderzoeken echter verder gaan dan de Klassieken. Dat was de reden waarom deze arts de bijnaam Paracelcus koos. Hiermee wilde hij aangeven dat hij zich als een grotere arts beschouwde als zijn Romeinse voorganger Aulus Cornelius Celsus uit de 1e eeuw (Para betekent voorbij, dus voorbij - groter dan - Celsus) Ook hier zien we weer de opkomst van het 'ik', de individuele mens, die voor zichzelf spreekt. 
Paracelsus deze onderzoek naar de verbanden tussen lichaamssappen, de kosmische elementen en ziekten en baseerde zijn geneeskunde op deze nieuwe verbanden. 

De 20e eeuwse Franse filosoof Michèl Foucault heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de kennis en de verandering van het wereldbeeld van de mens (Hij concludeert dat er verschillende perioden in de historie zijn die een grote discontinuïteit vertonen, met andere woorden de veranderingen in het wereldbeeld en de ontwikkeling van kennis gaan met horten en stoten. 
Zo ziet hij ook de Renaissance als een epistemische breuk (een epistème is de discontinuïteit) met de voorgaande periode van de late Middeleeuwen. In de Renaissance wordt het zien van verbanden in de natuur belangrijk. De natuur is een boek dat moet worden ontcijferd, daardoor ontstaan er kruisverbanden in het denken. Volgens Foucault moeten die verbanden gezocht worden binnen zo'n epistème. Foucault verwoordt zijn visie in 
  • De woorden en de dingen: een archeologie van de menswetenschappen (1973, 2006)
  • L'archeologie du savoir (1969) Vertalingen alleen in Engels en Duits

Desiderius Erasmus (1466-1536)

Hans Holbein de Jongere:
Desiderius Erasmus
bron: Wikipedia Common
Net als Paracelsus wilde Erasmus verder gaan dan de Klassieken. Hij maakte een nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament direct vanuit het Griekse. Erasmus was een ferment voorstander van een herijking van het geestelijk leven, maar hij wilde dit de hervorming van kerk van binnenuit. Hij heeft nooit gebroken met de katholieke leer. Zijn standpunt verwijderde hem van Maarten Luther en andere reformatoren.
(zie ook het hoorcollege van reeks 2)

Thomas More (1478-1535)

Hans Holbein de Jongere:
Thomas More
bron: Wikipedia Common
Ook Thomas Moore had radicale ideeën over de hervorming van de katholieke kerk. Toch bleef hij, net als zijn vriend Erasmus, volharden in het katholieke geloof. Door zijn fel verzet tegen de scheiding van Hendrik VIII van Catharina van Aragon, kwam hij in conflict met de koning, wat hem fataal werd. (zie ook het hoorcollege van reeks 2)

Niccolo Machiavelli (1469-1527)

Santi di Tito:
Niccolo Machiavelli
bron: Wikipedia Common
Machiavelli is een van de grote politieke denkers van de Renaissance. Hij heeft een ambivalente verhouding met de katholieke kerk. Florence, zijn stad, is een republiek en Machiavelli is er een voorstander van om zijn stad los te weken uit de invloedssfeer van de Kerkelijke Staat en de invloed van de wereldlijke macht van de kerk en de paus terug te dringen. 
(zie ook het hoorcollege van reeks 2)

Hugo de Groot (1583-1645)

Bankbiljet met afbeelding van Hugo de Groot
bron: Catawiki
Het leven van Hugo de Groot is voor een belangrijk deel beheerst door de Tachtigjarige Oorlog, of de Opstand van de Nederlanden tegen Filips II. 
De Groot is een representant van het protestantse Nederland dat de macht van de katholieke  kerk op de bevolking wilde beperken. Hij was een voorstander van de vrije handel op zee (Mare Librium), voornamelijk omdat de Republiek een handelsnatie was. 
In zijn werken houdt hij zich bezig met het recht van oorlog en vrede, als zodanig wordt weleens gezegd dat Hugo de Groot aan de wieg stond van het volkenrecht. De Groot was de mening toegedaan, dat ook de monarch aan regels was gebonden. 

Vergelijken we de visie van Hugo de Groot met die van Machiavelli dan valt op dat Machiavelli een machtsdenker was: de monarch moest onder alle omstandigheden er voor zorgen dat hij zijn macht behield, terwijl Hugo de Groot vooral het mensenrecht - het belang van de natie en de bevolking - op de voorgrond stelde. Toch zijn er wel overeenkomsten; beiden wilden de macht van de kerk terugdringen. 

