Twee Steden: Rome en Constantinopel - 17 november 2014

Verslag 1e hoorcollege - Twee Steden

De vier hoorcolleges zijn gegeven door Fik Meijer in het cursusjaar 2014/2015. De inhoud is gebaseerd op het boek van Fik Meijer: Twee steden: Opkomst van Constantinopel, Neergang van Rome (330-608). Het boek beschrijft de ontwikkeling in deze periode van het oude en het nieuwe 'Rome'. Rome en Constantinopel zijn ongeveer gelijk gesticht. Rome in 753 v.Chr. door Romulus en Remus, Constantinopel in 660 v.Chr. als Byzantium door Byzas.

Ontstaan van Rome en Constantinopel, mythe en werkelijkheid

Zegelring met afbeelding van Aeneas, Anchisis en Ascanius.

De stichting van Rome ging volgens de mythologische overlevering veel verder terug. Na de Val van Troje ontvluchtte Aneas met zijn oude vader en zijn zoon Ascanius de stad. In Vergilius Aneas' wordt verteld, dat Aneas van het orakel de opdracht kreeg om naar Italië te gaan en daar een nieuwe stad te stichten. Via allerlei omzwervingen kwam hij  in Carthago, waar hij verliefd werd op Dido, de weduwe van de heerser. In een droom werd Aneas eraan herinnerd, wat het orakel hem had opgedragen. Hij verliet Dido en ging naar Italië, waar zijn zoon Ascanius de stad Alba Longa stichtte. 15 generaties koningen regeerden in Alba Longa. De laatste koning Numitor werd door zijn broer Amulius verdreven.

Mars en Reas-Silvia, de dochter van Numitor

De dochter van Numitor - Rea-Silvia - bracht een tweeling ter wereld: Romulus en Remus. Amulius gaf opdracht de tweeling te doden, maar zij werden te vondeling gelegd bij de Tiber, waar een wolvin hen zoogde. Toen de tweeling volwassen was, namen ze wraak op Amulius en zetten Numitor weer op de troon. Romulus en Remus stichtten bij de heuvels aan de Tiber de stad Rome. Door onenigheid tussen de twee broers vermoordde Romulus zijn broer en werd koning van Rome. Tot zover het mythologische verhaal van de stichting van Rome. (boek blz 23 ev.)

De ontwikkeling van Byzantium kwan op gang  door de ontdekkingsreizen van de Grieken. De Grieken leefden niet alleen op het vasteland, maar bevolkten ook de eilanden in de Egeïsche Zee. Door overbevolking werden de Grieken gedwongen op zoek te gaan naar nieuwe leefruimte. Ze stichtten koloniën langs de kusten van de Zwarte Zee, o.a. op het schiereiland Krim. (boek blz 19 ev.) Op hun expansiereizen ontdekten ze het schiereiland bij de Bosporus. Daar stichtten ze een handelsplaats Byzantium in 660 v.Chr.

Munt met de afbeelding van Byzas

De mythologische stichting van de stad wordt toegeschreven aan een wat schimmige figuur Byzas. Hij kreeg van het orakel van Delphi de opdracht een stad te stichten tegenover het land van de blinden. Als Byzas op zijn reizen door de Bosporus vaart ziet hij de landtong die aan drie zijden omringd wordt door water. Hij vergelijkt dit met de plaats Chalcedon op de andere oever van de Bosporus en roept uit, dat de bevolking van Chalcedon wel blind geweest moet zijn, toen ze hun stad stichten. Byzas sticht de stad die zijn naam draagt - Byzantium - tegenover de stad Chalcedon. Achteraf is te reconstrueren waarom Chalcedon door de Grieken werd gekozen als vestingsplaats; er was water voor handen. Byzantium heeft altijd een te kort aan water gekend. (boek blz 24 ev.)

Als handelsstad stond Byzantium in een kwade reuk. Het was een stad van hoeren, handelaren en DEMOCRATIE. Vooral dat laatste was een bron van kritiek. Democratie werd in de oudheid niet altijd als iets positiefs gezien: het volk was aan de macht. Volgens de elite stonden er mensen aan het roer die daarvoor niet geleerd hadden. In de ogen van Plato en zijn volgers werkte dat verderfelijk. De gehele oudheid is Byzantium niet uitgegroeid tot een stad die aanzien verwierf in de regio. Het bleef een provinciaal stadje.(boek blz 25 ev.)

