Dante's Inferno - 13 februari 2014

Verslag 4e hoorcollege - Dante's Inferno

Aristoteles

Op vele terreinen actief als filosoof. Nog steeds inspiratie.
Aristoteles schreef rond 330 v.CHr o.a. De Anima een traktaat. Bestaat uit 3 delen. Niet uitgewerkt - veel trefwoord
  1. Weergave en weerlegging van opvatting over de ziel van anderen
  2. Definitie van de ziel. Zeer crypische tekst.
  3. Specifieke vermogens van de ziel
Volgens Aristoteles is de ziel de levensadem van levende wezens planten, dieren en mensens Wat zijn van levende wezens door een definitie formuleren over de ziel Welke wezens hebben een ziel?
Aristoteles formuleert 3 definities die uit elkaar voortkomen. Het is een principiële uiteenzetting.
Aristoteles onderscheidt bij mensen, dieren en planten verschillende vermogens: een voedingsvermogen, waarnemingsvermogen, voorstellingsvermogen, denkvermogen en streefvermogen.
streefvermogen bij de mens is de wil; bij een zonnebloem het draaien naar de zon.
de mens richt zijn streefvermogen door gebruik van het denkvermogen.
deel II
1e definitie:
de ziel moet dus een wezen zijn dat de vorm is van een natuurlijk lichaam dat potentieel beschikt over leven
2e definitie
daarom is de ziel de eerste verwerkelijking van een natuurlijk lichaam dat potentieel beschikt over leven
3e definitie
de ziel is dan de eerste verwerkeling van een natuurlijk organisch/werktuiglijk lichaam
Aristoteles brengt 2x een wijziging aan in zijn eerste omschrijving, voordat hij de derde en laatste definitie formuleert.
uitwerking 1e definitie
De ziel moet dus een wezen zijn dat de vorm is van een natuurlijk lichaam dat potentieel beschikt over leven. De achtergrond is het hylemorfisme (hyle=stof en morfisme=vorm)
Voorbeeld:
De David van Michelangelo
Ontstaan van die beeld heeft drie criteria:
  • materieel (stof) het blok marmer waaruit het beeld is gemaakt
  • efficiëntie. Michelangelo die het blok marmer heeft bewerkt tot een standbeeld.
  • finale (doel) Michelangelo stelde zichzelf als doel: het maken van een beeld van David
Het 2e en 3e criterium zijn in het resultaat --> het beeld van David, niet meer te zien. Deze criteria waren alleen van belang voor Michelangelo terwijl hij het beeld maakte.
In het beeld zien we een synthese van de materiële oorzaak (het marmer) en de formele oorzaak (het is een beeld van David. Het standbeeld is een samenstelling van "vorm" en "stof".
Een ding zoals een standbeeld is een samenstelling van "stof" en "vorm". De toevoeging "dat potentieel beschikt over leven" is noodzakelijk om bij scheiding van stof en vorm wel nog te kunnen spreken over een lichaam/entiteit die potentieel beschikt over leven, maar geen ziel bezit.
Stof en vorm kunnen gescheiden worden.
Voorbeeld: het ruiterstandbeeld van Marcus Antonius op de Capitolijnse heuvel. De Christenen dachten dat dit keizer Constantijn was. Dat is de reden waarom het beeld niet is verwoest.
Hoe zit dit bij levende wezens
Finale en efficiente oorzaak niet duidelijk. Niet alleen materiële oorzaak. Vragen:
  • Waar is de efficiënte en finale oorzaak?
  • Waar is de "stof"van een lichaam voorafgaand aan de vorm. Een lichaam bestaat niet zonder leven
Beeld is van marmer en is uit het blok marmar ontstaan.
Hoe zit dit bij het ontstaan van mensen?
Mensen worden niet gemaakt, maar mensen groeien
Groeien heeft een innerlijke doelmatigheid, want groei stopt weer op een bepaald moment. De groei gaat niet eindeloos door.
Conclusie:
Hylemorfisme is op levende wezens niet toe te passen. De redenering is niet bevredigend.
Stof en vorm is een statische omschrijving. Marmeren beeld verandert niet meer. Slechts dynamisch tijdens het onstaansproces
Levende wezen kunnen lopen, praten, zich bewegen Ze zin dynamisch.
Vanuit deze redenering kwam Aristoteles op de 2e definitie.
uitwerking 2e definitie
Daarom is de ziel de eerste verwerkelijking van een natuurlijk lichaam dat potentieel beschikt over leven.
Dit houdt een aanzet tot een dynamisch proces in.
Voorbeeld 1:
Een atleet die klaar staat (doodstil) voor de start.
We weten allemaal hoe we moeten klaarstaan. Dat is kennis (impliciet)
Maar klaarstaan als een atleet vereist verdere beschouwing van dat klaarstaan. Het is betrokken op het nu. De impliciete kennis wordt gebruikt.
Voorbeeld 2:
Iemand beheerst een vreemde taal (Chinees), maar zal niet altijd Chinees praten. Hij heeft een potentieel stuk kennis van het Chinees. Zodra de persoon in China komt, zal hij de potentiele kennis gaan gebruiken. Bij de beschouwing van zijn kennis ( praktisch toepassen), blijkt de omvang van de kennis die de persoon bezit.
Definitie van "De eerste verwerkelijking": de ziel is de instantie die ervoor zorgt dat een natuurlijk lichaaam zich doelen stelt en activiteiten ontplooit om die doel naderbij te brengen.
Overgang van de 2 definitie naar de 3e definitie
de ziel is dan de eerste verwerkelijking van een natuurlijk organisch/werktuiglijk lichaam.
Deze omschrijving houdt een breuk in met het hylemorfisme.
De eerste werkelijking gaan over in tweede verwerkelijking en houdt rekening met strevingen/bewegingen
Voorbeeld:
de werking en functie van organen:
Het streven van de maag is om hongergevoel op te wekken, zodat er voedsel wordt opgegegeten.
Het streven van de ogen is kijken, zodat de omgeving kan worden waargenomen.
Volgens Artistoteles gebruikt de mens zijn organen om onderzoek van het leven te realiseren.
Van nature streven mensen naar kennis, wat de eerste verwerkelijking van de ziel is.
De eerste verwerkelijking streeft naar tweede verwerkelijking: we kunnen, dus we willen.
Deze dynamiek vinden we op allerlei gebieden: voeding, waarneming, voorstelling, denken, organen, werktuigen.
Deze processen leiden tot emoties. De emoties leiden tot innerlijke groei (levenslessen). De persoon ontwikkelt een verdiepte persoonlijkheid.
Hieruit volgt dat na de dood de organen niet meer werkzaam zijn. De ziel is dan weg en is materie(een schim) geworden.
Conclusie:
Artistoteles kent geen dualisme van ziel en lichaam. Geen reductie van het ene tot het andere (esse es percipi of wij zijn ons brein)
Het is eerder een vroege interpretatie van het lichaam als "lichaam-subject"
Het lichaam doet zaken automatisch.Denk aan: autorijden.
Hoewel Aristoteles het denken soms overwaardeert, blijft het driftmatig bepaald en gebonden aan "voorstelling"

