Dante's Inferno - 6 februari 2014

Verslag 2e hoorcollege - Dante's Inferno

Inleiding

Canto 1 (vervolg)

regel 117
...zó lijden dat elkeen om nog een dood schreeuwt!
Na de lichamelijk dood leeft de ziel voort en krijgt zijn plaats in de Hel, de Louteringsberg, of het Paradijs. Bij het Laatste Oordeel worden ziel en lichaam herenigd. Voor de verdoemden (bewoners van de Hel) zal de helse pijn nog groter worden.
regel 124-126
Want de Imperator die daarboven heerst
wil niet, omdat ik rebelleerde tegen
Zijn wet, dat ik Zijn hemelstad betreed.
God wordt in de Comedia niet altijd met name genoemd. Vergilius geeft aan dat hij niet het Paradijs mag betreden van God, omdat hij niet het sacrement van de doop heeft ontvangen.
regel 136
Daarop vertrok hij, en ik volgde hem.
Vergilius is de leider voor Dante (reiziger). Hij loopt voorop. Op plaatjes loop Vergilius altijd rechts, dat is de plaats van de leider.

Is de Komedia een allegorie?

Dante (reiziger) is waarschijnlijk op Witte Donderdag in het duister woud terechtgekomen.
De bedoeling van Canto 1 kan allegorisch worden opgevat. Dante niet letterlijk nemen. vgl. uit de Bijbel het Hooglied. Dit bijbelboek is pure liefdespoëzie. De kerk heeft hieraan een allegorische betekenis gehecht: het zou hier gaan om de liefde van Christus voor zijn kerk.
Het eerste canto suggereert dat de Comedia een allegorie is. Dante's manier van vertellen komt allegorisch over. In canto 2 zal blijken dat Dante een reisverslag maakt van wat hij heeft gezien en de ervaringen die hij heeft opgedaan.
Dat de Komedia geen allegorie is blijkt o.a. uit:

Canto 2 - De drie vrouwen; begin van de tocht

regel 1-9
De dag ging heen en 't schemerduister tilde
de wezens die op aarde leven op
uit hun vermoeidheid; ik alleen bereide

mij voor op strijd, de weg die 'k had te gaan,
de deernis die mij wachtte: daarvan zal ik
verslag doen, want het bleef mij feillos bij.

O Muze, hog vernuft, wil mij nu bijstaan,
Geheugen dat noteerde wat ik zag,
hier zal uw ware adel zich pas tonen.
Dante (reiziger) is een hele dag bezig om door het woud te komen. Hij roept de Muzen aan (alle negen) en zijn eigen vernuft (dat van Dante (verteller)). Deze moet diep nadenken. Dante (verteller) roept zichzelf op om na te denken over hoe hij het verhaal zal vertellen aan zijn lezers. div>
regel 12
Is mij zo'n zware gang wel toevertrouwd?
Vergilius heeft Dante(reiziger) in Canto 1 voorgesteld een andere weg te volgen, maar Dante (reiziger) deinst hiervoor terug.
regel 14-15
Aeneas het onsterfelijke rijk bezocht
en lijfelijk daar, bij leven nog, vertoefde.
Dante (reiziger) verwijst naar Aneas (1e voorganger) die in Aneas boek 6 naar de onderwereld afdaalt om zijn overleden vader te spreken. De overeenkomst is woordelijk uit de Aneas overgenomen.
regel 16-27
En als Degeen die alle kwaad bestrijdt
aan hem dat gunde, denkend aan wat uit hem
ontstaan zou en aan wie en hoe hij was,

zal 'n mens met inzicht dat ook passend vinden.
Tot vader van de Moederstad en 't Rijk
werd hij in 't Empyreum uitverkoren,

en dát en díe, waarachtig waar, zijn zo
de grondslag van de stee waar zetelt
wie Petrus op die stoel heeft opgevolgd.

Die tocht waarvan u hem de roem vergunde,
heeft hem dát bijgebracht wat de oorzaak was
van zijn triomf én die van 's pausen mantel.
God heeft Aneas gegund om Rome te stichten waar de heilige Petrus de eerste paus zou worden.
Er wordt een relatie gelegd tussen Aneas' Rome en het pauselijke Rome.
dát en díe in regel 22 moeten worden omgedraaid:
  • De Moederstad, die...
  • het Empyreum, dat...
regel 28-30
Daarna ging Paulus, 't Uitverkoren Vat,
om ginder steun voor dat geloof te halen...
Paulus is Dante's (reiziger) 2e voorganger. Paulus is 't Uitverkoren Vat - het werktuig om het Christendom te verbreiden. Handelingen 9: 15-16 ( ... Ik heb besloten die man(Paulus) te gebruiken. Ik heb hem uitgekozen om Mij bekend te maken aan andere volken en hun koningen en ook aan het volg van Israël. Ik zal hem duidelijk maken hoeveel leed hij voor Mij moet doorstaan.
Deze passage heeft Dante (verteller) uit de Vulgaat; de Bijbel in het Latijn die door kerkvader Hieronymus uit het Grieks was vertaald met fouten. Bij vermenigvuldiging in kloosters ontstonden fouten op fouten.
Erasmus maakte opnieuw een vertaling uit de grondtekst (het Grieks), wat de kerk hem niet in dank afnam.
Maarten Luther gebruikte Erasmus' vertaling voor de Duitse vertaling van het Nieuwe Testament.
regel 37-42
Als een wiens onwil wint van eerder willen,
die zich bedenkt, en dan het hele plan
ineens laat varen dat hij opgevat had,