De Republiek was gedurende de Opstand geen eenheid, maar verdeeld in verschillende facties: de staatgezinden: vooral bestaand uit de vertegenwoordigers van de rijke koopmansfamilies. Ze wilden vooral zoveel mogelijk vrijhandel. Hugo de Groot behoorde tot deze groep. Daarnaast waren de Oranjegezinden: de groep aanhangers van het huis van Oranje. Ze wilden een stevig verdediging van het grondgebied van de Republiek. 

Schoolplaat: Hugo de Groot op Loevestein
bron: History Wallcharts
Tijdens het stadhouderschap van prins Maurits, zoon van Willem van Oranje, werd Hugo de Groot gevangengezet op slot Loevestein. Algemeen bekend is de spectaculaire manier waarop De Groot wist te ontsnappen en naar Parijs vluchtte. 

Hugo de Groot was naast rechtsgeleerde ook theoloog. Tijdens zijn verbanning schreef hij werken over het natuurrecht. 
Natuurwet of natuurrecht staat voor een geheel van principes en regels die universele geldigheid zouden hebben en mede daarom boven de regels van het positieve recht zouden gaan. In de gangbare opvatting slaan deze termen uitdrukkelijk niet op de natuur in de zin van de planten- en dierenwereld, maar op de menselijke natuur, die gekenmerkt wordt door het verstand (de rede).  (bron: Wikipedia - Nederlands)
Zijn visie is nog niet te vergelijken met de Verlichtingsideeën van de 17e eeuw, omdat ze nog een theologische basis had. De Groot stelde in de werk De iure belli ac pacis  dat er ook een natuurrecht mogelijk zou zijn zonder God, maar alleen gebaseerd op de menselijke rede. Dit druiste in tegen de heersende katholiek opvatting, verwoordt door kerkvader Thomas van Aquino, waarin het natuurrecht als van God gegeven werd gezien. Dit door godgegeven natuurrecht was de legitimatie van de macht van de keizer en de paus. 

Juist in deze periode vindt er binnen de Rooms-Katholieke kerk een omslag plaats door de opkomst van de Jezuïeten. Tijdens de Contra-Reformatie wierpen zij zich op om de eenheid in de katholieke kerk te behouden. 
Toch komt ook bij veel katholieke denkers de idee naar voren, dat vorsten feilbaar kunnen zijn. Daarmee verloren zij dan wel hun goddelijk mandaat. Het volk moest van zo'n vorst afstand nemen en hem zelf afzetten om dat hij van de juiste weg was afgedwaald. Hiermee werd ook een vorstenmoord gerechtvaardigd. 

Giordano Bruno (1548-1600)

Giordano Bruno was een Dominicaan. Na een conflict verlaat hij de orde en leidt een zwervend bestaan in verschillende landen. Hij ontwikkelde een eigen visie op de natuur die een amalgaam was verschillende heidens ideeën. In Bruno's visie die sterk leunde op het pantheïsme; een levensvisie waarin alles en iedereen goddelijk is. Dit was een vorm van ketterij en botste met de officiële kerkleer waarin werd gesteld dat God transcendent was. 

Bruno stelde ook dat het universum oneindig zou zijn. Met deze stelling ging hij in tegen het heersende wereldbeeld van Ptolomaeus. Volgens Bruno was de aarde een ster/planeet net als alle andere planeten. Dit veranderende wereldbeeld vinden we ook al bij Nicolaas van Cusa die stelde, dat als God oneindig is, waarom is er dan een eindige wereld. 

De manier waarop Giordano Bruno zijn visie propageerde, riep overal waar hij kwam aversie op. In Frankrijk en Engeland waar hij doceerde, maakte hij vele vijanden. 
Proces tegen Giordano Bruno
Reliëf op de Campo dei Fiori
bron: Wikipedia - Engels
Op uitnodiging van een Venetiaanse edelman keerde hij terug naar Italië, omdat hij in Venetië veilig was voor de Inquisitie. Nadat hij ook zijn gastheer tegen zich in het harnas had gejaagd, werd hij uitgeleverd aan Rome. Het proces tegen hem duurde tien jaar. Bruno weigerde om zijn uitspraken te herroepen en dat maakte hem tot een martelaar van de moderne vrijheid. 
De leden van de Inquistie konden niets anders doen dan hem uitleveren aan het wereldlijk gezag die hem tot de brandstapel veroordeelde. 
Op 17 februari 1600 werd Giordano Bruno op de Campo di Fiori als ketter verbrand. Na de eenwording van Italië, waarbij de Kerkelijke Staat werd opgeheven en de paus werd opgesloten in het Vaticaan, werd in 1889 op de Campo di Fiori een standbeeld voor Giordano Bruno opgericht. Het beeld staat met zijn gezicht in de richting van het Vaticaan wat door de paus niet werd gewaardeerd. 