Expansie van het Romeinse Rijke

In dezelfde periode breidde Rome zijn invloedssfeer uit. De Romeinse legers veroverden Latium, Gallië, het Iberisch schiereiland, Brittannië, Noord-Afrika, Griekenland, een deel van de Balkan en delen van Klein-Azië tot aan de Eufraat. De stad Rome werd het centrum van de door de Romeinse  legers veroverde gebieden. De Romeinse schrijver Livius schreef  een aantal geschiedwerken over de Romeinse veroveringen. (boek blz 30 ev.)

Romeinse Rijk - grootste omvang onder keizer Trajanus

Al hoewel Rome  volhield, dat de veroveringsoorlogen werden gevoerd voor de trouw en het welzijn van de bondgenoten, was de werkelijke reden, dat Romeinse aanvoerders vooral uit waren op buit, roem en eer. De aanvoerder die een overwinning behaalde, werd met een triomftocht door de straten van Rome  gevoerd, toegejuicht door de inwoners van de stad. De legeraanvoerders streden om de triomfen en zochten gelegenheden om oorlogen te voeren. Hiervoor hanteerde de Senaat het begrip bellum justum - een rechtvaardige oorlog: de vermeende tegenstander werd bezocht door een groep priesters - de Festiales. Zij vroegen de tegenstander, of ze zich wilden overgeven. Werd dit geweigerd, wat natuurlijk altijd gebeurde, dan was dat een gerechtvaardigde reden om een oorlog te beginnen.

Ruïnes van de Tempel van de godin Bellona

Bij latere veroveringsoorlogen in Griekenland en Klein-Azië werd het ritueel van de Festiales priesters opgedragen in Rome in de tempel van de godin Bellona.

Zuil op het Forum van Trajanus
opgericht na de overwinning op de Daciërs

In de tweede eeuw bereikte het Romeinse Rijk onder keizer Trajanus zijn grootste omvang. Trajanus veroverde Dacia en liet deze gebeurtenis uitbeelden op een kolom op zijn forum.(boek blz 35) Op het hoogtepunt leefde er tussen de 50 en 70 miljoen mensen in het Romeinse Rijk. De elite en de ridderschap parasiteerden op de bevolking van de veroverde provincies. Allerlei producten werden vanuit alle delen van het Rijk naar Rome gebracht. (boek blz. 50)

Imperator Gaius Octavianus Augustus

Pas onder Augustus is Rome werkelijk een stad geworden. Hij was door de Senaat benoemd tot prínceps. Toen hij uiteindelijke de enige machthebber was, wilde hij het aanzien van Rome verhogen. Om te voorkomen, dat de Senaat en het volk van Rome hem zijn plannen zouden dwarsbomen, ging hij subtiel te werk. Hij liet zich door de Senaat benoemen tot volkstribuun en consul van de provincies. Later kwam daar nog de titel imperium maios bij. Alle belangrijke bestuurs- en beleidsfunctie verenigde hij op deze manier in één hand.

Forum van Keizer Octavianus Augustus

Ter meerdere glorie liet hij het Forum Augustus bouwen. Het belangrijkste gebouw op dit forum was de tempel van Ares. In deze tempel stonden 108 beelden van historische en mythologische figuren die aan de opkomst en de bloei van het Romeinse Rijk hadden bijgedragen. De in cirkelvorm opgestelde beelden kwamen samen bij het beelden van Augustus.(boek blz. 39) Beroemd zijn de woorden die Augustus op sterfbed zou hebben gesproken: "Ik trof een stad van baksteen aan, en liet een stad van marmer achter." (boek blz 38 e.v.) Doordat Augustus alle macht in zijn persoon verenigde, kon hij een beleid voeren, dat de welvaart van het rijk verhoogde. Zijn beleid is bekend als de Pax Augustii. Augustus had een aantal vertrouwelingen. De belangrijkste daarvan was Agrippa, zijn generaal. Agrippa is bekend als de bouwer van het Pantheon.

