Colloquium Kunstgeschiedenis - Semester 1
14 november 2011

Verslag 7e hoorcollege
Vervolg op het centrum van Rome
Het Romeinse Rijk buiten Rome

Het Colosseum

Flavisch Theater beter bekend als het Colosseum, 80 n.Chr. Rome
bron: commons.wikimedia.org

De oorspronkelijk naam van het Colosseum is Theatrum Flavium. Het is gebouwd in opdracht van de keizers van Rome die behoorden tot de Flavische dynastie. Het theater is gefinancierd uit eigen middelen en bestemd voor het volk van Rome.
De spelen die er werden georganiseerd waren voor het volk gratis toegankelijk. De financiers van de spelen behoorden meestal tot de elite van Rome. Het financiering van evenementen als gladitorengevechten en wagenrennen werd beschouwd als een vorm van “public relations”: het was voor de elite en met name voor de keizers belangrijk dat het volk tevreden gesteld en op hun hand bleef. Geef het volk panem et circenses “brood en spelen”!
Na de val van Rome in 476 treedt een langdurige periode van verwaarlozing in. De Christenen zien het Colosseum als een poel van verderf, waar lotgenoten de martelaren dood zijn gestorven. Met zo’n plaats willen ze niets te maken hebben. Het gebied verpauperd en de pausen laten de travertijn bekleding van de muren halen en gebruiken bij de verfraaiing van de kerken in Rome.

Bustes van keizer Vespasianus (links) en zijn zoon Titus (rechts), Capitolijnse Musea, Rome
bron: commons.wikimedia.org

Keizer Vespasianus was de opdrachtgever tot de bouw van een theater. De bouw werd begonnen in 72 en was voltooid in het jaar 80. Vespasianus heeft de voltooiing niet meegemaakt. Hij stierf in 79. Onder zijn zoon Titus die hem als keizer opvolgde, werd het theater voltooid. Bij de inwijding van het gebouw werden er 100 dagen spelen afgekondigd door Titus om zijn vader Vespasianus te eren.

Drie munten met het Colosseum op de kruiskant. v.l.n.r uit het jaar 80, uit 240 en bij de invoering van de euro de 5 eurocent 2002
bronnen: wikimedia
wikimedia
Eurocoins Italy

Het theater is altijd gezichtsbepalend geweest voor Rome. Na voltooiing van het gebouw werden er munten geslagen met een afbeelding van het theater. Ook later werd het gebouw gebruikt op Romeinse munten. Deze munten waren betaalmiddel door het hele rijk. Een afbeelding van het Flavisch Theater was een vorm om de grandeur van Rome in de provincie uit te dragen.
Op onderstaande afbeelding staan munten uit het jaar 80 (de opening) uit 240 en een italiaanse euromunt uit 2002.

Reconstructie van het Colosseum met linksonder de boog van Constantijn en daar recht tegenover de Kolos van Nero.
bron: travellinghistorian

De naam Colosseum is niet door de Romeinen aan het theater gegeven, maar door de Middeleeuwse bewoners van Rome.
Er is een vermoeden dat de naam Colosseum afgeleid is van het enorme beeld van keizer Nero, dat de Kolos van Nero heette. Het beeld stelde Helios voor met het gelaat van keizer Nero. Nero had het terrein achter het huidige Colosseum laten afbreken en opdracht gegeven om daar een enorm paleis te laten bouwen: de Domus Area. Op de plaats van het Colosseum liet hij een enorm meer aanleggen. Bij dat paleis verrees ook het enorme standbeeld.
Na Nero’s dood is de Domus Area volgestort met grond en daarop zijn nieuwe gebouwen verrezen. Het meer is gedempt en Vespasianus heeft op die plaats het Colosseum laten bouwen.
Het theater telde enorme afmetingen: de muren zijn 50 meter hoog, de omtrek is zo’n 500 meter en er konden 50.000 bezoekers in. Het beeld van Nero stond waarschijnlijk tot in de Middeleeuwen naast het Colosseum. Mogelijk is het tijdens een aardbeving verwoest en is het metaal elders gebruikt.
De Engelse prediker Bede heeft een beroemde uitspraak gedaan over het beeld van Nero. Het is mogelijk dat zijn uitspraak verkeerd vertaald is. In plaats van te verwijzen naar het beeld werd in de vertaling verwezen naar het Flavisch theater. Die naam werd in de volksmond veranderd in Colosseum. Tot op de dag van vandaag is het gebouw onder die naam bekend.

