Herodotus - 21 november 2013

Verslag 2e hoorcollege - Herodotus

Ontdekkingsreizen (vervolg)

Zoals in het vorige hoorcollege al is opgemerkt reisde Herodotus uit nieuwsgierigheid, een typisch Griekse eigenschap, en uit commercieel oogpunt. We moeten in zijn reizen geen idealisme zoeken.
In het begin van zijn boek verwijst Herodotus naar Solon, een van de grote Griekse wijsgeren.
Kijken we naar de afstanden die in het boek worden genoemd, dan kunnen we slechts constateren, dat Herodotus voor de berekening waarschijnlijk zijn vingers gebruikte. Een voorbeeld van de vele fouten is de omvang van de Zee van Azov.
De handelaren en ontdekkingsreizigers bij uitstek waren de Carthagers. Met name Hanno zette vele handelsposten op op zijn reizen. Herodotus noemt Hanno niet in zijn verhalen, maar vertelt dat de Grieken niet wisten hoe groot Afrika was. Zij hadden angst om de Middellandse Zee via de Straat van Gibraltar te verlaten. Ontdekkingsreizigers zijn bij Herodotus geen Grieken. Zie hiervoor het verhaal van Sataspes, een Pers, over zijn ontmoeting met pygmeeën. (syllabus blz.21). Een andere Pers, Skylax, ging in opdracht van Dareios op ontdekkingreis naar de Indische Oceaan.
Wereldbeeld van Herodotus
Wereldbeeld ontwikkeld door Hekataios van Milete
Het Griekse wereldbeeld omvatte Afrika, Azië en Europa. Afrika was zo groot als Azië en Europa was zo groot als Azië en Afrika samen. Dit wereldbeeld was ontwikkeld door Hekataois van Milete een tijdgenoot van Herodotus.
Echte grote ontdekkingen volgen later, als er ook vanuit belangstelling wordt gereisd. Onder ontdekkingen vinden we bij Herodotus ook de ontdekking van Psammetichos, een Egyptische farao. Vóór de regering van Psammetichos I dachten de Egyptenaren, dat zij het oudste volk waren. Psammetichos wilde weten of dit echt zo was. Hij liet twee zuigelingen door herders grootbrengen, zonder dat er tegen de kinderen mocht worden gesproken. Psammetichos wilde weten welk woord de kinderen als eerste zouden spreken. Na een jaar of twee werden de herders door de kinderen begroet met 'Bekos'. Het woord bleek in het Frygisch voor te komen en betekende 'brood'. Vanaf dat moment wisten de Egyptenaren, dat de Frygiërs een ouder volk waren dan zijn. De uitspraak van het woord lijkt echter ook op het gemekker van geiten. (Historiën boek 2.2)
Een andere ontdekking was een loodlijn om de lengte van de Nijl te meten.
Tussen 1254-1324 maakte Marco Polo eveneens grote reizen. Na Herodotus was hij de volgende wereldreiziger. Hij verbleef o.a. in Constantinopel toen de stad onder het bewind stond van de Latijnse keizers. Het is heel waarschijnlijk dat Marco Polo in Constantinopel de werken van Herodotus heeft gelezen, ook al maakt hij daarvan nergens melding in zijn reisverslag. Herodotus beschrijft een krokodillenjacht. Bij Marco Polo vinden we een soort gelijk verhaal met daarin dezelfde jachtmethode. Een ander opvallend verhaal in Historiën is Herodotus beschrijving van de bijzondere tempelriten bij de tempel van Afrodite in Babylon. Het is de enige negatieve uitlating van Herodotus over de zeden en gewoonten in andere culturen. Opvallend is dat Marco Polo een soort gelijk ritueel beschrijft; ook zijn verslag speelt zich af in Babylon. Zo zijn er in beide reisverslagen meerdere overeenkomsten te vinden. (syllabus blz.24 vv.)