Patriciërs en proletariërs

Tekening van Romeinse appartementen (insulae)

Rome was een stad van tegenstellingen. De meeste inwoners woonden in krappe appartementjes zonder voorzieningen. Tijdens de regering van Augustus woonden er ongeveer één miljoen mensen. Pas eind 19e eeuw bereikten Londen en Parijs deze omvang. Rome was de oudste metropool.

De bevolking van Rome bestond uit rijke patriciërs (leden van de Senaat en de ridderschap) en proletariërs. Dit waren armen die een kommervol bestaan leiden. Er was in Rome geen middenklasse. De mensen leefden in insulae - appartementen in flatgebouwen, zonder verwarmingen of kookgelegenheid. Augustus en zijn opvolgers hebben zich nooit ingespannen om de woningproblematiek van de inwoners te verbeteren. (boek blz 48) De leden van de Senaat waren niet alleen welgestelde burgers, maar hielden in het geheim ook bezig met handel en nijverheid. Zij hadden de gebouwen in bezit. De keizers wilden de Senaat niet van zich vervreemden, daar zij in hun functie waren benoemd door diezelfde Senaat.

Thermen van Diocletianus
Brooduitdeling aan behoeftigen in Rome

Om de bevolking toch tegemoet te komen bouwden Caracalla en Diocletianus enorme openbare badhuizen. (boek blz. 49 en 51) De proletariërs stonden in een clientèle verhouding tot hun patronus. Dit leidde er toe dat de patronus moest voorzien in de voedselvoorziening van zijn clientèle. Hiervoor werd een graanregeling in het leven geroepen, waarvan de proletariërs gebruik konden maken.

In Pompei zijn muurschilderingengevonden die deze graanuitdelingen in beeld brengen. Deze vorm van voedselvoorziening had een aanzuigende werking voor de omringende landerijen.

Panis en circenses

Het volk moest beziggehouden worden met brood en SPELEN. (boek blz. 99)

Theater van Marcellus
In het theater werden  mimes en pantomimes opgevoerd. Romeins theater was niet vergelijkbaar met het Griekse theater. Het was platter en veel meer politiek cabaret. De Romeinen hadden op dit gebied een minderwaardigheidscomplex ten opzichte van de Grieken. Pas uit de derde eeuw zijn stukken van de oudste schrijvers bekend. In de eerste was het theater gericht op geschiedschrijving. Veel elementen van de Griekse culturele erfenis werd door  de Romeinen aan de eigen identiteit toegevoegd. (boek blz.46)

Colosseum luchtopname

Een ander bekend vermaak waren de gladiatorengevechten. In Rome werd daarvoor het Colosseum gebouwd door joodse krijgsgevangenen. De bouw duurde slechts elf jaar. De gladiatorenshows waren een typisch fenomeen van het oude Rome. In Constantinopel werden ze niet meer opgevoerd. De gevechten waren een uitbeelding van de oorlogen en gevechten die de Romeinse legers voor hun veroveringen moesten voeren. In Tripoli is nog een mozaiek bewaard gebleven waarop elementen van een gladiatorenshow zijn afgebeeld.

Een gladiatorengevecht in het Colosseum was dagvullend. 's Morgens waren er gevechten tussen dieren, tussen dieren en mensen; tussen de middag waren er executies; meestal uitgevoerd als een mythologisch verhaal. 's Middags waren de gladiatorengevechten. Het is niet zo dat een gevecht tussen gladiatoren eindigde met de dood van een van de combatanten. Een gladiator kon zwaar gewond raken en sterven, maar heel vaak bracht ook de verliezer het er levend vanaf. Het was aan de keizer om te beslissen, of een gewonde gladiator stierf of in leven bleef. Het veel aangehaalde gebaar van omlaag gestoken duimen van het volk om de gewonde gladiator van het leven te beroven, berust op foute overlevering.(boek blz. 43 e.v.)