Bouwstijlen en bouwwijzen van het Colosseum

De bouwstijlen van het Colosseum.
Begaande grond: Dorische orde;
1e verdieping: Ionische orde;
2e verdieping: Korintische orde.
De 3e verdieping heeft ingemetselde pilaren met Korintisch kapiteel.
bron: heathholiday blog
Doorsnede van de opbouw van het Colosseum – Lexikon der gesamten Technik Otto Lueger 1904.
bron: wikipedia
Een andere doorsnede van het Colosseum. De namen bij de zitplaatsen geven ook de status van de bezoeker weer. In de PODIUM sectie zat de elite van Rome, waaronder de keizer weer.
bron: vroma

Het Colosseum is gebouwd volgens de drie grote bouworde. De toegang is gebouwd volgens de Dorische orde. De pilaren zijn zwaar en het grondplan is massief. De 1e verdieping heeft net als de toegang bogen met half-pilaren volgens de Ionische orde.Deze zijn minder massief. Dit lichter worden van de bouw wordt voortgezet in de 2e verdieping, waar de half-pilaren zijn versierd met een Korintisch kapiteel Naar boven toe wordt het gebouw steeds lichter en dunner.

Dragende muren van het cavea. Deze muren steunden de eerste laag zitplaatsen, waar de elite van Rome plaats nam. Deze foto is een detail van onderstaande bron.
bron: Yamnitsky Photostreem - Flickr.com
Gang op de begane grond in het Colosseum. Let op de dikke dragende pilaren.
bron: vroma

Organisatie van de spelen

Vloermozaïeken uit een Romeinse villa bij Nennig in Saarland. Afbeeldingen van verschillende attracties in het theater.
bron: vroma
Stenen reliëf met gladiatoren en wilde beesten – afkomstig uit het Colosseum Museo Villa Albani, rome.
bron:  awesomestories

Gladiatorenwedstrijden werden door de Christenen verafschuwd. Na de val van het Romeinse Rijk en de soliede vestiging van het Christendom werden deze wedstrijden door het hele voormalige Romeinse Rijk verboden. De theaters raakten overal in verval. In het Colosseum zijn wel nog lang gevechten met dieren gehouden, waaronder stierenvechten.
Gladiatorenwedstrijden was slechts een onderdeel van een dag in het Colosseum. Een leuk boekje hierover is Gladiatoren –volksvermaak in het Colosseum van Fik Meijer. Ook gevechten met dieren en mensen, of dieren onderling vormden een attractie.

Pollice verso (duimen omlaag)
J.L.Gerôme 1872, olie  op doek 100x49 cm.
Phoenix Art Museum
bron: wikimedia

Een kaartje voor het Colosseum was een hele dag geldig. Op het kaartje stond het nummer van de toegangspoort waardoor je naar binnen moest om snel bij je plaats te komen. Het Colosseum kende 80 van dergelijke toegangspoorten. De 50.000 bezoekers konden binnen 15 minuten binnen zijn. Na afloop was het theater in 15 minuten ontruimd. Logistiek was het theater perfect georganiseerd.
De ochtendvoorstelling was gevuld met dierengevechten(venationes). De Romeinen importeerden hiervoor duizenden dieren uit Noord-Afrika: leeuwen, panters, olifanten, nijlpaarden. De aanvoer was zo groot dat deze dieren in Noord-Afrika zijn uitgestorven.
Na het ochtendprogramma kon je met je kaartje naar buiten om bij stalletjes iets te eten. Dat werd gratis aangeboden (brood en spelen). Soms kreeg je op je kaartje nog iets extra’s: bijv. een extra brood of worst.
Tussen de middag was de arena beschikbaar voor executies van slaven, gevangenen en andere ter dood veroordeelden.
Het middagprogramma was het hoogtepunt: de gladitorengevechten. Gladiatoren werden opgeleid in zogenaamde gladitorenscholen. Deze stonden dichtbij de arena’s. Als gladiator werd je door het volk veracht, maar veel gladiatoren hadden een ware heldenstatus met “fanclub”en al. Enerzijds verguisd, anderzijds op handen gedragen.
Er wordt door wetenschappers druk gespeculeerd over de waarde van de gladiatorengevechten. Het is mogelijk dat de gevechten een naspelen van de veldslagen en oorlogen waren die de legionaires van het Romeinse legers tijdens hun tochten door Europa dagelijks meemaakten.
Het eind van een gladiatorengevecht wordt bepaald door de wens van de keizer (die luistert naar het opgehitste volk) of de overwonnen gladiator zal leven of sterven.