verging het, op die donkere helling, mij:
zo denkend gaf ik óp de onderneming
die 'k met zo'n gretigheid had aangevat.
Dante (reiziger) bedenkt zich en wil omkeren.
regel 43 e.v.
'Als 'k jou aanhoor, en goed begrijp,' zo luidde
het antwoord dat de fiere schim mij gaf,
'dan maakt kleingeestigheid zich van je meester...

... kwam mij een vrouw, zó schoon, zó zalig, roepen
dat ik spontaan verzocht om haar bevel.
Vergilius verhaalt Dante (reiziger) waarom Dante geholpen moet worden.
53-114
Hier spreekt Vergilius. Hij heeft in Limbo bezoek gekregen van Beatrice

regel 58 e.v.
'O hoofse, hoogst verfijnde Matuaan
wiens faam nog immer voortduurt in de wereld,
en duren zal zolang de wereld duurt: ...

...Ik ben Beatrice, en zet uw pracht van woorden
ik kom vandaar waar 'k liefst weer terug zou keren ....

... zo zal uw naam gevierd zijn, ook bij Hem."

58-66
Beatrice is aan het woord en vertelt Vergilius van de nood waarin Dante verkeerd
67-69
Beatrice vraagt Vergilius Dante te gaan helpen
70-74
Beatrice vertelt Vergilius wie zij is.
regel 76 e.v.
"O Vrouw, o toonbeeld van de deugd, waardoor
de mens hoog boven andere wezens uitsteekt ...

... zo terugverlangt naar dat immense oord?"

76-81
Vergilius vertelt Dante (reiziger) hoe hij reageerde: hij zal de opdracht van Beatrice aanvaarden
82-84
Vergilius vertelt hoe hij Beatrice vroeg waarom ze was afgedaald naar het Limbo.
regel 84 e.v.
"Omdat u 't zo precies wilt weten," sprak ze,
"zal ik u bondig uit de doeken doen...

...dat 't lijden hier bij u mij niet beroert,
en 't vuur daarvan op mij geheel geen vat heeft

85-108
Het antwoord van Beatrice op Vergilius' vraag.
regel 94 e.v.
Maar 'n Hemelvrouw is zo begaan met hem
die u bevrijden moet van wat hem hindert...

...Zij vroeg Lucia zich bij haar te melden

94-99
Maria kreeg medelijden met Dante en riep Lucia bij zich.
regel 98-99
... en sprak: "Nu heeft een man, jou toegewijd,
je nodig: ik kan hem slechts aanbevelen."

98-99
Maria's woorden worden geciteerd
regel 100 e.v.
Lucia, zij die elke wreedheid haat
vertrok direct daarheen waar ik verblijf hield
100-108
Lucia repte zich naar Beatrice

regel 103 e.v.
"Beatrice," sprak ze, "Godes lof, wat talm je
met hulp aan wie zo van je hield dat hij ...

... je ziet de dood toch oorlog met hem voeren: de wilde stroom die rust vindt in geen zee!"

103-108
Lucia's woorden worden geciteerd.
regel 109 e.v.
Geen mens loopt ooit op aarde zijn belangen
zo haastig na, vlucht zo voor onheil uit,...

... die eert en adelt u én wie ze hoort."

109-114
Beatrice vertelde hoe zij zich daarop naar Vergilius begaf
regel 115 e.v.
Na deze woorden wendden zich haar ogen
zó lichtend, en vol tranen nu, tot mij...