Model van het Circus Maximus

De belangrijkste spelen waren de wagenrennen in het Circus Maximus. Er gingen enorme bedragen om bij de wagenrennen. Iedere Romein was supporter van een van de renstallen en tooide zich met de kleuren van zijn stal:  rood, wit, blauw, of groen. De aanhangers waren fanatiek en regelmatig liep het uit op rellen tussen supporters van verschillende stallen. (boek blz.101)Ook hadden de wagenrennen voor de keizers politieke implicaties:  werd hij door het publiek uitgefloten of toegejuicht. (boek blz. 44 ev.) In Constantinopel loopt een wagenwedren uit de hand en leidt tot een politieke oproer. (boek blz. 213 ev.)In tegenstelling tot gladiatorengevechten werd er minstens elke week een wedren georganiseerd.

Godsdiensten in Rome

Romeinse goden: Minerva, Jupiter en Juno

Rome was een stad met vele goden. Het geloof van de eerste Romeinen was animistisch. Natuurkrachten werden gezien als goddelijk. Later kregen deze goden een antropomorfische gedaanten.

De goden werden menselijk met menselijke deugden en ondeugden. De Romeinen namen de Griekse godenwereld en hun verhalen over en verbonden de Griekse namen met de namen van eigen goden. Zo werd Zeus vereenzelvigt met Jupiter en Hera met Juno. Uit de veroverde gebieden kwamen nieuwe goden naar Rome. Serapis, een Egyptische godheid, en ook Dionysos (Bacchus) - de god van de wijn - werden zonder problemen in de Rome ingevoerd. De eerste blijken van monotheïsme waren de tempels en offers aan Isis uit Egypte, die verbonden werd aan de vruchtbaarheid en beinvloed was door Cybele, een vruchtbaarheidsgodin uit Perzië. Kinderen bereikten in het Romeinse Rijk zelden de volwassenheid. Samen met de sterfte in het kraambed  en sterfte op het slagveld drukte de kindersterfte de gemiddelde leeftijd van de inwoners van Rome. Iedere nieuwe godheid mocht zich verheugen in een nieuwe cultus. Uit Perzië kwam de cultus van Mithras naar Rome. Er ontstonden Mithras heiligdommen. Hij werd gezien als een kosmische god en werd vereerd op 25 december.

Mithras tempel onder de San Clemente

In de kerk van San Clemente in Rome is in de diepste laag een Mithras heiligdom bewaard gebleven. De initiatie in de Mithras cultus omvatte zeven stadia, waarbij de neofiet werd besprenkeld met het bloed van een stier. Het behalen van het hoogste stadium was alleen weggelegd voor de geletterde elite.(boek blz. 126 e.v.)

Het vroege christendom

Met de opkomst van het Christendom voelde deze elite (keizer en senatoren) dat als een bedreiging van de Romeinse goden. Het vroege Christendom was veel aantrekkelijker, omdat het eenvoudige was en geen initiatie kenden. Het verbreidde zich vooral onder de armen. De problemen van de eerste christenen ontstonden,  omdat zij actief bekeerlingen probeerden te maken. Het Christendom kwam voort uit het Jodendom. De apostelen waren Joden. Paulus haalde het nieuwe geloof uit de Joodse invloedssfeer. Ook in Rome woonden talloze joden. Zij mochten hun eigen godsdienst belijden en zelfs synagogen bouwen in de wijk Trastevere. In de ogen van de Romeinen waren zij geen bedreiging voor de Romeinse goden, omdat de joden geen bekeerlingen maakten.  Om de Romeinse godsdienst te beschermen werd in de derde eeuw, Rome was toen al als Caput Mundi op zijn retour, van iedere burger van Rome geëist, dat aan de goden offers bracht. De christenen weigerden, wat leidde tot de christenvervolgingen. De eerste christenen gingen daarin zo ver, dat sommige vrijwillig voor het martelaarschap kozen om zo sneller dichter bij Christus te komen. Uiteindelijk heeft het Christendom de overhand gekregen. Dit was mede door de goede organisatie en de opvang in geloofsgemeenschappen. Liefdadigheid, zoals de zorgen voor zieken en zwakken in de samenleving werden vanuit deze gemeenschappen geleid.