De dames die op bovenstaand schilderij zo fanatiek vragen om de dood van de overwonnene zijn de Vestaalse maagden. Zij hebben, net als de elite van Rome de beste plaatsen in het theater.

Reconstructie van het Colosseum met overspanning. De spantouwen worden rondom op de grond bevestigd.
bron: Het Keizerlijke Rome gereconstrueerd op doorkijkfolie Lozzi Roma s.a.s

Vooral in ’s zomers kan het in het Colosseum bloedheet worden. Om ervoor te zorgen dat de bezoekers toch in de schaduw naar de gevechten konden kijken, werden vanaf de bovenste verdieping lange zeilen naar het midden gespannen. Alleen het gedeelte boven de arenavloer bleef in het zonnelicht. Het spannen van de zeilen werd gedaan door zeelieden, die hun ervaring in het Colosseum op een andere manier in de praktijk kon brengen.

Hypogeum van het Colosseum. Het gangenstelstel en ruimten onder de arenavloer
bron: wikimedia

Keizer Domitianus heeft een extra verdieping aan het Colosseum toegevoegd en heeft onder de arena een gangenstelsel lagen aanleggen met ruimtes voor de wilde dieren en de gladiatoren. Dit gangenstelsel was afgedekt met de houten arenavloer. Een indrukwekkend systeem van luiken en hijsstellingen en katrollen zorgde ervoor dat dieren en mensen in de arena werden gebracht.

Reconstructie van het hypogeum en de wijze waarop de dieren in de arena werden los gelaten.
bron: R.A.Staccioli – Rome toen en nu- 2001 - Vision s.r.l
Model van de werking van liftvloeren en takels in het hypogeum van het Colosseum
bron: http://theshambles.blogspot.com/2011/05/when-in-rome-part-two.html

Het Circus Maximus

Reconstructie van het Circus Maximus met op de achtergrond de paleizen op de Palatijn.
bron: walkromewithsacredheart

Populairder dan de gladiatorengevechten in het Colosseum waren de wagenrennen in Circus Maximus. Al in de 7e eeuw v.Chr. werden op deze plaats wagenrennen georganiseerd. In de loop van de eeuwen is het steeds verder verfraaid en uitgebouwd. Er was plaats voor zo’n 250.000 bezoekers. Alleen de lengte van de spina – de “middenberm”- was 216 meter.
Tegenwoordig is het Circus Maximus een groene vlakte midden in Rome, waar de inwoners graag een deel van hun vrije tijd doorbrengen. Van de gebouwen en zitplaatsen is weinig tot niets meer over.

Metae , oorspronkelijk van hout, later in brons en goud uitgevoerd.
bron: de.wikipedia

Op de spina stonden twee obelisken die de Romeinen hadden meegenomen uit Egypte. Deze obelisken hebben een andere plaats in Rome gekregen. De ene staat op de Piazza del Popolo; de andere  op het Piazza di San Giovanni in Laterno.
Op het eind van de spina staan drie metae – kegelvormige zuiltjes. Als een wagenmenner die zuiltjes zag, wist hij dat het keerpunt naderde. Het keren in volle vaart was een hachelijke onderneming, waarbij vaak gewonden en zelfs doden vielen. Regels waren er niet; alles was toegestaan.
Een impressie van hoe zo’n wedstrijd verliep zien we in de beroemde film “Ben Hur”.

Reconstructie tekening van het Circus Maximus.
bron: the-romans

Op de afbeelding is duidelijk de lengte van het Circus Maximus te zien. De lengte bedroeg 600 meter, de breedte 140 meter. In het midden staat de spina met de twee obelisken en op de beide uiteinden de keerpuntmarkering (de metae). Op de voorgrond zijn de toegangspoorten te zien, waardoor de wagens vanuit de stallen de arena in reden.

Stenen reliëf van wagenrennen in het Circus Maximus, 117-138 marmer, Archeologisch Museum, Foligno
bron: commons.wikimedia
Wagenrace in Circus Maximus, relief uit de graftombe van Circusmagistraat, 117 – 138 Vaticaanse Musea, Rome
bron: flickr

De wagenrennen waren zo populair, dat afbeeldingen ervan op veel grafmonumenten zijn terug te vinden. Waarschijnlijk hadden belangrijke personen een vaste zitplaats. Er zijn inscripities met namen gevonden in stukjes marmer.
Het teams die tegen elkaar streden waren herkenbaar aan hun tuniek in de kleuren: groen, blauw, wit en rood. De bezoekers waren waarschijnlijk hun hele leven aanhanger van een van deze factiones – ook de keizer bekende kleur.
Over de gekleurde tunica droegen de menners een korset van reepjes leer, dat strak was ingesnoerd. Op deze manier waren de menners enigszins beschermd tegen de gevolgen van ongevallen tijdens de wedstrijden.