Officieel heeft het Vaticaan zich verontschuldigd voor de veroordeling van Giordano Bruno. Dat gebeurde door paus Johannes-Paulus II op 17 december 1999. Bruno is echter niet gerehabiliteerd, omdat zijn leer niet verenigbaar is met de officiële kerkleer. 

Tommaso Campanella (1568-1639)

Tommaso Campanella
bron: Wikipedia Common
Ook Tommaso Campanella was oorspronkelijk lid van de Dominicaner orde. Tijdens zijn studie ontwikkelde hij een uitgesproken voorkeur voor de natuurwetenschappelijke methode van onderzoek. Dit bracht hem in conflict met zijn superieuren en na beschuldiging van samenzwering en ketterij werd hij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. 
Tijdens zijn gevangenschap schreef hij talrijke werken, zowel op filosofisch, als op natuurwetenschappelijk gebied, maar ook op het gebied van magie en astrologie. 
Zijn werk Civitas Solis (De Zonnestaat) is een literair utopisch werk dat sterk doet denken aan Utopia van Thomas More. Het grote verschil is dat Campanella een voorstander is van een theocratische heilsstaat, waarbij priesters alles voor de bevolking bepalen, een soort proto-totalitaire staat. Deze staat wordt bestuurd vanuit occulte gedachtegangen, magie en alchemie. 

 Civitas Solis is geschreven als een fictief gesprek tussen de leider van de Hospitaalorde met een reiziger uit Republiek Genua. De Genuaase reiziger vertelde over zijn verblijf in de Zonnestaat. De Zonnestaat is een theocratie geleid door een regeerder met de titel Metafysicus. De Metafysicus wordt democratisch gekozen en blijft regeren zolang niemand gevonden wordt die slimmer is. In de Zonnestaat bestaat geen privé-eigendom en geen gezinnen. Alle goederen zijn gemeenschappelijke eigendom en consumptiemiddelen worden verdeeld door de overheid. Om de zes maanden wisselt men van huis om zo het gevoel van eigen bezit te voorkomen. De samenleving is verdeeld in verschillende “cirkels” met hun eigen keukens en magazijnen. Iedere cirkel heeft een leider die ook als rechter optreed. Iedere bedrijf staat onder leiding van een koning die alleen gehoorzaamheid verschuldigd is aan de Metafysicus. De overheid besliste wie met wie zich voortplantte om zo goed mogelijke kinderen te krijgen, net zoals een dierenfokker aan teeltkeus doet. De kinderen worden opgevoed door de overheid en kennen hun ouders niet. De Zonnestaat was een bijlage bij het filosofisch werk van Campanella. (bron: Wikipedia - Nederlands)
Veel utopieën vertonen een omslag naar een distopie, een organisatie waarbij de ene groep de andere onderdrukt. 

Het gebruik van de zon als symbool voor de heilstaat is niet direct verwonderlijk, ook als doet het heidens aan. De zon werd gezien als bron van alle leven en leven en warmte. De opvatting gaat terug op de leer van Plato en ook de opkomende mening dat de zon belangrijk was. 

Campanella's belangstelling voor magie en astrologie is niet verwonderlijk. De stand van de sterren, het omwentelingen in de kosmos en de beïnvloeding ervan op het menselijk gebeuren was een vorm van bijgeloof die welig tierde. Zelfs pausen en vorsten hadden astrologen in dienst om voorspellingen te doen op basis van de stand van de sterren. 

Francis Bacon (1561-1626)

Sir Francis Bacon
bron: Wikipedia Commons
Er kan een parallel getrokken worden tussen Francis Bacon en zijn voorganger met dezelfde naam Roger Bacon. Beiden waren vertegenwoordigers van het Engelse empirisme: een proto-experimentele methode om door middel van zintuiglijke waarnemingen de natuur te beschrijven en natuurwetten op te stellen. 
Vooral het laatste is bij Francis Bacon een ideologie. Hij zocht naar een wetenschappelijke methode om door middel van waarnemingen hypothesen op te stellen en via inductie te komen tot algemeen geldende natuurwetten. Hij wordt gezien als voorloper van het wetenschappelijk experiment en verwerven van kennis door empirisch onderzoek. 

In het begin van zijn loopbaan speelde hij vooral een politieke rol als voorzitter van het Hoger Huis. Na een beschuldiging van het aannemen van steekpenningen werd hij opgesloten en de Tower. Na het einde van zijn politieke loopbaan besloot hij zijn leven verder te wijden aan studie en schrijven. 