Thomas van Aquino

Wat is er na Aristoteles gebeurd?
Thomas van Aquino had een probleem met Aristoteles' definitie van de ziel. Aristoteles' formulering kwam in conflict met de christelijk opvatting van het eeuwige leven van de ziel en het leven na de dood. Thomas van Aquino zet de gedachten van Aristoteles over ziel en lichaam naar het Platoons dualisme. Hierdoor ontstond een mogelijkheid voor de onsterfelijkheid van de ziel en het eeuwig leven. Lichaam en ziel konden in Thomas' opvatting gescheiden. Het niet-dualisme van Aristoteles heeft hij geplaatst in het dualisme van Plato.
Het Christendom heeft de neoplatoons ideeën overgenomen vanwege het dualisme, zodat ziel en lichaam gescheiden konden worden na de dood en de ziel, die onsterfelijk is, kan voortleven.
Dante heeft de idee van Thomas overgenomen, maar daaraan nog weer een eigen invulling gegeven. De zielen bij Dante zijn nog enigszins gematerialiseerd. Het zijn ijle schaduwen (ombre) Het zijn vage zielen. Bij Thomas van Aquino zijn zielen niet materieel. Ze bestaan niet als schimmen. Dante's zielen kunnen naar de toekomst kijken en deze materialiserend voorstellen. Ze zien echter niet de actualiteit (ze weten niet wat er in het heden gebeurd)
Dante heeft dit opgevoerd vanuit dramatisch oogpunten. Het levert een bron van dynamiek. Bij een ontmoeting met een ziel laat hij iets gebeuren. De zielen hebben bij Dante ook emoties.
Hij heeft een eigen draai aan de zielen gegeven: de zielen zijn nog steeds (in de hel) de persoonlijkheid die ze ook op aarde waren tijdens hun leven.