Romeinse consul met ‘factiones’ ingelegd marmer afkomstig uit Basilica Julius Bassus, Palazzo Vecchio, Florence
bron: flickr

Wagenmenners in teamkleuren, mozaïek, 3e eeuw, Pallazzo Massimo, Rome
bron: vroma

Het Stadion van Domitianus

Reconstructie van het Stadion van Domitianus met rechtsonderin het Odeon ca 86, Rome.
bron: maitaly
Luchtfoto van de Piazza Navona gebouwd op de fundamenten van het stadion van Domitianus
bron: maitaly

Het Circus Maximus en het Colosseum waren bestemd voor bepaalde vormen van vermaak en wedstrijden. In het Stadion van Domitianus (Hippodroom) werden sportwedstrijden gehouden, die de Romeinen hadden overgenomen van de Grieken. Er werden wedstrijden georganiseerd in worstelen, hardlopen en andere takken van atletiek. Deze wedstrijden waren minder populair. Het stadion bood dan ook maar toegang tot 80 – 100.000 bezoekers.
Het stadion van Domitianus is verdwenen en op de plaats zijn huizen gebouwd. Toch is de plaats op de plattegrond van Rome herkenbaar, als de Piazza Navona. Onder de gebouwen bevinden zich nog de fundamenten van de tribunes. De naam Navone verwijst naar in agone = strijdvoeren.  De vorm van het plein is nog de vorm van de arena.

Het Pantheon

Façade van het Pantheon
bron: wikimedia

Het Pantheon is een uniek bouwwerk. Het was oorspronkelijk een klassieke tempel en is nog in tact. Het gebouw weerspiegelt de wijze waarop de Romeinen tegen de Oudheid aankeken. Het gebouw is gebouwd in opdracht van keizer Hadrianus die dol was op cultuur en veel op reis was om overal in het Romeinse Rijk gebouwen te renoveren. Ook het Pantheon is door hem gerenoveerd, nadat de oorspronkelijke tempel door brand was verwoest. Hadrianus heeft bij de bouw gebruik gemaakt van de nog bestaande bouwtekeningen. Het opschrift op de het fries van de tempel is niet van Hadrianus, maar van de eerste opdrachtgever: Marcus Agrippa. Deze generaal en schoonzoon van Augustus heeft om de keizer te eren deze tempel voor hem neergezet. Waarschijnlijk was de tempel gewijd aan Cybele en Neptunus.

Schema tekening van het Pantheon (midden horizontaal) vooraanzicht – grondplan - doorsnede
bron: wikimedia

Het Pantheon is een voorbeeld van centraal bouw. Volgens Vitruvius was dit de aangewezen bouwstijl voor religieuze gebouwen.
Het Pantheon heeft een voorhal met zuilen van de Korintische orde en een ronde cella. De dak van de cella is een koepel. Deze vorm van koepelbouw is de inspiratie geweest voor alle latere koepels. Denk hierbij aan de Aya Sophia in Istanbul en de koepel van de St.Pieter in Rome.
Het plafond bestaat uit cassettes die naar boven toe steeds dunner en daardoor lichter worden. In de koepel past een perfecte bol van 43,3 meter. Bovenin is dekoepel open: de oculus met een doorsnede van 9 meter Hierdoor stroomt het daglicht de ruimte in, wat tot prachtige lichteffecten leidt.
Het plafond van de tempel die door Hadrianus was gebouwd, was ingelegd met brons en met goud. Hiervan is niets meer over. Bij de bouw van de St.Pieter is deze bekleding gebruikt om het baldakijn van het hoogaltaar van de St.Pieter te ontwerpen.
Het Pantheon is in tact gebleven, omdat het gebouw in de 7e eeuw door de paus als kerk is ingewijd. De kerk werd gewijd aan de Heilige Maria en de Martelaren.
In het Pantheon liggen de koningen van Italië begraven en ook enkele grote kunstenaars, waaronder Rafaël.