Zijn werken omvatten een breed kader op wetenschappelijk, religieus, literair en juridisch gebied. Hij schreef bijzonder mooi eloquent Engels. Nog altijd speelt de auteurskwestie rond de figuur van William Shakespeare en Francis Bacon. Aanhangers van Bacon houden nog altijd vast aan de idee dat mogelijk Bacon de auteur is geweest van de theaterstukken die aan Shakespeare zijn toegeschreven. 

Harry Mulish heeft in zijn boek De Ontdekking van de Hemel, de wetenschappelijk methode die door Francis Bacon werd voorgestaan, veroordeeld, als de weg die de hemel voor de mens heeft afgesloten. 

Het leidende thema in dit boek is eigenlijk een persoon, namelijk Francis Bacon. Hij heeft namens de gehele mensheid een contract getekend, dat ons einde betekende. Daarmee overwon de wetenschap het van het geloof, rationaliteit was het hoogste goed. Dit alles had een enorm tragisch dieptepunt tijdens de jaren ’40 in Auswitch waar op puur rationele basis over mensenlevens werd gedacht en gehandeld. De titel verklaring past hier direct op aan. Lang geleden, zeer lang geleden toen de wetenschap nog amper iets had ontdekt, en het schrift nog maar net had ontdekt, heeft de mensheid de hemel ontdekt. Dankzij Bacon vergat de mensheid dat, ging men puur op wetenschappelijke wijze werken en denken en proberen iets te ontdekken, wat ze allang hadden ontdekt. Door middel van berekeningen, enorme telescopen en dergelijke wilde men de hemel ontdekken, terwijl het wezenlijk “herontdekken” was. (bron: Boekverslag De Ontdekking van de Hemel)
Bacons belangrijkste werk is Novum Organum een verwijzing naar het werk van Aristoteles Organon, het logische en methodologische werktuig dat bij de studie van de filosofie en de wetenschap in de middeleeuwen als autoriteit werd gezien. Novum Organum wil zo veel zeggen als het nieuwe werktuig, de nieuwe methode. Bij onderzoek moet men niet langer Aristoteles als autoriteit zien. Hij is passé, er zijn betere methoden. Net als Paracelsus geeft Francis Bacon aan dat de autoriteit van werken uit het verleden in twijfel moeten worden getrokken en dat men voorbij de klassieken moet kijken. 

Aristoteles had in Organon de drogredenering al ter sprake gebracht, als weerlegging van het sofisch denken. Bacon wijst Aristotles deductieve methode af en legt de nadruk op de inductieve methode. De waarnemer moet er echter voor waken dat zijn waarnemingen niet worden ingegeven door, wat Bacon noemt idola's. Drogredeneringen die klakkeloos voor waar worden aangenomen. De waarnemer moet zijn waarnemingen zelf toetsen en op zijn hoede zijn. Niet de gebruikte methode, maar het verzamelen en classificeren van de waarnemingen moet voorop staan en de daaruit afgeleide algemene natuurwetten die in wiskundige formules kunnen worden gevat. 

Bacon onderscheidt vier drogredeneringen:
  • idola tribus - drogredenering die opgesloten ligt in de menselijke soort. Men heeft een bepaald verwachtingspatroon wat de juiste visie op de waarneming beïnvloedt. Er bestaat het gevaar van tunnelvisie
  • idola specus - misvattingen die een gevolg zijn van de opvoeding. subjectiviteit versus objectiviteit
  • idola fori - verkeerde aannames door verkeerd taalgebruik
  • idola theatri - drogredenering door vast te houden aan filosofische dogma's. De autoriteit van Aristoteles blijven erkennen. 
Zo als veel van zijn tijdgenoten hield ook Francis Bacon zich bezig met een visie op de hervorming van het maatschappelijk bestel. In New Atlantis een utopische creatie van een land waar waardigheid, vroomheid, verlichting de kwaliteit van het leven van de bewoners bepalen. Dit werk is vooral een theoretische utopie. Volgens Bacon kwam alle heil van de techniek. De wetenschappers in het boek reizen over de wereld om overal techniek te verzamelen en deze samen te brengen in New Atlantis. 

Michel de Montaigne (1533-1592)

Michel de Montaigne
bron: Wikipedia Commons
Montaigne was een Frans edelman. Tijdens zijn rechtenstudie komt hij in aanraking met de gedachtewereld van de Renaissance en het humanisme. De antieke tradities van Plato, Aristoteles, de Stoa, Epicurus en het Scepticisme spelen in zijn werken een belangrijke rol. Hij gebruikt veel Latijnse citaten in zijn werk. 
Montaigne ontwikkelde een sceptisch vorm van denken. Zijn Essays, eigenlijk probeersels, verhandelingen zijn een persoonlijk getint verhaal of verslag. 

