Colloquium Kunstgeschiedenis - Semester 2
23 januari 2012

Verslag 13e hoorcollege
Pelgrims,relieken en de Romaanse bouwkunst

Inleiding

De term‘Romaanse periode’ slaat op de bouwkunst en is in de 19e eeuw gegeven aan de periode waarin de rondboog werd gebruikt binnen de architectuur. Romaans, roman is een verbastering van Romeins, omdat ook de Romeinen de rondboog als gebruikten in hun gebouwen. Later is de term ook van toepassing geworden op de beeldhouw- en schilderkunst uit de periode tussen 1050 en 1200.

De Romaanse bouwstijl komt over heel Europa voor. Niet overal wordt de stijl op eenzelfde manier toegepast, er treden lokale verschillen op in de toepassing van de bouwstijl. De Romaanse kerken in Duitsland, Frankrijk en Italië hebben eigen kenmerken.
De verandering de bouw van kerken begin rond 1050 en loopt door tot 1200, maar halverwege de 12e eeuw ontstaan in Parijs de eerste vormen van de Gotiek.
De veranderingen in de bouwkunst hebben alles te maken met de opkomst van pelgrimages en de vereringen van relieken.

Pelgrims en Pelgrimage

Belangrijkste pelgrimsoorden in Europa
bron: schoolpaten.com

Bekende pelgrimsoorden rond 1050 waren Aken(Karel de Grote), Keulen(Ursula), Maastricht(Servaas), Santiago de Compostella(Johannes de apostel), Venetie(Marcus), Rome(Petrus) en Constantinopel(het Ware Kruis).
De pelgrims wilden deze steden bezoeken om de relieken te zien die er werden bewaard. De nabijheid van een reliek van een heilige zou een beetje op de pelgrim afstralen bij het bezoek.
Naast Europese bestemmingen waren er ook nog Jeruzalem(Christus) en Sinai(Brandende Braamstruik).
Hoe moeilijker de tocht, hoe verder weg, hoe meer de voordeel er was voor je zielenheil.Onderzoek heeft uitgewezen, dat er in deze periode rond een miljoen pelgrims moeten zijn geweest.

Standbeeld van een wandelende pelgrim
bron: wikimedia
Uitrusting van een pelgrim
bron: unverified source

Een pelgrim was voor Middeleeuwers te herkennen aan zijn driekwart mantel/tuniek, zijn hoed met een brede rand, een staf, een slappe schoudertas en driekwart laarzen.
Ook in miniaturen en schilderijen worden pelgrims op deze manier afgebeeld. Ze zijn hierdoor herkenbaar.

Miniatuur van een pelgrim en een monnik biddend tot de heilige Catherina
bron: unverified source
Miniatuur van de Heilige Catherina van Alexandrië – Koninklijke Bibliotheek Den Haag
bron: unverified source

Een ver pelgrimsoord was het St.Catherineklooster in op het schiereiland Sinai. Daar werden de relieken van de Heilige Catherina van Alexandrië bewaard. Heiligen zijn in afbeeldingen te herkennen aan hun attributen. Als het gaat om martelaren zijn dit meestal de attributen die hun dood symboliseren. De Heilige Catherina wordt afgebeeld met een rad met scherpe punten en een zwaard. De legende over haar verteld, dat ze veroordeeld werd om te worden geradbraakt, maar dat het rad waarop ze was vastgebonden door een bliksemschicht uit de hemel kapotsloeg. De brokstukken verwondden vele toeschouwers. Daarop werd ze onthoofd met het zwaard.
Zij triomfeerde over keizer Maxentius die vaak liggend aan haar voeten wordt afgebeeld. Het verband met een wiel maakte Catharina tot patrones van spinsters; bibliothecarissen kozen haar vanwege haar geleerdheid; haar rhetorische gaven maakten haar populair onder juristen.