... wel drie gebenedijde vrouwen zorgen,
en ook wat ik je zei veel goeds belooft?"
115-126
Vergilius geeft gehoor aan de wens van Beatrice en spoort Dante aan om op weg te gaan.
  • Lucia is hier mogelijk opgevoerd als visioen, als het visionaire deel van het verhaal
  • Maria is degene die de opdracht geeft. Zij ziet dat Dante de verkeerde weg opgaat en waarschuwt Lucia om hulp te sturen.
  • Lucia gaat naar Beatrice. Zij is immers het object van Dante's liefde.
  • Beatrice daalt af uit het Paradijs en gaat naar Vergilius in het Limbo met het verzoek om zich om Dante te bekommeren.
regel 52
In 't schemerrijk, het Limbo, waar ik was,
het Limbo is het schemerrijk.
Dat Beatrice degene is die met Vergilius praat, geeft de gelaagdheid in de maatschappij van de Middeleeuwen ook weer.
Maria geeft opdracht aan Lucia die op haar beurt Beatrice naar Vergilius stuurt. Maria praat niet rechtstreeks met Vergilius (hij is immers geen christen en woont in het Limbo).
De afstand wordt uitgedrukt o.a. door "hoofse" frasen. Hoofse liefde is de verering van een edele vrouw op afstand. De held hemelt haar op. Hij krijgt pas een "relatie" met haar door het verrichten van heldendaden.
Beatrice gaat in opdracht van Maria naar Vergilius om Dante te helpen. Beatrice roemt Vergilius voor God.
regel 76
"O Vrouw, o toonbeeld van de deugd, waardoor...
Dit is het "hoofse" antwoord van Vergilius aan Beatrice. De krapste hemelkring = maan
regel 82-83
... maar zeg me: waarom schrikte 't u niet af
naar midden-aarde af te dalen, als u...
Vergilius vraagt Beatrice (die in het Paradijs is opgenomen) of het haar niet afschrikt om naar de hel af te dalen.
regel 91
Genade Gods bracht mij in zulk een toestand
dat 't lijden hier bij u mij niet beroert,
en 't vuur daarvan op mij geheel geen vat heeft
Antwoord van Beatrice: De zaligen in de hemel blijven onberoerd door de straffen in de hel
Zelfs het lijden van Dante beroerd hen niet.
Maria is wel begaan met de zielen, daarom mag Vergilius tijdelijk het Limbo verlaten, om Dante bij te staan.
regel 108-114
Geen mens loopt ooit op aarde zijn belangen
zo haastig na, vlucht zo voor onheil uit,
als ik toen na Lucia's woorden opstond,

mijn hemelplaats verliet, en hierheen kwam
in vast vertrouwen op uw schat van woorden,
die eert en adelt u én wie ze hoort."
Vergilius moet Dante hulp gaan geven.
Beatrice is als hemellinge onaantastbaar - in het Limbo krijgt ze weer iets menselijks.
De zielen in het Purgatorio doen dan ook beroep op Dante's medelijden. Door bidden en het kopen van aflaten kunnen nabestaanden ervoor zorgen dat hun verblijf op de Louteringsberg wordt bekort.
regel 121-126
Dus wat weerhoudt je, waarom nog geaarzeld?
Wat geeft zo'n lafheid voedsel in je hart?
Waarom niet vurig, onvervaard vertrokken,

wanneer toch aan het Hemelhof voor jou
wel drie gebenedijde vrouwen zorgen,
en ook wat ik je zei veel goeds belooft?
Het verhaal van het bezoek van Beatrice aan het Limbo en de opdracht aan Vergilius die naar de 3 vrouwen verwijst, overtuigt Dante van de noodzaak van zijn tocht.

De reis door de Hel begint

Canto 3 - Voorportaal met lafaards: Charon

regel 1-9
Ik ben de ingang tot de Stad van Pijn,
ik ben de ingang tot de eeuwige smart,
ik ben de ingang tot 't verloren volk.

Rechtvaardigheid gaf wie mij heeft gemaakt
dat in: door hoogste Wijsheid, Godes Macht,
door de eerste Liefde Gods ben ik gebouwd.