Erich Auerbach (1892-1957)

Korte levensloop en ontstaan van Mimesis
Hoogleraar filologie in Marburg. Vlucht voor de nazis in 1935 naar Istanbul. Schrijft daar Mimesis. Belangrijkste werk. Auerbach had in Istanbul beperkte mogelijkheid tot onderzoek. Geluk bij een ongeluk: Mimesis is niet overladen met informatie. Hij becommentarieert klassieke werken aan de hand van een citaat. Hij past zijn eigen taaltheorie toe. Een inspirerend werk. Hij vergelijkt taalgebruik. Auerbach verwijst naar Hegel als Dante behandelt.
Mimesis heeft bij Plato de betekenis gekregen van nabootsing, maar oorspronkelijk was het iets opvoeren uit de werkelijkheid. Natuur verbeeldt het leven. Literatuur is een nieuw medium. Het is drama in geconcentreerde weergave. Zou kunnen gebeuren. In het werkelijke leven gebeurd het niet zo. Auerbach onderzoekt stijlvermenging.
Tragedie en epos altijd geuit in hogere taal. Comedie plattere stijl, meer laag bij de gronds. Dante gebruikt in de Comedia stijlvermenging, zowel grappen en grollen, als gebruik van hogere taal. Ook in de Bijbel komt stijlvermenging voor. Dante heeft dat aan de Bijbel ontleend.
Auerbach's theorie op de schimmen.
Ze hebben geen besef van historische tijd. Ze zitten er voor eeuwig. Hoelang dat ook duurt. Er gebeurd niets. Hun "eeuwigdurende" bestaan wordt onderbroken door het bezoek van Dante. Het bezoek van Dante geeft dramatiek. De lezers maken de doorbreking van het saaie bestaan mee.
Relatie met Hegel: Vorlesungen über die Ästhetik
De zielen bij Dante hebben een 'wechelloses Dasein". Ze zijn een soort gestolde vorm, als het ware versteend in de vorm die ze bij leven hadden. Hun straf is ontleend aan het oordeel van God.
Dit zien we ook in het Oude Testament, dat een pre-figuratie is voor het Nieuwe Testament. In het Oude Testament wordt door verschillende profeten gewezen op de komst van Jezus. Figuratie wil zeggen vervulling. Auerbach kijkt hiernaar van een christelijk gezichtspunt. Het aardse leven en de voorgestelde figuur is de vervulling, zo ben je. Je kan niet meer veranderen: Wechellose dasein. Dante gebruikt de figuur en de vervulling en maakt hiervan een levendige beschrijving. Zijn beschrijving is realistisch. Het schetst een levendig beeld van het verblijf van de personen/zielen in de hel.
Hegel Vorlesungen über die Ästhethik. III.III.C.3.c. Das romantische Epos.
Auerbach baseerde zich op dit werk.
Dieses Epos(de Comedia) ... senkt nun die lebendige Welt menschlichen Handelns und Leidens und näher der individuelen Taten und Schicksale in dies wechsellose Dasein hinein ...
... Den wie die Individuen in ihrem Treiben un Leiden, ihren Absichten und ihrem Vollbringen waren, so sind sie hier für immer, als eherne Bilder versteinert.