Pelgrims arriveren in Rome in het jubeljaar 1300
bron: wikimedia

Belangrijke jaren voor pelgrims waren/zijn de Jubeljaar. Pelgrimages waren belangrijk voor de groei van de steden. Er moesten herbergen komen, hospitaal en markten, waar de pelgrims konden overnachten; zieke pelgrims konden worden verpleegd en hun voorraden konden aanvullen. Er ontstond een vorm van religieus toerisme.
Men ging op pelgrimstocht om boete te doen voor begane zonden (meestal opgelegd), of om de genezing van een ziekte of zieke verwanten te vragen, of als dankzegging voor de geboorte van een opvolger. Natuurlijk waren er ook die uit zucht tot avontuur op pelgrimstocht gingen. Ook waren er beroepspelgrims door konden worden ingehuurd om voor jou op pelgrimstocht te gaan en voor je zielenheil te bidden. Hieraan hing >een prijskaartje, maar werd wel gebruikt door de rijken als afkoop voor begane zonden en/of misdaden.

Onderweg kregen de pelgrims op vaste overnachtingsplaatsen een insigne als bewijs dat ze zich als pelgrim hadden laten registreren. Er waren verschillende pelgrimstekens en insignia, ook onderweg werd de route gemarkeerd met het teken van de route.

Pelgrimsinsigne van Jacobschelp Santiago de Compostela
bron: tenbunderen.be
Pelgrimsinsigne van Rome met sleutels van H.Petrus
bron: tenbunderen.be

Het bekendste teken, dat ook nu nog door velen wordt herkend is de jacobsschelp: het symbool van de pelgrims naar Santiago de Compostela.
Soms waren de herkenningstekens ook afgeleid van de relieken van een pelgrimsoord. Zo heeft Rome als symbolen de sleutels, als stad van de Heilige Petrus, maar ook het Vera-icoon: het beeld van Jezus, dat ook de zweetdoek van de Heilige Veronica zou zijn achtergebleven, toen ze zijn gezicht depte.
Een ander belangrijk symbool is het kruis met vier kleine kruizen er omheen, als symbool van de vijf stigmata. Pelgrims naar Jeruzalem keerden terug met dat symbool. Aan het eind van een pelgrimstocht kon de pelgrim aan de hand van de onderweg ontvangen symbolen, of schriftelijk bewijsstukken aantonen, dat hij de weg was gevolgd. Hij kreeg dan een oorkonde als bewijs van volbrenging. Ook nu nog krijgen pelgrims deze oorkonde, als ze een bepaalde afstand van de route hebben afgelegd.

Pelgrimsinsigne van Rome met H.Veronica
bron: tenbunderen.be
Pelgrimsinsigne van de stad Jeruzalem
bron: tenbunderen.be
Tekening van de St.Pieter’s basiliek van Constantijn
bron: wikimedia
Tekening van de oude St.Pieter met het atrium
bron: wikimedia

In Rome bezochten de pelgrims de Basilica van St.Pieter die door Constantijn de Grote boven het graf van de Heilige Petrus was gebouwd in de 4e eeuw.

Op nevenstaande tekening is de oude basilica te zien met het grote atrium met in het midden de plaats waar de pelgrims zich konden reinigen, voordat ze de basilica betraden en de relieken van de Heilige Petrus gingen vereren.

Portico della Gloria – 12e eeuw – Kathedraal van Santiago
bron: wikimedia
St.Jacobus als pelgrim – detail van de Portica della Gloria
bron: wikimedia

In Santiago de Compostella eindigt de pelgrimstocht als de pelgrim door de Porta della Gloria de Kathedraal betreedt.
Het in bezit hebben van de insigna en de oorkonde was voor de Middeleeuwse pelgrim een dankbetuiging aan het hogere en was goed voor zijn zielenheil.

De Heilige Jacobus De Apostel wordt in de Kathedraal van Santiago de Compostela ook uitgebeeld als pelgrim.