Het cassetteplafond van het Pantheon met de oculus
bron: wikimedia
Luchtopname van het Pantheon, dat ingeklemd ligt tussen de bebouwing ronde de Piazza della Rotonda
bron: dewereldwonderen

De boog van Titus

In Rome staan vele triomfbogen. Het vermoeden bestaat dat de Romeinen de bouw van triomfbogen hebben overgenomen van de Etrusken. Deze bouwden een houten poort, waar het leger dat terugkwam van de oorlog onderdoor moest lopen, voordat de mannen de stad weer mochten betreden. Dit werd gezien als een rituele reiniging van de oorlogshandelingen die de krijgers noodgedwongen op het slagveld hadden moeten verrichten. Zij kwam terug met bloed aan hun handen.
De Romeinen kenden al de triomfzuilen (zuil van Trajanus) waarop de overwinning van het leger werd vastgelegd. In de Republikeinse tijd maakte de Romeinse generaals met hun leger al een triomfale intocht in Rome na een overwinning.
In de Keizertijd werd het de gewoonte om de keizer te eren met een marmeren triomfboog, waar hij met zijn leger doorheen trok. Meestal had deze triomftocht later plaats, dan de eigenlijk terugkeer van de overwinning.

Breedbeeldopname onder de triomfboog van Titus met de reliëfs aan beide zijden en het gedecoreerde plafond
bron: wikipedia

De boog van Titus is door Keizer Domitianus, na de dood van Titus in 81, gebouwd ter ere van de veroveringstocht van Keizer Titus in Jeruzalem in 70 n.Chr. Het beeldhouwwerk aan de binnenzijde van de boog is uitgevoerd met een grote plasticiteit. Aan de ene kant zien we Titus op zijn quadriga vooraf gegaan door de godin Waarde. Achter Titus staat de gevleugelde godin Victorie.
Het tegenoverliggende paneel toont de tempelschatten die Titus uit Jeruzalem naar Rome heeft gevoerd, waaronder de Menorah.
Het plafond van de boog is uitgevoerd met vierkanten met rozetten.

Triomfboog van Titus met de inscriptie die herinnert aan het herstel en behoud van de boog door Paus Pius VII.
bron: eigen opname
Reliëf van de triomfale intocht van Titus met de godinnen Waarde en Victorie,
bron: eigen opname
Reliëf van het meevoeren van de schatten uit de tempel van Jeruzalem. De mannen dragen de Menorah.
bron: eigen opname.

De Triomfboog van Keizer Septimus Severus

Triomfboog van Septimus Severus, Forum Romanum, Rome
bron: eigen opname

Vanaf de kant van het Colosseum betreedt de bezoeker het Forum Romanum door onder de boog van Titus door te lopen. Het Forum Romanum wordt aan de andere zijde afgesloten door de Triomfboog van Keizer Septimus Severus.
Septimus Severus was samen met zijn zonen Caracalla en Geta keizer van Rome 193-211. Zijn triomfboog heeft drie bogen; de middelste 20 meter hoog, de beide kleine bogen 18 meter. Deze bouwvorm vindt later navolging bij de bouw van Christelijke kerken en symboliseert de Drie-eenheid. De triomfboog werd gebouwd na de overwinning van de drie keizers op de Parthen.
Na de dood van zijn vader volgt Caracalla samen met zijn broer hem op. Geta wordt in 211 op last van Caracalla vermoord. Caracalla blijft als alleenheerser over. Caracalla laat alle verwijzingen naar Geta van de triomfboog verwijderen.

Triomfboog van keizer Septimus Severus en zijn zonen Caracalla en Geta, 203, Forum Romanum, Rome
bron: wikimedia>
Detail van de Triomfboog van Septimus Severus, zwikken met gevleugelde Victorie
bron: wikimedia

De reliëfs zijn zeer gedetailleerd en overdadig uitgevoerd. Geen stukje van de achtergrond is te zien. In de zwikken bij de bogen zien we een gevleugelde Victorie. In later beeldhouwwerk vinden dit soort figuren terug.

De Triomfboog van Keizer Constantijn

De boog van Constantijn is opgericht in 315 na Constantijn’s overwinning op Maxentius. In de vorige les is het portret van Constantijn al aan de orde geweest. Het beeld, waarvan de resten zich bevinden in de Capitolijnse Musea tonen een vereenvoudiging van het uitbeelden van gelaatstrekken. De echte portretkunst verdwijnt in de late keizertijd.