Canto 6 - Cerberus; vraatzucht en gulzigheid (en het wezen der zielen)

21
zielen draaien zich om en om om bescherming te zoeken tegen de hagelstenen. Singleton omschrijft dit "zoals je je in bed omdraait."
61 ...
Gesprek met Ciacco. Het gesprek gaat over heden, verleden en toekomst. De ziel van Ciacco is in samenspraak met Dante. Ciacco voorspelt de strijd tussen de Zwarten en de Witten in 1302.
De Comedia is later opgeschreven, dus Dante wist wat er gebeurd was en gebruikte deze kennis om van Ciacco een toekomstvoorspeller te maken.
68-69
Bonifatius VII speelt een dubbelspel in de strijd om de macht in Florence. Dante verwijt hem dat.
69
Ciacco is al tevreden, als men op aarde aan hem denkt.
103-111
"Wetenschap" genoemd in regel 106 is de filosofie van Aristoteles.

Canto 7 - Over de Styx; leedvermaak; demonen

121
accidioso komt van het Griekse [akèdia] = zorg. Hier in de betekenis van zorggeloosheid. Mensen die zich nergens druk over maken. [akèdia] was een gevaar voor monniken in de Middeleeuwse kloosters. Iedere dag was immers hetzelfde. Door steeds herhaling van hetzelfde ritueel verdwijnt de interesse. Het kan zelfs leiden tot desinteresse en verlies van Godsbesef.

Canto 8 - 5e kring: de Styx

Verfilming
Tot nu toe zijn er geen verfilming van Inferno tot stand gebracht. Wel veel games. Er bestaat een hele oude film uit 1911. Oudste lange, stomme film 62 min van Inferno
Er is ook een Mangafilm die een zeer losse interpretatie laat zien. Nogal geweldadig.
Manga film Dante's Inferno 90 min.Deze film bekijken op YouTube. Starring Mark Hamill als Dante's vader - Alighiero di Bellincione In het beeld van de poort van de Hel wordt gebruik gemaakt van Auguste Rodin's de Poort van de Hel.
1
'k Vervolg nu mijn relaas: we waren ver nog...
canto 1 tot en met 7 schreef Dante in Florence. Na zijn verbanning schreef hij pas verder aan canto 8 e.v.
4
hoe 'n tweetal vuren aangestoken werd,
en 'n ander 't antwoord seinde in de verte,
waarschuwingslichten: de duivels waarschuwen elkaar voor de komst van Dante en Vergilius.
27
Aneas VI vers 430 Dit is een verwijzing naar het zware bootje. Vergilius heeft moeite om met de duivels te onderhandelen. Dante wordt onzeker over de voortgang.
40
Argenti is geen vage ziel. Hij strekt zijn handen uit naar de boot en probeert zich op te trekken. Er gebeurt iets. Dynamiek. Dante is woedend op Argenti, omdat deze heeft tegengewerkt dat Dante mocht terugkeren.
42
Vergilius sanctioneert de boosheid van Dante (reiziger) Hier is wraakzucht is toegestaan.
62-63
Florentijnen zijn overgeëmotioneerd.
71
Dante zegt tot Vergilius dat hij moskeeën ziet in de stad van Dis. Moslims werden gezien als ketters in de Middeleeuwen. Aanschouwen van moskeeën in de hel is dubbel zo erg. Er zijn geen kerken, maar wel huizen van goddelozen.
105
die wij van Zo Een mogen gaan, versperren.
Dit is een verwijzing naar God. Ook hier Gods naam alleen in omschrijving. Dante's reis moet hem tot inkeer brengen over zijn eigen donkere zonden. Die zonden worden hem kwijtgescholden op de Louteringsberg. Hij moet zijn eigen donkere driften overwinnen. vgl. Luke Skywalker tijdens zijn Jedi-training op Dagobah.
121
Vergiliues is even moedeloos
Dante wil dat de kerk geen wereldlijke macht heeft. Hij heeft achting voor het ambt van de paus (Bonifatius), maar veracht Bonifatius als persoon.
Dante stelt zijn vertrouwen op de Duitse keizer --> een nieuw keizerrijk als voortzetting van het Romeinse Rijk. Om wat hem is aangedaan is Dante wraakzuchting t.o.v. de Florentijnen (Zwarte Guelfen)

Ontvangst van de Comedia na publicatie

Het werk was heel snel bekend. 100 jaar na de dood van Dante waren er al 13 commentaren. o.a. Dante's vriend Boccacio heeft uitvoerig commentaar geleverd. Er werd ook uit voorgelezen.