Kaartje met pelgrimsroutes naar Santiago de Compostella met pleisterplaatsen
bron: wikimedia
Kapel langs de route naar Santiago de Compostella met kerk voor de pelgrims – Santa Maria de Eunate - Navarro
bron: arquitecturea-antigua

Zo ontstonden in de Middeleeuwen tientallen pelgrimsroutes. Onderweg ontstonden er pleisterplaatsen. De pelgrims kozen die plaatsen om te overnachten in de buurt van een kerk met de relieken van een heilige. De kerken waren er op gebrand om zoveel mogelijk relieken voor hun kerk te verwerven, dat leverde voor de omgeving van de kerk een opleving van bedevaarten op.
Vooral Conques en Toulouse waren in het zuiden van Frankrijk, waar veel routes op weg naar Santiago de Compostela samenkwamen bijzonder belangrijk.

Niet alleen in de steden stonden kerken waarin relieken werden bewaard. Ook langs de route waren diverse kapellen en kapelletjes te vinden voor heiligen.

Pelgrimssteden

Sainte Foye, Conques, bouw vanaf 1050
bron: sacred destinations

In Conques worden de relieken bewaard van de heilige Fides (Sainte Foye). De Kathedraal van St.Foye behoort bij een klooster van de Benedictijner orde. Oorspronkelijk is de kerk gebouwd in opdracht van Karel de Grote.

Plattegrond van Sainte Foye – Kooromgang met straalkapellen waarin reliekschrijnen wereden opgesteld.
bron: sacred destinations
Sainte Foye, Conques, Apsis, kooromgang en straalkapellen.
bron: sacred destinations

Legende en Processie rond St.Fides

Sainte Fides. Reliekschrijn in Conques
bron: sacred destinations

Op heiligen.net is de legende rond St.Foye te lezen.

De reliekschrijn van St.Foye dateert van uit de late 9e eeuw en is de enige Middeleeuwse schrijn die overgeleverd. De schrijn is gemaakt van hout en belegd met goud en juwelen. Het beeld bevat delen van de schedel van de heilige.
Oorspronkelijk stond de schrijn – tegenwoordig te zien in het kloostermuseum – aan de oostkant van de kloosterkerk, waar de Middeleeuwse pelgrims op weg naar Santiago de Compostela stopten om te bidden voor een veilige reis en andere zegeningen.

In 1010, doet een van de monniken Bernard d’Angers verslag van de gebeurtenissen rond het beeld:

De mensenmassa die zich op de grond wierp was zo dicht, dat het bijna onmogelijk was om te knielen… Als ze het beeld voor de eerste keer zagen, geheel van goud en schitterend van de juwelen, terwijl het hen aanstaarde met een menselijke blik, dacht de meerderheid van de boeren, dat het beeld hen inderdaad aankeek en hun gebeden verhoorde met haar ogen.

St. Sernin

Saint Sernin, Toulouse – bouw 1080-1150
bron: eigen opname
Saint Sernin, Toulouse – plattegrond van vijfbeukige basiliek.
bron: eigen aanpassingen in een plattegrond

De St.Sernin is het voorbeeld van een Romaanse pelgrimskerk. Rond het koor is een deambulatorium met straalkapellen. In iedere kapel stond de reliekschrijn van een heilige. Vaak ook van de stichter van de kerk.

St.Sernin is een vijfbeukige kathedraal die niet alleen door pelgrims werd bezocht, maar ook door de lokale gelovigen werd gebruikt voor het vieren van de mis.
Pelgrims hadden meestal geen tijd of wilden niet de hele dienst bijwonen. Het was hen te doen om het bidden bij de relieken die de kerk in de mini-apsiden opgesteld had. Om te voorkomen dat de dienst door pelgrims zou worden verstoord, werd er naast het westportaal aan de zuidkant van de kerk een zijingang gemaakt. Hierdoor konden de pelgrims naar binnen. Zij liepen dan door de zijbeuk naar het deambulatorium en konden daar de relieken zien, waarvoor ze waren gekomen. Aan de noordkant naast het transcept werd deur gemaakt, waardoor de pelgrims de kerk weer konden verlaten. Dit zijn nieuwe bouwelementen die in veel Romaanse kerken werden overgenomen.