Aan de verschillende oude klassieke werken ontleent hij verschillende visies: 
  • Epicurisme - de natuurlijke staat van de mens met zijn lijfelijke en lagere driften. Het vertrouwen in de natuurlijke werking van het lichaam. Het gaat niet om hedonisme, maar natuurlijke gezelligheid
  • Stoïcisme - de mens moet vasthouden aan de Goddelijk logos en ziekte en dood accepteren. Het lijden hoort bij het leven
  • Scepticisme - Niets zomaar aannemen, alles bestuderen, want niets is eigenlijk zeker. Van Montaigne is de uitspraak 'wat weet ik eigenlijk'. Belangrijk is dat de mens zich bescheiden opstelt. 
In zijn functie als magistraat was Montaigne een tegenstander van de heksenvervolgingen. In zijn rechtsgebied werden geen heksenprocessen gevoerd. 

We  lezen uit De Essays: Over kannibalen 

Montaigne's visie vertegenwoordigt de rode draad die in de komende colleges wordt uitgewerkt. Belangrijk is dat de mens leert om vooroordelen te vermijden. 
In het Europa van de Renaissance moet een nieuwe mens gevormd worden die zich niet langer verlaat op de autoriteiten. Daarvoor moet men kijken naar de Nieuwe Wereld, niet Utopia of New Atlantis, maar naar de natuurbevolking in de net ontdekte gebieden. De Europese mens moet hen onbevangen tegemoet treden. De natuurvolkeren zijn geen barbaren, maar bevolkingsgroepen die leven in harmonie met de natuur. Er ontstaat een geïdealiseerd beeld van de oorspronkelijke bewoners van de Nieuwe Wereld: "de edele wilde."

Ontwikkeling van de natuurwetenschappen

Nicolaas Copernicus (1473-1543)

Nicolaus Copernicus
bron: Wikipedia - Nederlands
Het klassieke geocentrische wereldbeeld werd door Nicolaas Copernicus aan het wankelen gebracht. Oorzaak was de ontevredenheid onder de geleerden over standen en bewegingen van de planeten, zoals Ptolomaeus in de Almagest had beschreven. Het was een model van het zonnestelsel, waarin veel onregelmatigheden voor kwamen. 
Copernicus zette een hypothese op en plaatste de zon in het centrum van het heelal. Hij werkte zijn visie uit als theoretisch model. Voor hem hadden Nicolaas van Cusa en Giordano Bruno met eenzelfde idee gespeeld, alleen zij hadden hun ideeën niet uitgewerkt in een theoretisch model. 
Copernicus visie was niet nieuw. Al in de 3e eeuw voor Christus had Aristarchus al gewezen op een heliocentrisch wereldbeeld. 

Hoewel Copernicus zijn visie wel op schrift had gesteld werd zijn werk pas kort voor zijn dood gepubliceerd. Zijn hypothese gaf geen aanstoot binnen de kerk en werd eigenlijk niet serieus genomen. Men zag het meer als een hulpmiddel om de waargenomen verschijnselen beter te kunnen verklaren dan binnen het Ptolomaeïsche stelsel. 

Tycho Brahe (1546-1601)

Tycho Brahe
bron: Wikipedia Commons
Brahe was een Deens astronoom van adellijke afkomst. Hij was geen theoreticus, maar een observator gefascineerd door het bestuderen van de sterrenhemel.
Van de Deense koning kreeg hij een toelage om op het eiland Hven een onderzoekscentrum en een observatorium te bouwen: Uraniborg.
Het oorspronkelijke observatorium bestaat niet meer, na een storm, waarbij het gebouw werd verwoest, werd als observatorium Stjerneborg gebruikt dat half ondergronds was aangelegd.

In 1572 nam Tycho Brahe een onbekend verschijnsel waar aan de sterrenhemel. Het leek een nieuwe ster, een stella nova. Nu weten we dat het om een supernova ging: de restanten zijn van een stervende ster.
Volgens het Ptolomaes model was dit verschijnsel niet mogelijk, want de sterrenhemel was onveranderlijk en oneindig.
In 1577 observeerde hij een komeet (De Grote Komeet van 1577). Zijn metingen wezen uit dat deze komeet voorbij de baan van de maan stond. Dit was in tegenspraak met de visie van Aristoteles. Deze had kometen omschreven als meteorologische (atmosferische) verschijnselen. Brahe constateerde dat dit hemellichaam door de kristallijne sferen reisde.