Herodotus' gedachten over de volkeren aan het einde van de wereld

Volgens Herodotus leven er aan het einde van de wereld allerlei bijzondere volkeren die waarschijnlijk aan zijn fantasie, of die van zijn informanten zijn ontsproten.
Hij beschrijft de Hyperboreeërs. Deze leven in het noorden en zijn een deugdzaam volk dat in een paradijselijke omgeving leeft.
De Ethiopieërs beschrijft hij als de mensen met de verbrande gezichten, die hele hoge leeftijden konden bereiken. (syllabus blz. 27)
Ieder volk heeft een eigen hoofdstuk in het werk. Zo dachten de Grieken dat negers zwart sperma hadden. Dit komt zelfs voor bij Aristoteles. Ook waren negers besneden; iets wat bij de Grieken ondenkbaar was. De Grieken vonden de besnijdenis en castratie tegen de menselijke waardigheid. Deze handelingen kwamen alleen voor buiten de grenzen van Griekenland.
Een derde fantasievolk zijn de Amazonen. De naam is afgeleid van A-mazos: borst loos. De Grieken waren bang voor dit volk. Zij zagen de Amazonen als een bedreiging van vrouwelijke superioriteit. Bij archeologische opgravingen zijn vrouwelijke skeletten gevonden in wapenuitrusting. Waarschijnlijk hebben de Amazonen dus echt bestaan. Volgens Herodotus leefden de Amazonen in Skythië. In de mythologie vinden we de Amazonen in verhalen van Herakles, Theseus en Achilles.
De fantasievolkeren die Herodotus in zijn werk noemt prikkelden de verbeelding van latere schrijvers. Het land Utopia - de naam is door Thomas More gegeven - zou in werkelijkheid het eiland Atlantis zijn geweest. Plato noemt het eiland in Kritias. Het eiland zou door de golven zijn verzwolgen, omdat de bewoners overmoedig waren geworden. Volgens Plato was dat 9000 jaar geleden gebeurd. Mogelijk heeft de uitbarsting van de Thera in 1520 v.Chr. Plato geïnspireerd, hoewel dat vulkaaneiland niet in het westen lag voorbij de Zuilen van Hercules.
Ook Lucianus heeft in de tweede eeuw na Christus boek over fantasievolken geschreven. Zijn werk moet worden gezien als een parodie op Herodotus' verhalen. Een van zijn fantasieën over vaders die zwanger worden en hun kind dragen in hun kuit, doet denken aan de mythologische geboorte van Dionysos. Zeus had Semele, de dochter van Kadmos verleid en zij was zwanger geworden van Dionysos. Hera, de vrouw van Zeus, verleidde Semele door haar aan Zeus vragen, of hij werkelijk de vader was. Hij moest zich aan haar tonen in zijn ware gedaante. Toen Zeus na aarzelen haar verzoek inwilligde, verbrandde zijn goddelijke gloed haar. Hij redde de foetus en liet hem tot zijn geboorte groeien in zijn eigen dijbeen.
Andere bekende schrijvers van fantasierijke vertelsels zijn Rabelais (Gargantua en Pantagruel), Jonathan Swift (Gullivers' Reizen) en Raspe (Baron van Münchhausen).

Egypte

Egypte was in de oudheid een intrigerend land. Het was afgesloten van de buitenwereld en de bewoners hadden niets op met vreemdelingen. In 560 v.Chr. lukte het Griekse kooplieden om een handelspost te mogen stichten in Naukratis.
Herodotus wijdt 182 hoofdstukken aan Egypte. De hoofdstukken vormen een ringcompositie. Tot aan Champollion was Herodotus de enige informatiebron over bepaalde aspecten over Egypte.
Herodotus heeft zich wel in sommige verhalen informatie op de mouw laten spelden. In de syllabus staat een verhaal over een inscriptie op de piramide. Volgens Herodotus gaat het om de uitgaven aan radijzen, uien en knoflook voor de arbeiders. Latere vertaling van de hiërogliefen vertelden over heldendaden van Ramses II (syllabus blz.44).
Van farao Sesotris waren zuilen met hiërogliefen met zijn heldendaden. Later bleek dat een van de hiërogliefen een vrouwelijk geslachtsdeel met de betekenis "laf" uitbeeldde.