Relieken

Relieken werden geclassificeerd in drie ordes: 1.Het reliek is een deel van de heilige geweest. (botten, tanden, haar)
2.Het reliek is met de heilige in aanraking geweest. (sandaal, heilige kruis, spijkers)
3.Het reliek is met een object in aanraking geweest dat een heilige heeft aangeraakt. (handje aarde uit het heilige land)

Relieken van het Ware Kruis. 13e eeuw, goud met emaille cloisonné , Saint Sernin, Toulouse
bron: unverified source
Chapelle Saint Sylve, bisschoppelijke schrijn - Basilique Saint-Sernin à Toulouse.
bron: wikimedia

Relieken werden bewaard in reliekschrijnen. De vorm van de reliekschrijn laat soms zien wat de schrijn bevat, maar het kan ook een stuk kunstnijverheid zijn waarin goud, email cloisoné, juwelen en spolia zijn verwerkt.
Van de juwelen was onder andere bergkristal heel geliefd. Veel gelovigen dachten dat dit versteend water was. Om er zeker van te zijn dat de echtheid van het reliek niet kon worden betwist, werden er door de kerk certificaten van echtheid uitgegeven. Vaak werden deze briefjes, de zogenaamde sedula in de reliekschrijn verwerkt.

Borghorster Stiftskreuz, ca 1050, St.Nicodemuskirche – Steinfort, Borghorst
bron: wikimedia

De legende van de Heilige Ursula.

Beeld van de H.Ursula, ca 1530, eikenhout h. 130 cm. Catharijneconvent, Utrecht
bron: unverified source

De levens van heiligen (hagiografieën) zijn in de Legenda Auria opgetekend door de aartsbisschop van Genua, Jacobus de Voragine. Deze verhalen vormen een inspiratiebron voor veel kunstenaars.

Ursula was een prinses in Zuid-Engeland. Zij was een christen, maar haar vader was een heiden. Hij had een echtgenoot voor haar uitgezocht, maar die was ook een heiden. Ursula wilde wel met hem trouwen, maar ze wilde eerst op pelgrimstocht naar Rome om de paus om de zegen te vragen voor dit huwelijk. Haar vader stemde met haar verzoek in en Ursula vertrok vergezeld van 11.000 maagden. Ze worden door de paus ontvangen en Ursula krijgt de zegen van de paus. Op de terugweg wordt het gezelschap overvallen door de Hunnen en alle 11.000 en 1 maagden worden verkracht, vermoord en afgeslacht.

Dit verhaal levert in één keer 11.000+1 heiligen op, want allen zijn de marteldood gestorven. Nu wil het verhaal, dat in de buurt van Keulen een grafveld gevonden is uit de tijd van Ursula’s reis. De botten die werden opgegraven vertoonden alle zwaardslagen. Het bisdom van Keulen was in één klap het centrum voor de verering van de Heilige Ursula en haar 11.000 gezellinen. Er is in de kerk die aan haar is gewijd een speciale grafkamer ingericht met de opgegraven botten. In nissen en op het altaar staan verschillende reliekschrijnen in de vorm van bustes waarin delen van de schedels worden bewaard.

Goldene Kammer, Sankt Ursulakirche, Keulen 1643,
bron: wikimedia
Goldene Kammer – reliekschrijnen van Sint Ursula en haar metgezellen., Sankt Ursulakirche, Keulen
bron: wikimedia
Reliekschrijn van de Heilige Thomas Beckett 1195-1200 – Limoges
bron: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/6/68/Reliquary_Thomas_Becket_MNMA_Cl23296.jpg/480px-Reliquary_Thomas_Becket_MNMA_Cl23296.jpgwikimedia

Rond het maken van reliekschrijnen ontstaan een ware industrie. Vooral de stad Limoges was bekend om zijn reliekschrijnenmakers. De vorm van deze schrijnen is gemakkelijk te herkennen: het is veelal een kistje met een zadeldak. De kistjes konden door de opdrachtgever naar eigen believen van versiering worden voorzien.