De Droom van Constantijn,
Piero della Francesca, 1453-56 uit de frescocyclus “Het Ware Kruis” 329x190cm.
San Francesco, Arezzo.
bron: wikimedia

Rond de overwinning van Constantijn is een legende geweven. Volgens zeggen zou hij een droom hebben gehad. In die droom verscheen een engel met een boodschap van God in de vorm van het kruis. De boodschap luidde: Onder dit teken zult gij de overwinning behalen.
De volgende morgen liet Constantijn, die de droom niet kon duiden, op alle schilden van zijn manschappen een kruis schilderen. Hij behaalde de overwinning.
Piero della Francesca heeft in de 15e eeuw in de San Francesco in Arezzo een fresco van Constantijn’s droom geschilderd.

Triomfboog van Constantijn,
315 nabij het Colosseum, Rome
bron: wikimedia

De boog van Keizer Septimus Severus heeft model gestaan voor de triomfboog van Constantijn. Het beeldhouwwerk op de boog vertoont een grote verscheidenheid aan stijlen. Dit is te wijten aan de bijzondere manier waarop Constantijn zijn boog liet decoreren. Hij liet de ontwerpers bestaande bouwwerken ontmantelen en ontdoen van hun beeldhouwwerk. Zo zijn de ronde reliëfs aan voor-  en achterzijde afkomstig van een monument van Hadrianus; de rechthoeken aan voor- en achterzijde bovenin zijn oorspronkelijk van Marcus Aurelius en aan de zijkanten bovenin maakte Constantijn gebruik van reliëfs die keizer Trajanus uitbeelden en waarschijnlijk afkomstig waren uit het Forum Trajanum: Het Grote Trajaanse Fries. Constantijn koos echter zeer bewust werk van deze drie keizers. Men denkt dat hij zich met deze drie “goede” keizers wilde identificeren. Pikant detail: Constantijn liet de portretten van de keizers op de gebruikte reliëfs zijn trekken geven.

Detail van de Triomfboog van Constantijn.
Zonnegod Apollo met vierspan. Let op de repeterende plooien in het gewaad van Apollo
bron: flickr

De gedeelten van de triomfboog die hij zelf liet invullen, laten beeldhouwwerk zien, waarin de uitbeelding van de voorstelling wordt vereenvoudigd. Niet langer wordt naar de werkelijkheid afgebeeld, maar plooien en lijnen krijgen iets gekunsteld. In onderstaand voorbeeld van het vierspan met Apollo is dat duidelijk aan de mantel van Apollo te zien. Deze wappert wel achter hem aan, maar de plooival is een repeteren van streepjes in het marmer gehakt.

Detail van de Triomfboog van Constantijn,
bron: wikimedia

Ronde reliëfs zijn oorspronkelijk van een gebouw waartoe Keizer Hadrianus opdracht had gegeven in de jaren 130. De fries eronder is wel gemaakt in opdracht van Constantijn.

Het Romeinse Rijk buiten Rome

Stenen kaart van het Romeinse Rijk op het hoogtepunt van de macht.
Via dei Fori Imperiale. (het onderschrift is in het boekje toegevoegd met foutje)
bron: Het Keizerlijke Rome gereconstrueerd op doorkijkfolie Lozzi Roma s.a.s

Overheersing en absolute aanpassing van de overwonnen volkeren is nooit het doel van de Romeinen geweest. De volkeren mochten vasthouden aan hun eigen religie en gewoonten. Er waren wel een paar eisen die de overwinnaars stelden:
- hoe je koest, schop geen herrie
- betaal je belasting die wij vragen
- offer ook aan onze goden (later ook aan de keizer)
De Romeinen nemen ook gewoonten en kunstuitingen van de overwonnen volkeren over.

Bouwwerken van de Romeinen in de perifere gebieden van het rijk vertonen lokale invloeden. De kapitelen van zuilen krijgen een eigen invulling, de scèna bij de theaters is anders ingedeeld, maar in alle belangrijke Romeinse steden in de provincies vinden we de resten van bouwwerken waarom de Romeinen zo beroemd zijn geworden. De meeste van deze bouwwerken zijn door de UNESCO op de werelderfgoedlijst geplaatst.
Het Romeinse Rijk had aan het eind van de republiek al bijna zijn grootste omvang bereikt. De keizers hebben aan de rand nog wat veroveringen gedaan. Zo heeft keizer Claudius een deel van Groot-Brittannië veroverd en zijn de Daciërs door Trajanus onderworpen.
Op het Iberische schiereiland en in het zuiden van Frankrijk heeft Augustus zijn macht laten gelden.