Aan mij voorafgaand werd alleen gemaakt
wat eeuwig is, en eeuwig duur ook ik:
geef elke hoop dus, wie hier ingaat, op
("Lasciate ogne speranza, voi ch'intrate")
De laatste regel is beroemd en vaak geciteerd. Het geeft aan, dat de Hel het produkt is van
  1. Goddelijke Wijsheid
  2. Gods Almacht
  3. Gods Liefde
regel 14
tu vedrai
jij zult zien een treurig soort mensen. vertaling richte moet zijn richt de zielen hebben geen berouw, maar wel spijt.
Doorsnede van de Hell
Schema van de Hel met de kronkelige weg die Vergilius en Dante gaan om vanuit het middelpunt der aarde terug te komen aan de oppervlakte. De Hel bestaat uit negen cirkels:
  1. Het voorgeborgte (limbo)
  2. De wellustigen
  3. De vraatzuchtigen
  4. De hebzuchtigen
  5. De aggressieven
  6. De stad van Dis (de ketters)
  7. De geweldplegers (rivier, woud, vlakte)
  8. De bedriegers (malebolge met 10 kringen)
  9. De verraders
Verdeling van de verschillende cirkels in de Hel
De 8e cirkel van de bedriegers is onderverdeeld in 10 kringen:
  1. Verleiders en koppelaars
  2. Vleiers
  3. Simonisten
  4. Heksen, magiërs en zieners
  5. Corrupte politici en ambtenaren
  6. Huichelaars
  7. Dieven
  8. Kwade raadgevers
  9. Schismatici
  10. Alchemisten en vervalsers
regel 22-30
Vergilius en Dante (reiziger) bevinden zich in de vestibule achter de ingang van de hel Dante hoort gekreun, gezucht en gejammer, maar ook woedende en schorre stemmen.De hele lucht is vol geluid, het lijkt wel een stormwind.
regel 34-51
Als Dante (reiziger) vraagt wat hij waarneemt, vertelt Vergilius dat ze zich bevinden in de ruimte de slappelingen; zij die tijdens hun leven nooit een keuze maakten, of ergens verantwoording voor namen.
Hier bevinden zich ook Gods engelen die zich tijdens de opstand van Lucifer afzijdig hielden. Zij mochten niet in de Hemel blijven, maar ook in de diepste Hel was geen plaats voor hen. De helbewoners daar zouden zich verheven kunnen voelen boven hen en daardoor zou hun straf toch een vorm van genot opleveren.
Vergilius maant Dante (reiziger) zich niet met deze slappelingen te bemoeien.
Als Dante vraagt waarom zij klagen, zegt Vergilius dat deze zielen nooit kunnen sterven, hun leven is nooit iets waard geweest, daarom zijn de zielen afgunstig op ieder ander lot, dat in de hel wordt ondergaan. Hun naam zal niet voortbestaan, voor hen geldt geen genade.
regel 52-54
Dante ziet een enorme massa zielen achter een leeg vaandel aan hollen. Een vaandel stelt in de maatschappij iets voor. Een vereniging, een sportclub, een heraldisch wapen van een koning.
De slappelingen hollen achter een leeg vaandel. Ze stonden nergens voor tijdens hun aardse leven. Ze kozen niet voor een zaak. Hun straf (contrapasso) is een optocht te vormen achter een vaandel met niets erop.
De zielen hopen op een verdwijnen, of naar de dood (zie ook de Openbaring van Johannes) bij het Laatste Oordeel, maar dat gebeurd niet.
regel 60-71
Dante kijkt wel rond en herkent een schim "die laffe Weigering"
dit is waarschijnlijk paus Celestinus V, die na 5 maanden als paus aftrad, vermoedelijk hiervoor aangezet door zijn opvolger en Dante's tegenstander Bonifatius VIII. Celestinus V zou zijn weggepest.
Toch is dit vreemd, want Celestinus V is door paus Clemens heilig verklaard. Clemens was wel een paus die in Avignon resideerde. Dante had voor de verplaatsing van de pauselijk zetel grote verachting.
De schimmen worden gesard door wespen, muggen en hun bloed wordt door wormen opgezogen. Deze lagere dieren worden gezien als verwerpelijk.
regel 70-78
Dante ziet voor zich een grote groep zielen die aan de oever van een brede stroom staan.
Vergilius zal uitleg geven, als ze bij de Acheron aankomen.
De Hel kent 4 rivieren: Acheron, Styx, Phlegeton, Cocytus.
regel 91
In de boot staat Charon, de Griekse mythologische veerman. Charon roept Dante (reiziger) toe dat hij niet aan de oever van Acheron hoort. Dante moet een andere weg omhoog zoeken.
regel 95-96
Omschrijving van God.
Vergilius legt Charon uit, dat God wil dat Dante over de Acheron wordt gezet.
De schimmen als ongedifferentieerde massa - zonder de slappelingen - die geen berouw tonen en hun bestaan vervloeken.
regel 112-117
Dit is een vergelijking, zoals ook bij Homerus voorkomt.
"slechte zaad" In de oudheid ging men er vanuit dat de man voor de voortplanting zorgt. De vrouw is passief.
Wie voor zijn dood berouw toont, gaat naar het Purgatorio, de anderen gaan naar de hel.
regel 124-126
De zielen willen naar de overzijde van Acheron, want zij worden voortgedreven door Gods gerechtigheid. De vrees die zij hebben, verandert in een begeerte. Ze willen de straf ondergaan, maar hun toekomst is hopeloos. Deze zielen zijn geperverteerd.
regel 128-129
Vergelius zegt, dat de woorden van Charon een compliment zijn voor Dante. Hij hoort niet in de Hel. Hij is een goed mens.
regel 130-135
Dante kan er niet langer tegen. Hoe hij door Charon naar de andere oever wordt gebracht, wordt niet beschreven. In het volgende canto is Dante (reiziger) al op de andere oever. Deze overgang komt vaker voor in Inferno. Het is door Dante (verteller) goed doordacht.