Reliekstatuette van de Heilige Laurentius, ca 1300, zilver 7x9x7cm. Louvre Parijs
bron: unverified source
Reiliekhouder in de vorm van een vis. Heilige Maria Magdalena, 10e -11e eeuw met aanpassing rond 1400. Verguld zilver met bergkristal, h 9,9 cm. Schatkamer van Sankt Martin
bron: unverified source

Toch worden er ook nog hele bijzondere reliekschrijnen ontworpen. Sommige als kleine beeld: een reliekstatuette.

Processie in Vezelay. Reliekschrijn van Heilige Maria Magdalena op 22 juli
bron: eigen opname

Op de feestdagen rond de heilige wordt de reliekschrijn in processie rondgedragen en is er speciale mis voor de gelovigen.
De processie van de Heilige Maria Magdalena op 22 juli wordt in Vezelay gevierd met een processie die van onderaf in het dorp naar de basiliek op de heuveltop gaat.

Reliekschrijn van de Heilige Drie Koningen, 1181-1230, hout met bladgoud. Dom van Keulen, Keulen
bron: unverified source

In de Dom van Keulen bevindt zich een grote reliekschrijn met de schedels van de Drie Koningen. Deze Driekoningenschrijn is een houten kist bekleed met bladgoud en afbeeldingen van heiligen en apostelen op de lange kant.
Op de korte kant is het een tonende reliekschrijn: hier staan de Drie Koningen afgebeeld.

Romaanse architectuur

Romaanse bouwkunst in Duitsland

Kathedraal van Speyer

Keizersdom van Speijer, 11e eeuw – Vanuit het zuidoosten.
bron: wikimedia

De Kathedraal van Speyer heeft een enorm westwerk als herhaling van het transept. De kerk krijgt hierdoor een typische H-vorm.

Romaans muurvlak met lisenen(1) en kraagstenen met rondboog fries (2)
bron: unverified source
Uitvoering Romaanse bouwstijl met lisenen en kraagstenen
bron: unverified source

Om de enorme muurvlakken van een Romaanse kerk wat decoratiever te maken, worden op de buitenmuren zogenaamde lisenen (1) en boogfriezen (2) aangebracht. Deze ornamenten hebben geen functie in de bouwconstructie.

Keizersdom van Speyer oost zijde apsis met lisenen
bron: wikimedia

De stenen muren dragen de druk van de rondbogen. Kenmerkend voor de Romaanse bouwstijl is dan ook grote muren en kleine ramen. De muren zijn zwaar en dik. Ook de galerijen uitsluitend ontworpen het verluchtigen van het uiterlijk van het gebouw

Hallencrypte met kruisgewelf ca 1030 – Keizersdom van Speyer.
bron: flickr.com

In de crypte van de Kathedraal van Speyer wordt nog de alternerende bouwstijl toegepast. De zuilen dragen een deel van het cryptegewelf, maar de pijlers dragen ook de druk van de erboven gelegen kerk.
De gewelven zijn tongewelven die elkaar kruisen. De druk op de top van het gewelf is het grootst. Deze wordt via het kruisgewelf afgevoerd naar de zuilen.

Keizersdom van Speyer – middenschip – traveeën met gordelbogen.
bron: unesco
Italiaanse basiliek met balken- cassetteplafond.
bron: unverified source
Rondboog of tongewelf
bron: wikipedia

In het middenschip ondersteunen pijlers met halfzuilen de gordelbogen. Op deze extra verstevigde pijlers wordt ook via het kruisgewelf de zijwaartse druk afgevoerd.
Deze vorm van bouwen komt vooral het Duitstalige gebied voor. In Italië wordt nog lang de echte basilicabouw toegepast met een balkenplafond. Ook het Romeinse tongewelf komt voor bij de eerste bouw van hogere kerken, maar een tongewelf kan niet makkelijk de zijwaartste druk afvoeren.