Iberische schiereiland: Spanje en Portugal

Tempel van Diana,
1e eeuw, Merida, Lusitanië.
bron: wikimedia
Voorzijde Tempel van Diana met de 'bloemkool-kapitelen'
bron: turismoycultura

In Merida in Lusitanië staat een tempel gewijd aan Diana uit de 1e eeuw. De tempel is peripteraal, dat wil zeggen de cella is door een rij zuilen omgeven. De zuilen van de voorhal zijn van de Korinthische orde, maar de bladeren zijn zo ver uitgebogen, dat hier wordt gesproken over een “bloemkool-kapiteel”. Op de plaats van de cella is een klein paleis gebouw. Te zien is dat de oorspronkelijke kolommen in de muren zijn opgenomen. UNESCO werelderfgoedlijst nr.: 664-025

Romeinse theater in Merida, Spanje.
bron: wikimedia

Het Romeinse theater in Merida heeft een bijzonder scèna. In de plaatsing van de zuilen is een vorm van beweging gecreëerd. Er ontstaat een golfbeweging die het geheel minder massief maakt. In de 17e eeuw komt dit terug bij de barokke bouwkunst.
De scèna was de plaats waar de acteurs zich konden omkleden. Het diende ook als decor voor de uitvoering. Het theater in Merida is nog in gebruik. Ook de ruimten van de scèna.

Aquaduct in Segovia,
728 meter lang 28 meter hoog.
bron: wikimedia

In Segovia hebben de Romeinen een aquaduct aangelegd, waarvan nog 728 meter in tact is. Het aquaduct is 28 meter hoog.
De Romeinen brachten in de provincies hun beschaving en de handel. Zij ontwikkelden de gebieden door ook de utiliteitsbouw naar de provincies te brengen: waterleiding, badhuizen. Ook hun cultuurgebouwen: theater en arena werden naar de provincie gebracht. Ook op andere plaatsen vinden we nog restanten van Romeinse aquaducten: o.a. in Tunesie (een gedeelte is nog altijd in gebruik) en in Nîmes: de bekende Pont du Gard.

Noord Afrika: Tunesië

Romeins aquaduct in Tunesië.
bron: wikimedia

Na de inlijving en verwoesting van Carthago in 146 v.Chr werden ook daar Romeinse aquaducten aangelegd om de nieuwe steden - waaronder het herbouwde Carthago - van water te voorzien. In Tunesië werd het langste aquaduct gebouwd; het Zaghouan Aquaduct. Dit aquaduct is nog gedeeltelijk in gebruik.

West-Europa: Frankrijk

Romeins aquaduct in Nîmes de Pont du Gard,
1e eeuw, 275 meter lang 49 meter hoog.
Oorspronkelijk 50 km van Uzès naar Nîmes.
Hoogteverschil 17 meter. Bijzonder: dit aquaduct is ook een brug.
bron: eigen opname

Een van de bekendste aquaducten is ongetwijfeld de Pont du Gard bij de stad Nîmes in Zuid-Frankrijk. Dit aquaduct liep oorspronkelijk van Uzès naar Nîmes over een lengte van 50 km. Bijzonder aan dit aquaduct is dat het niet alleen voor het transport van water diende. Op de onderste overbrugging ligt een weg.

Maison Cuvée 19 v.Chr. 26,42x13.54 m.
Gebouwd in opdracht van Marcus Agrippa, Nîmes, Frankrijk
bron: wikimedia

In Nîmes heeft de Romeinse generaal Marcus Agrippa een tempel gebouwd die gewijd is aan zijn twee kinderen die jong gestorven zijn. Agrippa was lid van de keizerlijke familie en familieleden van de keizer werden gezien als goden.
Tegenwoordig heet het tempeltje Maison Cuvée. Het gebouwtje heeft altijd dienst gedaan, is regelmatig gerestaureerd en gerenoveerd. Het doet dienst als tentoonstellingsruimte.

Maison Cuvée na een opknapbeurt.
bron: wikimedia
Detail van het Maison Cuvée Korinthisch kapiteel schoon en vuil
bron: wikimedia
Romeinse arena van Nîmes,
ca 50 – 100
bron: wikimedia

Ook de Romeinse arena van Nîmes is nog altijd in gebruik. Het is gebouwd tussen 50 en 100 en heeft een grootte van 113x101meter. De arena is 69x38meter. In de Middeleeuwen waren er woningen en winkeltjes gevestigd en er was zelfs een kerk gesticht. Tegenwoordig worden er allerlei optredens uitgevoerd; de akoestiek is perfect.