Schematische tekening van rondboog of tongewelf met zijwaartse druk op de muren.
bron: unverified source
Ontwikkeling van tongewelf kruisboog ribgewelf waaiergewelf
bron: unverified source

Benedictijner klooster Maria Laach

Benedictijner klooster Maria Laach 1156-1177
bron: wikimedia
Benedictijner klooster Maria Laach – Westwerk met atrium. Ook in het westwerk een apsis
bron: wikimedia

Het Benedictijner klooster Maria Laach heeft aan de westkant nog een groot atrium. De lisenen en de rondboogfriezen zijn hier aangebracht met donkere steensoorten.

Tekening van ramen en lichtinval in Romaanse kerk.
bron: unverified source
Romaans bouwstijl met steunberen tegen de zijmuren.
bron: unverified source

Om de enorme druk van het gewelf te kunnen opvangen waren zware pijlers meestal niet genoeg. Aan de buitenzijden werd vaak extra ondersteuning aangebracht in de vorm van steunberen en luchtbogen. Hierdoor wordt de indruk van een Romaanse kerk aan de buitenzijde versterkt als een massief bouwwerk.

Romaanse bouwkunst in Frankrijk

Saint Nectaire - Clermond Ferrant

Saint Nectaire, begonnen 1080, kapellenkrans, Clermond-Ferrant.
bron: wikimedia

Worden in de Duitstalige gebieden de Romaanse kerken versierd met rondboogfriezen en lisenen in Frankrijk wordt gekozen voor het gebruik van verschillende steensoorten en het trapgewijs bouwen van het transept om de kerk minder zware indruk te laten maken.

St. Paul - Issoire

Saint Paul in Issoire, ca 1130. versiering met verschillende steensoorten
bron: wikimedia
Detail van Saint Paul in Issoire. Apsis met blinde zuilengallerij
bron: unverified source

De Saint Paul in Issoire heeft op de apsis een zogenaamde blinde galerij. Achter de zuiltjes begint de draagmuur van de apsis. Ook hier wordt met geometrisch metselwerk een decoratief accent aangebracht.

St. Savin sur Gartempe

St. Savin sur Gartempe 1085-115. Romaanse Hallenkerk
bron: saintsavin.com
Saint Savin van noordoostelijke kant. – transcept, middenschip en apsis gewelven evenhoog.
bron: unverified source

De Saint Savin sur Gartempe is een Romaanse hallenkerk. Hierbij zijn de gewelven van het middenschip en de zijbeuken op dezelfde hoogte gebouwd. Het middenschip van deze kerk is een tongewelf, wat als extra voordeel had, dat er makkelijk fresco’s op konden worden aangebracht.

Abdij van Cluny

Opengewerkt 3 dimensionaal model van de Abdy van Cluny III, vanaf 1088, middenschip 187 m lang - hoogte 29,5m
bron: unverified source
Plattegrond van Cluny III met ter vergelijking de plattegrond van Cluny II op dezelfde schaal.
bron: unverified source

Cluny was vooral voor de uitbreiding van kennis en wetenschap bijzonder belangrijk. Van de enorme kloosterkerk is alleen nog een stuk van het zuidelijk transept met de achthoekige toren over. De kerk moet 187 meter lang zijn geweest bij een hoogte van 29,5 m.

Abdy van Cluny
bron: eigen opname
Interieur van zuidelijk transcept van Cluny III
bron: eigen opname
Maquette van Cluny III 1150
bron: unverified source
Digitale reconstructie van Cluny IIII
bron: unverified source

Op deze digitale reconstructie is te zien dat de beide transepten in getrapte vorm waren uitgevoerd.

Litho van Emile Sagot Cluny in de 16e eeuw, zicht op het koor
bron: unverified source

Romaanse bouwkunst in Italië

Baptisterium van San Giovanni bij de kloosterkerk van Vigolo Marchese ca.1008
bron: flickr.com
San Vitale – Ravenna – exterieur 526-547. Zware steunberen en luchtbogen
bron: wiki commons

In Italë is de Romaanse bouwstijl min of meer een voortzetting van de bestaande manier van bouwen. De Romeinen kenden de rondboog al. Daarnaast zijn er ook veel invloeden van de Byzantijnse kunst.
Voor baptisteria wordt vaak gekozen voor de centraalbouw, soms in cirkelvormig, soms octagonaal. Dit baptisterium van San Giovanni in Vigolo Marchese staat naast de kerk. De massieve halfzuilen dienen als steunberen. De ramen zijn klein – schietgaten. De binnenkant is donker door het weinige licht dat naar binnen kan vallen.
Ook de San Vitale, die van binnen schitterende mozaïeken bevat, is aan de buitenzijde een log en ontoegankelijk bouwwerk. Ook hier luchtbogen en steunberen om de druk van de gewelven op te vangen.

San Frediano in Lucca

San Frediano in Lucca 1112 – 1147 Toscaans
bron: wiki commons

De San Frediano in Lucca is Toscaans Romaanse kerk. Lucca was een van de vele zelfstandige steden die ook een eigen kathedraal of basiliek wilden hebben. De voorzijde is versierd met marmer. Aan de zijkanten van de kerk is gewoon baksteen gebruikt met de gewone Romaanse kenmerken.
Bijzonderheid van deze kerk is dat het mozaïek aan de voorzijde een raampje bevat. In het bovenste deel staat Christus afgebeeld als Majestas Domini. Daaronder was een fries met de apostelen met in het midden Maria.
Toen de kerk klaar was, vond men toch dat er wat weinig licht naar binnenviel. Om dat te verbeteren werd de beeltenis van Maria opgeofferd en kwam op die plaats een smal venster.
Ook staat deze kerk niet precies oost-west georiënteerd omdat de kerk dan tegen de stadswal zou aankomen en dat was ontoelaatbaar.

San Miniato al Monte - Florence

San Miniato al Monte 11e eeuw   Florence
bron: flickr.com
Interieur van San Miniato – Florence
bron: flickr.com

De San Miniato al Monte gevelversiering van gewone natuursteen. Witte en groene stenen worden gebruikt voor het ontwerpen van architectonische vormen.
De San Miniatio heeft als veel Italiaanse kerken nog een balkenplafond. Daardoor konden de kerken niet vertikaal hoger worden.

Baptisterium - Florence

Baptisterium in Florence 11e-13e eeuw Laat Romaans octogonale centraalbouw.
bron: wiki media
Baptisterium Florence – rechthoekig apsis (scarcella)
bron: wiki commons
Baptisterium Florence interieur richting scarcella
bron: wiki media

Ook dit baptisterium is gedecoreerd met witte en groene stenen. Het baptisterium is gebouwd als acht: iedere zijde wordt gezien als dag in de schepping. De 8e zijde is de 8e scheppingsdag: de dag waarop de mens wordt gedoopt.
De versiering is in geometrische klassieke stijl. Er is kleine rechthoekige apsis die doet denken aan de pelgrimstas de capsella. De kapitelen zijn uitgewerkt als korintische kapitelen met acanthusbladeren.

Baptisterium Campo del Miracoli – Pisa

Baptisterium Campo del Miracoli – Pisa 1063-14e eeuw
bron: unverified source

De toren van Pisa – de campanile bij de kathedraal van Pisa met daarvoor het baptisterium. De onderkant is in de Romaanse stijl, maar de bouw duurde tot de 14e eeuw en daardoor zijn er ook stijlelementen van de gotiek in terug te vinden.