Romeins theater van Orange,
bron: wikimedia
Scèna van theater in Orange met het beeld van keizer Augustus,
1e eeuw
bron: wikimedia

In de buurt van Nîmes ligt Orange, het voormalig hertogdom waaraan ons koningshuis zijn naam ontleent. Ook in Orange vinden we resten van Romeinse overheersing. Het theater van Orange behoort tot de grootste buiten Rome en is nog altijd in gebruik voor voorstellingen In de scèna staat een torenhoog beeld van keizer Augustus.
In het plaatsje staat nog een triomfboog met drie poorten

Triomfboog in Orange
bron: eigen opname

In Orange staat een Triomfboog die gebouwd is tijdens de regering van keizer Augustus. Oorspronkelijk was de boog een eerbetoon aan het tweede legioen. In opdracht van keizer Tiberius werd de boog gereconstrueerd om de overwinningen van Julius Ceasar op de Germanen te eren. De triomfboog heeft drie bogen, waarvan de middelste boog groter dan de buitenste twee en heeft als voorbeeld gediend voor de boog van Septimus Severus op het Forum Roman.

Noord-Europa: Duitsland

Noordelijker in Europa is Trier een van de plaatsen met goed bewaarde Romeinse gebouwen: de Porta Nigra, de Aula Palatina en de Keizerlijke Thermen.

Aula Palatina
310 Keizerlijk ontvangst ruimte, Trier.
bron: wikipedia
Interieur van de Aula Palatina, Trier
bron: eigen opname

De Aula Palatina is een ontvangstruimte gebouwd in opdracht van Constantijn. Voor de bouw is de basilica vorm gebruikt zonder de zijbeuken. Het is een enorme ruimte met een absis, waarin tijdens de Romeinse overheersing een beeld van de keizer stond. Tegenwoordig is het gebouw een kerk.

Porta Nigra 186-200 Romeinse stadspoort, later kerkgebouw.
bron: eigen opname

De Porta Nigra, de enige Romeinse toegangspoort boven de alpen die nog intact is. De poort is gebouwd tussen 186-200. De naam Porta Nigra is waarschijnlijk in de Middeleeuwen ontstaan, omdat de grijze zandsteen zwart begon te worden. De oorspronkelijk Romeinse naam van het gebouw is verloren gegaan.

Britse Eilanden

Kaartje van Hadrian’s Wall
bron: wikipedia

Het zuidelijk gedeelte van Engeland is door Claudius aan het Romeinse Rijk toegevoegd. Hadrianus heeft aan de noordgrens een muur met fortificaties laten bouwen: de zogenaamde Hadrian Wall, waarvan een deel nog steeds te bezichtigen is. Op regelmatige afstanden waren er versterkingen in de muur.

Hadrian’s Wall bij Housestead, 122 CE
bron: wikimedia
Romeins fort in Hadrian’s Wall bij Housestead
bron: wikipedia
Mildenhall Treasure, 4e eeuw opgegraven in Suffolk, British Museum, Londen
bron: wikimedia
Schaal met Neptunes, Mildenhall Treasure, 4e eeuw, British Museum Londen
bron: wikimedia

In Suffolk is een Romeinse zilverschat aan het licht gekomen. De zilveren schalen dateren uit de 4e eeuw. De schaal met de beeltenis van Neptunus met 60 cm in doorsnede. De Schat van Mildenhall staat in het British Museum

Romeinse reliëf- en beeldhouwkunst

Ludovisi sarcofaag ca 250 marmer, Rome
bron: flickr

In de middelste cirkel van de Neptunusschaal is duidelijk te zien dat de maker zoveel mogelijk figuren wilde afbeelden. Het ‘horror vacui’ is een Griekse stijl in de kunst die door de Romeinen tot in het detail wordt nagevolgd. Sommige sarcofagen zijn zo overdadig gedecoreerd met reliëfs, dat er geen onbewerkt marmer meer te zien. Het lijkt alsof de Romeinen in de late keizertijd een angst ontwikkelden voor de lege ruimte.

Ludovisi Galliër “de Gallische zelfmoord”vroeg 2e eeuwse kopie van het hellinistisch org uit 230 v.Chr. Museo Nationale delle Terme, Rome
bron: wikimedia

Over het algemeen hadden de Romeinen ontzag en respect voor hun tegenstanders. Tegenstand in de strijd was een grote deugd. Sterven in de strijd was dat ook. In het beeld van de Stervende Gallïer en de Gallische zelfmoord komt het respect voor het Gallische volk tot uitdrukking. Zelfmoord was eerbaar; je hield de eer aan jezelf.